Tekst: Ger Leppers

Sinds Jan Vandenhouwe als artistiek directeur aan het roer staat van Opera Ballet Vlaanderen waait er onmiskenbaar een nieuwe wind in het huis. Dat is onder meer te merken aan de keuze van de regisseurs op wie hij een beroep doet, en die vaak door hun sterke band met Vlaanderen al beschikken over een eigen publiek van fans.

Voor ‘De Parelvissers’ (een voorstelling die later dit seizoen in reprise gaat) vroeg hij het in Antwerpen zeer hoog aangeschreven plaatselijk theatercollectief FC Bergman om voor het eerst een opera te regisseren. Voor ‘Le Nozze di Figaro’ deed hij een beroep op de Vlaming Tom Goossens. En nu is er ‘La Clemenza di Tito’, waarmee regisseur Milo Rau, Zwitser maar artistiek directeur van NT Gent, zijn debuut maakt in de operawereld.
Al ruim drie decennia ben ik abonnementhouder in Antwerpen, en het viel mij op dat er bij die voorstellingen steeds opvallend veel jong en duidelijk nieuw publiek aanwezig is. In de zaal waren minder tinten grijs te zien dan gebruikelijk, en minder zilverdraden tussen ‘t goud. Menigeen maakte met zijn mobieltje selfies en foto’s van het, inderdaad prachtige en kennelijk voor het eerst betreden, gebouw. Uit een enquête die het vorig seizoen werd gehouden bleek dat 47% van de ondervraagden in dat jaar voor het eerst een operavoorstelling bezochten en dat een groot deel van hen in de toekomst zeker nog eens wilde terugkomen. Feestelijke cijfers, dus. Dat is allemaal zeer goed nieuws.
Maar hoe zit het met het bijzondere karakter en de kwaliteit van het gebodene?

Om nog even door te gaan met het goede nieuws: muzikaal was de voorstelling van Le Clemenza di Tito die ik bijwoonde tip top in orde. Alle kritieken in de pers waren zeer lovend, en ik kan dat oordeel enkel bevestigen. Het orkestspel, onder muziekdirecteur Alejo Pérez, liet wat mij betreft vrijwel geen wens onvervuld. Inmiddels is het Vlaamse ensemble gepokt en gemazeld in vrijwel alle muziekstijlen, van Monteverdi tot hedendaagse componisten.

Van de zangerscast waren vooral de dames een waar genot om te beluisteren, met name de Vitellia van Anna Melsza-Kutny, de Annio van Maria Warenberg, en bovenal de indringend gespeelde en superieur, vol nuances gezongen Sesto van Anna Gorchyakova, de onbetwiste ster van de avond. Alleen al voor haar zou ik de voorstelling met plezier opnieuw bezoeken. Enkel tenor Jeremy Ovenden had, in de titelrol, soms enige moeite met de vocale hoogstandjes waarmee Wolfgang Amadeus hem bedacht had.
Met de superieure orkestratiekunst van de rijpe Mozart, waarin hier voor de klarinet en de bassethoorn een glansrol is weggelegd, en de schitterende aria’s van Vitellia en Sesto, verdient dit late werk zo een muzikaal superbe uitvoering ten volle. Wat zou het mooi geweest zijn als deze opera in deze bezetting, en ontdaan van de regisseursingrepen, ook nog eens concertant was uitgevoerd in, bijvoorbeeld, Vredenburg!

Want ja, we moeten het toch over de regie hebben. Om te beginnen met het laatste restje goed nieuws: de hele avond werd er over de gehele linie werkelijk voortreffelijk geacteerd, er was steeds volop smakelijk voer voor het oog.
Maar La Clemenza di Tito is een lastige opera om geloofwaardig te ensceneren. Het werk was bij het ontstaan eigenlijk al een anachronisme. Het is een gelegenheidsstuk dat werd gecomponeerd om de kroning van Keizer Leopold II in 1791 luister bij te zetten, en grijpt terug op de structuren van de destijds al achterhaalde opera seria.

