Jephta and his daughter by Pieter Nolpe. Collectie Boijmans van Beuningen
Noodlot…. Daar is geen ontkomen aan. Denk je goden gunstig te kunnen stemmen door ze voor hun hulp en bewezen diensten een offer te beloven (een menselijk offer, met minder nemen ze geen genoegen), blijken ze er een verborgen agenda op na te houden. Tot je grote schrik kom je er dan achter, dat je plechtige belofte inhoudt dat je je eigen zoon (Idomeneo) of dochter (Jephta) hoort op te offeren. Kom er daar maar onderuit!
Gelukkig bestaat er nog zoiets als deus ex machina (zonder goede afloop was er vroeger geen publiek) en dus komt alles op zijn pootjes terecht. Min of meer.
Vijfenzestig was Händel en vrijwel helemaal blind toen hij in 1751 aan Jephta, zijn laatste oratorium begon. Ondanks de goede (nu ja, enigszins goede) afloop voelt het werk pessimistisch en zwaarmoedig aan. Het ligt ook een beetje aan de instrumentatie. Die is donker, dwingend bijna. Het laat je in ieder geval niet koud.
Thuis heb ik maar twee uitvoeringen van het werk, van Nikolaus Harnoncourt en Marcus Creed; maar dankzij Spotify heb ik ook Gardiner leren kennen.
HARNONCOURT
Over Nikolaus Harnoncourt en zijn Concentus Musicus Wien (Warner Classics 2564692587) kan ik kort zijn: ouderwets lelijk. Het is duwen en trekken en zuchten dat het een lieve lust is. Het klinkt alsof iemand met behulp van een liniaal één lange, strakke lijn door de partituur heeft getrokken, geen plaats voor de menselijke emoties achterlatend. De zangers zijn niet slecht, maar het non vibrato zingen doet pijn aan mijn oren. Hoe lang kan een mens naar een fluitketel luisteren?
CREED EN GARDINER
De opname van het Akademie Für Alte Musik Berlin onder Marcus Creed uit 1992 (Brilliant Classics 94668) vind ik gewoon prachtig. Creed heeft korte metten met de strikte regels gemaakt en zijn zangers vrij gelaten om hun emoties te tonen. Iets, wat ze ook ruimschoots doen.
John Elliot Gardiner (Philips 4223512) klinkt wellicht fraaier dan Creed, maar dat kan ook aan een betere geluidskwaliteit liggen. Stephen Varcoe (Zebul bij Gardiner) heeft een aangenamer timbre dan Michael George bij Creed, maar hij kan zijn coloraturen amper aan.
Nigel Robson, Jephta van Gardiner, is geen match voor John Mark Ainsley bij Creed, maar met hem kan niemand zich meten. Niemand.
Christiane Oelze, Iphis bij Creed, prefereer ik sterk boven de ietwat iele Lynn Dawson bij Gardiner. Mijn keuze staat vast.
je blijft lekker kritisch maar vooral genuanceerd en dat in een kort bestek. Een mooie opwarming voor a.s. woensdag om Jephtha rechtstreeks te horen!
LikeGeliked door 1 persoon
Die ga ik straks eens beluisteren, mooi voor een zonnige herfstdag!
LikeGeliked door 1 persoon