Over Chovansjtsjina van Moessorgski. Discografie

chov-old-believers-surikov

Vasily Surikov (1848-1916): De Oudgelovigen

Ik hou zielsveel van Chovansjtsjina. Ik vind de muziek: een combinatie van Russische folksongs, religieuze koralen, ontroerende aria’s en gloedvolle orkestpracht van een ongekende schoonheid. Het op historische feiten gebaseerde libretto verhaalt van godsdienstige verdeeldheid, strijd om macht, politieke manipulaties, sektarisme en een collectieve zelfmoord. Het koor speelt een fundamentele rol, maar ook de zes hoofdrollen zijn bijzonder sterk uitgewerkt in hun psychologische ontwikkelingen.

De opera beleefde zijn première in 1886, in de verkorte versie van Rimski-Korsakov: Moessorgski heeft de partituur onvoltooid achtergelaten. In 1959 orkestreerde Sjostakovitsj de originele pianobewerking. Die versie, met het door Stravinski nagecomponeerde einde wordt tegenwoordig vrijwel altijd gebruikt.

BORIS KHAIKIN

Mussorgsky: Khovanshchina (Freidkov, Nechayev, Khaikin) (1946) by Boris  Khaykin on TIDAL

De in de naoorlogse Sovjet Unie zeer populaire dirigent Boris Khaikin is voornamelijk geroemd om zijn opnamen van Russische opera’s, waaronder Chovansjtsjina. Hij nam de opera al in 1946 op, met de onvolprezen Mark Reizen als Dosifej.

chov-reizen

Mark Reizen als Dosifey

Voor de nieuwsgierige liefhebber: u vindt de complete opname op YouTube.

chov-melodia

In 1974 heeft Khaikin de opera opnieuw opgenomen, nu met Alexander Ognivtsev als Dossifej, Aleksey Krivchenya als Chovanski en Vladislav Piavko als zijn zoon. Golitsin werd prachtig vertolkt door Aleksey Maslennikov. Iemand nog op zoek naar een voorbeeld van een tenor van de ‘oude Russiche school’? Luister naar Maslennikov!

De echte ster van de opname is echter Irina Arkhipova. Als Marfa is zij in mijn ogen absoluut ongeëvenaard:

Als je gewend bent aan de instrumentatie van Sjostakovitsj doet de versie van Rimski-Korsakov wat vreemd aan. Zangeriger, bijna sprookjesachtig. De ouverture had net zo goed een inleiding tot Shéhérazade kunnen zijn. Rimski-Korsakov heeft de angel er uitgehaald. Ongewild denk je aan oude films, waarin zelfs de grootste ellende door het technicolorfilter is gehaald.

Ook de Marfa’s voorspelling klinkt in deze versie behoorlijk flauw. Mild en weinig dreigend, waardoor je de verschrikte reactie van Golitsin niet goed snapt.

De opname is zeer helder, waardoor elk woord makkelijk is te verstaan. (Melodia MEL CD 1001867)


BORIS LESKOVICH

chovan-italiaans

Een jaar eerder, in 1973, dirigeerde Boris Leskovich de opera in Rome. In het Italiaans. Ondanks de door hem gebruikte versie van Sjostakovitsj is het resultaat nogal licht en het broeit nergens. En het mist de “wijdte” in de ouverture, maar dat kan ook door de slechte klankkwaliteit kan komen.

De solisten zijn om je vingers bij af te likken. Cesare Siepi (Dosifej), Fiorenza Cossotto (Marfa), Elena Souliotis, Veriano Luchetti, Siegmund Nimsgern en de wellicht grootste Chovanski in de geschiedenis: Nicolai Ghiaurov.

Als bonus krijgt u de complete vijfde akte met Boris Christoff als Dosifej in een opname uit 1958 onder leiding van Artur Rodziński. Ook in het Italiaans (Irene Companez’ Marfa klinkt hier net als Azucena), maar in een beduidend betere geluidskwaliteit. (BellaVoce BLV 107.402)

Andere label, dezelfde opname:


EMIL TCHAKAROV

khovanschina-big

De zeer betreurde Bulgaarse dirigent Emil Tchakarov (hij stierf op zijn 42ste aan aids) nam Chovansjtsjina in 1990 op, met de beste Bulgaarse stemmen die toen voorhanden waren, dus ook met – hoe kan het anders – Ghiaurov in de titelrol.

