LaJuive

La Juive: discografie

Juive Halevy

Jacques Fromental Halévy (1799-1862) was tijdens zijn leven een zeer geliefde en gevierde componist. Op zijn naam staan zowat 40 opera’s, waarvan minstens de helft best succesvol was. Toch: geen één van zijn werken heeft ooit de populariteit van La Juive kunnen evenaren.

Juive_Act1_set_1835_-_NGO2p927

La Juive: decor voor de eerste acte uit de originele productie in 1835

La Juive, ‘De Jodin’, behoorde ooit tot de absolute publiekslievelingen en tot de jaren dertig van de vorige eeuw werd het stuk met grote regelmaat opgevoerd. De rol van Éléazar werd gezongen door de grootste en beroemdste tenoren uit die tijd: Caruso, Leo Slezak, Giovanni Martinelli… Wie eigenlijk niet?

Juive carusoterracota3

Terracota portret van Caruso als Éléazar, gemaakt door Onorio Ruotolo in 1920.

Enrico Caruso in een opname gemaakt op 14-09-1920:

Leo Slezak (in het Duits) in een opname uit 1928:

Juive Martinelli foto

Giovanni Martinelli als Éléazar

Van Martinelli kon ik geen voorbeeld vinden op Youtube, maar van hem bestaat er een opname van de hele tweede acte (met Elisabeth Rethberg als Rachel), opgenomen in 1936, plus wat fragmenten van de vierde akte, uit 1926 (SRO 848-1).

Juive_opéra_d'Halévy_et_[...]Maleuvre_Louis_btv1b7001613w

Adolphe Nourrit, vertolker van de eerste Éléazar

Éléazar is geen aimabele man. Gelijk Shakespeare’s Shylock is hij weerzin- en meelijwekkend tegelijk. Hij zit vol wrok en zint op vergelding waarvoor hij bereid is alles op te offeren, ook datgene wat hij het meest liefheeft. Maar is hij altijd zo geweest, of zijn het omstandigheden die hem zo hebben gemaakt? Bovendien kent ook hij zijn twijfels – in zijn grote aria vraagt hij zich (en God) oprecht af of hij goed heeft gehandeld.

Eigenlijk kun je hem als een mannelijk equivalent van Azucena zien. Beiden hebben ze hun eigen kind(eren) verloren en beiden hebben ze zich over een kind van hun vijand ontfermd en als eigen vlees en bloed opgevoed en grootgebracht. Waardoor Manrico een Zigeunerjongen en Rachel een Jodin is geworden. Met alle gevolgen van dien.

RICHARD TUCKER

Juive Tucker Legato

In de jaren dertig werd Halévy als ‘ontaard’ bestempeld en belandde samen met zijn opera op de grote vuilnisbelt van wat de nazi’s ‘Entartete Musik’ noemden.

Tegenwoordig gaat La Juive alle grote operahuizen rond en in 2009 heeft zij zelfs – in een schitterende productie van Pierre Audi – Amsterdam aangedaan. Het is echter nog niet zo lang geleden dat Halévy bekend was als componist van één aria en zijn opera was een echte rariteit, zeker in Europa. Ik vraag me dan ook af, hoe het met La Juive zou zijn afgelopen, als er niet iemand als Richard Tucker zou hebben bestaan.

Tucker (1913-1975), één van de grootste tenoren uit zijn tijd, was niet alleen de sterzanger bij de Metropolitan Opera, maar ook de voorzanger aan de New Yorkse hoofdsynagoge. Éléazar was zijn droomrol en met zijn sterstatus kon hij het zich permitteren om de opera op de planken te krijgen bij verschillende gezelschappen in verschillende landen, al was het maar concertante.

Zijn grootste droom was echter om La Juive in de Met te zingen, volledig geënsceneerd. Begin januari 1975 kreeg hij te horen dat de opera voor het seizoen 1975/1976 op de planning stond. Bernstein zou dirigeren en de andere rollen zouden gezongen worden door Beverly Sills (Rachel), Nicolai Gedda (Léopold) en Paul Plischka (de kardinaal).

Het mocht zo niet zijn: op 8 januari, een dag voor de productiebesprekingen zouden beginnen, kreeg Tucker een hartaanval, waaraan hij overleed.

Op verschillende labels (de mijne is op Legato Classics LCD-120-2) is de sterk gecoupeerde La Juive met Tucker te koop. De (piraten) opname is gemaakt in Londen, in 1973. Het geluid is pover en de rest van de rollen is zo-zo, maar vanwege Tucker een absolute must.


Juive Tucker Moffo

In 1973 heeft RCA (tegenwoordig Sony 88985397782) hoogtepunten uit de opera met Tucker, Anna Moffo en Martina Arroyo in de studio opgenomen.

Ik heb sterk de vermoedens dat het ze toen – voornamelijk – om Moffo (Eudoxie) te doen was. In die tijd was zij namelijk één van de stersterren van de firma. Een letterlijk bloedmooie sopraan, die zich niet alleen goed op de cover presenteerde maar ook als zangeres de slechtste niet was. Met haar lichte, wendbare stem was zij buitengewoon geschikt voor het zingen van jonge meisjesrollen, maar ook Eudoxie lag haar goed.

Martina Arroyo is een prima Rachel en Bonaldo Giaiotti een dito kardinaal, maar de echte ster van de opname is – naast Tucker – de dirigent. Antonio de Almeida heeft er duidelijk feeling mee.