Mozart gebruikte een oude tekst van Pietro Metastasio, die werd geknipt, gewassen en geschoren door Caterino Mazzolà. Die tekst viert de grootmoedigheid van een Romeinse keizer die degenen die probeerden een moordaanslag op hem te plegen hun misdaad vergeeft. Twee jaar na de Franse Revolutie was het werk een eerbetoon aan de absolute monarchie, een bevestiging van het wereldbeeld van het feestvarken.
Dat valt heden ten dage allemaal natuurlijk moeilijk onverkort op het toneel te zetten. Een moderne opvoering van ‘La Clemenza di Tito’ moet een interpretatie toevoegen om dit verhaal voor de moderne toeschouwer verteerbaar te maken, een commentaar op dat gegeven bieden. Milo Rau gaat naar mijn gevoel nog een stuk verder dan dat, hij maakt er een niet een voorstelling over, maar een voorstelling naar aanleiding van ‘La Clemenza di Tito’ van.

Hij heeft het geheel nog een tweede maal geknipt, gewassen en geschoren, en voegt, naast heel veel meer, de persoonlijke levensverhalen van de uitvoerenden toe, die tijdens een aria op het achterdoek geprojecteerd worden. Die boeiden me zo dat ik, achteraf tot mijn spijt, de muziek een tijdlang nauwelijks meer volgde.
Er worden wat mensen op decoratieve wijze aan de galg opgehangen. Leden van de cast pakken een microfoon en beginnen ook al over hun leven te vertellen. Verder wordt op het toneel het hart van de laatste echte Antwerpenaar, die thuis 70 opnamen van Wagners Parsifal, heeft staan, uitgerukt. Dit alles, naar ik heb begrepen, om het multiculturele karakter van de huidige samenleving te onderstrepen.
Titus ziet het, vanuit de eerste eeuw na Christus, bewogen aan. Er is in deze voorstelling voortdurend overrompelend veel, en allerhande, te zien. Als kijker verveel je je niet bij deze bonte ratjetoe. Maar wat je uiteindelijk ziet is een knappe, met gedurfde theatermiddelen, doch in feite brave, wat potpourri-achtige illustratie van inmiddels alomtegenwoordige stichtende clichés over inclusiviteit, racisme, witte mannen, geweld, machtsmisbruik en de overheersing van ons bestaan door het beeld.

Behalve dat het inmiddels al duizend keer vertoond is en de sleet er wel een beetje op zit, zou men niet weten wat er tegenin te brengen is. Rau’s enscenering is buitengewoon vindingrijk, maar in au fond toch vooral modieus.
“Een mode,” beweerde ik enige tijd geleden tegenover een paar vrienden, “ontstaat wanneer een heleboel mensen zich op dezelfde manier, en in hun ogen gunstig, willen onderscheiden van de anderen.” Nu had ik dat moment al een paar biertjes op, en er valt dus misschien het een en ander af te dingen op mijn stelling. Maar dat er een grond van waarheid in zit, daarvan ben ik overtuigd. Non-conformisme en conformisme gaan in modes een merkwaardig, paradoxaal en intrigerend verbond aan. De angst om niet mee te doen is daarbij groot. In mijn jeugd wilde iedereen op hetzelfde moment stoepranden, elastieken en knikkeren. En wee degene die niet meedeed. Milo Rau laat ons in deze voorstelling precies zien voor welke mode het nu tijd is.
De bijval van het in zijn nobele gevoelens gestreelde publiek was zeer groot.
Muziek van Wolfgang Amadeus Mozart
Libretto van Caterino Mazzolà, naar het gelijknamige libretto van Pietro Metastasio
Muzikale leiding: Alejo Pérez
Regie: Milo Rau
Scenografie: Anton Lukas
Kostuumontwerp: Ottavia Castelotti
Lichtontwerp: Jürgen KolbVideo-ontwerp: Koorleiding: Jef SmitsTito:
Tito: Jeremy Ovenden
Vitellia: Anna Malesza-Kutny
Sesto: Anna Goryachova
Annio: Maria Warenberg
Servilia: Sarah Yang
Publio: Eugene Richards III
Symfonisch Otkest Opera Ballet Vlaanderen
Koor Opera Ballet Vlaanderen
Bezocht op 21 september 2023.
Foto’s: © Annemie Augustijns
Nog te zien in Gent tot en met 8 oktober 2023






