Pierre Audi regisseert Gurre-Lieder van Schönberg

gurreaffiche

Het 2014/15 seizoen van De Nationale Opera begon met een zeer enthousiast ontvangen productie van Gurre-Lieder. Voor het allereerst werd Arnold Schönbergs werk scenisch opgevoerd. Een exercitie waar wel wat kanttekeningen bij te plaatsen waren, maar waar muzikaal volop van te genieten viel.

De keuze om de Gurre-Lieder, een monument onder de concertstukken, scenisch op te voeren was allesbehalve vanzelfsprekend en was dan ook nooit eerder vertoond. Niet in de laatste plaats omdat de schepper het zelf niet wilde. Maar zowel Marc Albrecht, wiens vurigste wens het was om het werk in een operahuis te mogen dirigeren, als Pierre Audi waren er absoluut van overtuigd dat er in de Gurre-Lieder een verscholen opera zit.

Dat het om een zeer tot de verbeelding sprekend drama gaat, daarover kan niemand redetwisten. Maar een opera? Zelf denk ik van niet. Daarvoor is het werk te symbolisch en het drama te zeer in de muziek zelf geïntegreerd. Je hebt er geen beelden bij nodig. De liefde, de moord, het immense verdriet dat je gek maakt, het gevecht tegen God, de kracht van de natuur: alles staat al in de muziek.

Pierre Audi stond voor de schier onmogelijke taak om de ‘notensymboliek’ van de Gurre-Lieder in bewegelijke beelden samen te vatten. Om alle ingrediënten van ‘Wien Modern’ – fin de siècle, l’art pour l’art, estheticisme, symbolisme en impressionisme – tot één scenisch verantwoord geheel te smeden. Om voldoende of net niet genoeg te laten zien om de magie van het werk niet kwijt te raken.

Is het hem gelukt? Volgens velen wel, maar zelf weet ik het niet. Wat je te zien krijgt, is een prachtig spektakel met een onwaarschijnlijk mooi bühnebeeld, fraaie decors en kostuums en prachtige videoprojecties (verantwoordelijken: Christof Hertzer en Martin Eidenberger). Het is werkelijk net een schilderij van Gustav Klimt. Maar in al de esthetiek is de erotiek zoek geraakt. Er is voor mij te veel gevisualiseerd.

Gurre

Bovendien voegt Audi veel nieuwe symbolen toe, die het stuk niet begrijpelijker maken. Wat doet de vis daar, na het gevecht? Wat symboliseert de (overigens prachtige) groene boom die even de bühne op wordt gereden en, nadat hij al zijn bladeren heeft verloren, alweer vertrekt? Waarom is Waldemar verworden tot een bezopen clochard? En waarom moet de arme koning in zijn ondergoed staan? Waarom moeten zangers überhaupt in hun ondergoed staan? Wat mij betreft zou het voor altijd verboden moeten worden, zeker als het niet geëist wordt door het libretto.

Burkhard Fritz (Waldemar), Wolfgang Ablinger-Sperrhacke (Klaus Narr)

Burkhard Fritz (Waldemar), Wolfgang Ablinger-Sperrhacke (Klaus Narr)

Muzikaal viel er veel te genieten. Het Nederlands Philharmonisch Orkest speelde prachtig, met veel nuance, schwung en schmalz. Het was evident dat Albrecht veel affiniteit met het werk heeft. En het is niet niets om al het orkestrale geweld zo in te tomen dat de zangers niet overschreeuwd worden. Een prestatie.

Ik had moeite met Sunnyi Melles, die de rol van de Sprecher vertolkte. Afgezien van het feit dat ik in die rol veel liever een man hoor (zo staat het ook in Schönbergs partituur) vond ik Melles bij vlagen zeer irritant. Ze kwam ook te geëxalteerd op mij over en was moeilijk te verstaan.

Zeer te spreken was ik over Markus Marquardt (Bauer). Vanaf zijn allereerste opkomst in het ‘Wet Horses Inn’ (alweer zo’n vondst die ik met geen mogelijkheid kon begrijpen) wist hij met zijn sonore stem en fantastische voordracht de bühne volledig te beheersen.

Scène uit Gurre-Lieder met Koor van De Nationale Opera en solisten)

Scène uit Gurre-Lieder met Koor van De Nationale Opera en solisten)

Buitengewoon indrukwekkend vond ik ook Wolfgang Ablinger-Sperrhacke (Klaus Narr). Van de regisseur kreeg hij de moeilijke taak om het verhaal te dragen. Wit geschminkt en in het wit gestoken was hij samen met zijn onafscheidelijke ballon (de zon?) van begin tot eind aanwezig en werd zo tot sleutelfiguur van het drama gebombardeerd. Vraag mij alleen niet waarom.

Anna Larsson stal de show als zeer ontroerende Waldtaube. Haar mooie, warme mezzo bereikte makkelijk alle hoeken van het theater en zij wist iedereen tot tranen toe te ontroeren. Er moet wel eerlijk bij vermeld worden dat zij de mooiste noten had om te zingen.

Emily Magee gaf prima gestalte aan Tove: zij zag er beeldig uit en ook op haar zang was niets aan te merken. Haar sopraan is een beetje wollig, maar dat paste wel bij haar rol. Zelf zou ik wat meer passie willen horen, maar ik denk dat zij nog in haar rol gaat groeien.

Burkhard Fritz (Waldemar), Emily Magee (Tove)

Burkhard Fritz (Waldemar), Emily Magee (Tove)

Het was duidelijk te horen dat de rol van Waldemar geen ‘terra incognita’ was voor Burkhard Fritz. Hij zong de partij met gemak en zijn lyrische tenor kwam prima boven het orkest uit, zonder dat hij hoefde te forceren.

Zonder meer schitterend was de bijdrage van beide koren, die me aan het einde, in hun ode aan de zon, werkelijk wisten te ontroeren. Iemand moet mij alleen nog het ‘waarom’ van hun zonnebrillen (die eigenlijk ‘anti-atoombom’-brillen waren) uitleggen.

Gurre koor

Alle foto’s zijn van Ruth Waltz

Hieronder de trailer van de productie:

 

Arnold Schönberg
Gurre-Lieder
Burkhard Fritz, Emily Magee, Anna Larsson, Wolfgang Ablinger-Sperrhacke, Markus Marquardt, Sunnyi Melles
Het Koor van De Nationale Opera en het Kammerchor des ChorForum Essen (instudering Thomas Eitler)
Nederlands Philharmonisch Orkest olv Marc Albrecht

Bezocht op 2 september 2014 in het Muziektheater in Amsterdam

Discografie:
SCHÖNBERG: GURRE-LIEDER. Discografie

DVD-recensie:
GURRE-LIEDER uit Amsterdam (regie: Pierre Audi) op dvd

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s