Nicola Ghiuselev is een voortreffelijke Dosifej, Alexandrina Milcheva een zeer charismatische Marfa en Kaludi Kaludov een zeer lyrische Golitsyn. Hij staat met beide voeten in de Russische traditie, maar zingt tegelijk met een grote dosis italianitá. Tchakarov houdt het orkest zeer doorzichtig. (Sony S3K 45831)

De opname is ook op You Tube te vinden. Hieronder act 1:

CLAUDIO ABBADO

chova-ghiaurov-abbado

In 1989 dirigeerde Abbado de opera in de Weense Staatsopera. De regie van Alfred Kirschner en de enscenering van Erich Wonder zijn staaltjes van vakwerk. Verankerd in de traditie, met veel oog voor details, sterke personenregie en een goed uitgewerkte mise-en-scène. De slotscène is een dramatisch hoogtepunt, en laat je vastgenageld aan je stoel naar adem snakken.

Paata Burchuladze zingt een voortreffelijke Dosifej en Ludmila Semtchuk is een zeer erotische Marfa. Als Chovanski weet Ghiaurov opnieuw te imponeren. (Arthaus Musik 100 310)

MICHAEL BODER

chov-opus-arte

In Barcelona (mei 2007) werd de opera in nog een andere versie gepresenteerd. De gebruikte orkestratie was weliswaar die van Sjostakowitsj, maar het einde werd door Guerassim Voronkov nagecomponeerd.

De Noorse regisseur Stein Winge zegt het verhaal zich af te laten spelen in de jaren vijftig, maar net zo goed kan het 300 jaar geleden zijn. Of nu. Zijn beelden zijn tijdloos en zeer tot verbeelding sprekend.

Vladimir Ognovenko is een voortreffelijke Chovanski en Vladimir Vaneev een dito Dosifej. Vladimir Galouzine is zonder meer één van de beste Andrejs die ik ken, zo niet de beste. Met Robert Brubaker klinkt Golitsyn minder lyrisch dan gebruikelijk, maar het personage wint wel aan karakter. Graham Clarke zorgt voor de komische noot als de schrijver (Opus Arte OA0989 D)

Fragment uit de productie:

KENT NAGANO

chov-eroarts

De door Kent Nagano goed gedirigeerde en door Dmitri Tcherniakov buitengewoon spannend geregisseerde Münchner productie van Chovansjtsjina kent helaas twee misbezettingen. Paata Burchuladze (Chovanski) is inmiddels uitgezongen en de door mij zeer geliefde Doris Soffel (Marfa) is in de verkeerde opera beland. Geen seconde kan ze me overtuigen dat ze een jonge, sexy vrouw is. Echt jammer, want verder is de productie zeer aan te bevelen.

Anatoli Kotsjerga is een schitterende Dosifej en Klaus Florian Vogt een ‘creepy’ Andrej. John Daszak is net als Brubaker een ‘karakter-Golitsyn’ en Camilla Nylund een gedroomde Emma.

Tcherniakov beeldt de drie met elkaar botsende stromingen – de behoudend-religieuzen, de op macht belusten en de naar vooruitgang strevenden – zeer goed uit. De confrontatie tussen de drie machthebbers is bij hem ijzingwekkend spannend. Jammer genoeg verzwakt de spanning tegen het einde, waardoor de laatste scène aanvoelt als een anticlimax. (EuroArts 2072424)

Trailer van de productie:

3 comments

      1. Mooi behandelde discografieën van de recentere uitvoeringen en toch aandacht voor enkele historische stemmen met tips om toch eens op te zoeken bedankt Bassia. Mijn beschrijving van het werk van Moessorgsky is wel de versie die ik gezien heb te Gent en te Brussel. En wonder dat ik de uitvoering op CD gevonden heb met de solisten van de opera van Sofia die hier bij ons de gastvoorstellingen hebben verzorgd zowel in Brussel als in Gent dit waren Galavoorstellingen om niet te vergeten.

        Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s