Tucker en Martina Arroyo in de “Seider-scène”:

Niet op cd, maar wel op You Tube vindt u de Seider-scène uit Barcelona. De opname is gemaakt op 14 december 1974, drie weken voor Tuckers overladen:

JOSE CARRERAS
Juive Carreras TokodyNooit heb ik goed kunnen begrijpen waarom José Carreras de rol van Éléazar op zijn repertoire heeft gezet. Het paste wel bij zijn verlangen om ook zwaardere, meer dramatische rollen te gaan zingen. Rollen die voor zijn prachtige, lyrische tenor een maatje te groot waren. Wat absoluut niet inhoudt dat hij de rol niet aankon! Dat lukte hem best aardig en het resultaat is het beluisteren meer dan waard, maar echt idiomatisch klinkt hij niet.

In de live opname uit Wenen 1981 klinkt Carreras ook nog eens te jong (hij was toen nog maar vijfendertig!), iets wat zich voornamelijk wreekt in de Seider-avond scène. Het is mooi gezongen, maar bij gebrek aan overwicht gaat hij zich een beetje overschreeuwen.

José Carreras zingt ‘Rachel, quand du Seigneur‘

Ilona Tokody is een Rachel van intensiteit die alleen Renata Scotto wist te bereiken (jammer, dat zij de rol nooit heeft gezongen!) en Sona Ghazarian zingt een uitstekende Eudoxie.

Maar, eerlijk is eerlijk: niemand, maar dan ook niemand kan zich met Cesare Siepi in zijn rol van  kardinaal Brogni meten. Na zijn eerste grote aria wordt hij dan ook terecht beloont met een langdurend opendoekje.

Hieronder Cesare Siepi in ‘Si la rigeur’ in een opname uit 1954:

Chris Meritt (Léopold) bezat misschien niet de mooiste van alle tenorstemmen, maar hij had zijn hoge noten paraat. Al kwamen ze soms een beetje geknepen uit. De zeer sterk gecoupeerde partituur werd zeer liefdevol gedirigeerd door Gerd Albrecht (Legato Classics 224-2)

Juive Carreras Philips

De in 1989 door Philips opgenomen La Juive markeerde de eerste studio-opname dat Carreras maakte na zijn ziekte. Zijn stem was nu minder zoet en smeuïg dan voorheen maar klonk veel doorleefder, wat de invulling van de rol ten goede kwam.

Julia Varady is een schitterende Rachel, misschien één van de beste ooit en Eudoxie is bij June Anderson in uitstekende handen.

Dalmacio Gonzales is een meer dan fatsoenlijke Léopold, in ieder geval veel beter dan Chris Merrit en de Frans-Amerikaans-Portugese dirigent Antonio de Almeida bewijst alweer zijn affiniteit met de opera. (Philips 475 7629)


FRANCISCO CASANOVA

Juive Casanova

Eve Queler kennen we niet alleen als één van de eerste beroemde vrouwelijke dirigenten, maar ook als één van de grootste voorvechters van een onbekend operarepertoire. Op 13april 1999 dirigeerde zij in het New-Yorkse Carnegie Hall een zeer spannende uitvoering van La Juive.

Paul Plishka was een goede kardinaal en Jean-Luc Viala en Olga Makarina klonken uitstekend als resp. Léopold en Eudoxie.

Francisco Casanova vind ik – na Tucker en Shicoff – misschien de allerbeste Éléazar van onze tijd. Zijn robuust gevoerde tenor klinkt gekweld en gepassioneerd maar ook buitengewoon lyrisch. Daar past de door Asmik Papian met zinderende passie gezongen Rachel uitstekend bij. Om stil van te worden, zo mooi.  

Mocht het u lukken om de cd’s te bemachtigen: meteen doen! Ook omdat de opname vrijwel complete is. (House of Opera CD 426)

Hieronder zingt Francisco Casanova ‘Dieu que ma voix tremblante’:

NEIL SHICOFF

Juive Shicoff Isokoski

Neil Shicoff, gelijk Tucker, had van Éléazar zijn levensrol gemaakt. De eerste keer zong hij hem in Wenen, in 1998. De voorstelling, met ook verder een voortreffelijke cast (Soile Isokoski als Rachel, Zoran Todorovich als Léopold en Alastair Miles als de kardinaal Brogni), werd live opgenomen en door RCA op cd uitgebracht (RCA 795962).

Dezelfde productie (met Shicoff en Isokoski) reisde in 2003 naar de Met om een paar maanden later terug te keren naar Wenen, waar de opera op dvd (DG 0734001) werd geregistreerd. Shicoff was nog steeds van de partij, maar de rest van de rollen werd vervangen.

Juive Shicoff dvd

Rachel werd gezongen door een adembenemende Krassimira Stoyanova (wat een stem, en wat een uitstraling!), Eudoxie was in goede handen van Simina Ivan, maar Jianyi Zhang was een beetje problematisch in zijn rol van Léopold.

‘The rol that Shicoff was born to sing’, kopte het programmaboekje en daar zat wat in. Als zoon van een voorzanger was hij niet alleen kind aan huis in de Joodse traditie en gezangen, ook zijn stem, lichtelijk nasaal en met een traan, klonk zeer Joods.

De regie van Günter Krämer was geactualiseerd: geen Konstanz in 1414 dus, maar duidelijk jaren dertig van de vorige eeuw en de opkomst van het nationaal-socialisme. En al werd het nergens expliciet gezegd, het koor gekleed in Duitse jager pakjes sprak boekdelen.

Éléazer werd neergezet als een fanatiekeling met weinig of geen sympathieke eigenschappen, de kardinaal daarentegen was één en al liefde en vergiffenis – een stelling waar ik het behoorlijk moeilijk mee had.

Als bonus staat er op de dvd een interview met Shicoff en volgen we zijn voorbereidingen voor de rol. Buitengewoon interessant en fascinerend, maar wat is die man toch een zenuwpees!

Hieronder zingt Shicoff ‘Rachel, quand du Seigneur‘:

LA JUIVE Tel Aviv 2010

Herinneringen aan La Juive in Amsterdam