Het Nederlandse operaseizoen in 2008 kon niet beter beginnen: De Nationale Opera in Amsterdam beet de spits af met een ijzersterke Die Frau ohne Schatten in de regie van Andreas Homoki. De productie was niet nieuw, oorspronkelijk werd zij al in 1992 in Genève uitgevoerd, maar in de tussenliggende zestien jaar heeft zij niets aan haar zeggingskracht verloren.

Alle rollen werden voortreffelijk ingevuld met eersterangs zangers, waarvoor de castingdirectie van de Amsterdamse opera een groot applaus verdient: FROSCH geldt immers als één van de moeilijkst te bezetten opera’s van Strauss.

De Keizerin werd weergaloos gezongen door Gabriele Fontana. Haar romige sopraan met een prachtige, zuivere hoogte en haar intensiteit deden mij af en toe aan Leonie Rysanek denken. Haar Keizerin was wanhopig en breekbaar, haar tweedstrijd fysiek voelbaar en haar overwinning vanzelfsprekend.

Van Evelyn Herlitzius (Baraks vrouw) mag dan bekend zijn dat ze heel wat zware rollen voorbeeldig aan kan, toch moest ik af en toe mijn adem in bewondering inhouden. Zij was dramatisch zonder zichzelf te overschreeuwen, stemvast en zuiver.
De Noorse bariton Terje Stennsvold zette een zeer ontroerende, menselijke Barak neer. Met zijn warme stem met een enorm volume wist hij moeiteloos de zaal te vullen, en zijn rolinvulling was een belevenis.

De rol van Amme werd helaas zoals vaker gecoupeerd. Ontzettend spijtig, des te meer daar Doris Soffel een fenomenaal zingende actrice is. Met haar prachtige stem en haar voorbeeldige acteerprestaties was ze een Amme uit duizenden.

