Igor Stravinsky

Opening Holland Festival: ontroerende videobeelden bij Caroline Shaw en Le Sacre du Printemps

Tekst: Neil van der Linden

Het was in vergelijking met vorige edities een relatief simpele en korte openingsavond, daar in de Westergasfabriek. Waarbij toch iets mis bleek te kunnen gaan. Er was muziek door het Radio Filharmonisch Orkest samen met Cappella Amsterdam: achtereenvolgens Music in common time voor koor en orkest van Caroline Shaw, Strawinsky’s Sacre du Printemps en Earth Song van Frank Ticheli voor koor a capella.

Caroline Shaw

Ik houd van de muziek van Caroline Shaw – schijnbaar ‘neo-klassiek’ harmonieus, maar er zit altijd een randje aan, edgyness, jagged edges soms zelfs, waarmee ze verlokkelijke en absorberende eigen werelden schept. Maar wel goed voor rillingen langs ruggengraat en tegelijkertijd endorfine-effecten in de grijze hersenen.

Bij Music in common time werd een video vertoond geregisseerd door Christiane Jatahy, Holland Festival artist-in-residence dit jaar. We zien op een wat mistroostig bouwterrein, misschien ergens in Brazilië, kinderen plezier met elkaar hebben. Sommigen spelen ook oorlogje met elkaar. Misschien verwijst dit naar favela-bendeoorlogen, maar in alles domineert toch jonge onschuld in het gedrag van de kinderen. En voor de camera hebben ze bijna allemaal een ontwapenende lach. Maar ja, kinderen kunnen zelfs in de ergste omstandigheden vaak toch nog lachen voor de camera. Geregeld wellen bij mij een paar tranen van ontroering op.

Aan het eind van de video zien we een meisje met grote ogen en zonder lach de camera inkijken. Wat staat haar in het leven te wachten, in een wereld waar het leven hard kan zijn? Hopelijk niet wat het leven sommige personages uit de video bij het volgende stuk, de Sacre, heeft gebracht.

Bij de Sacre was een video te zien van Evangelia Kranioti. Kort na het begin rende er iemand naar achteren, en toen leek het al of er technisch iets mis was, alsof er haperingen waren in de vertoning. De dag erop werd in een persbericht rondgestuurd meegedeeld dat er iets was misgegaan met de live-montage en de synchronisatie. Dat maakt het moeilijk de uitvoering precies te beoordelen.

Misschien afgeleid door het technische probleem leek dirigent Karina Kanellakis het orkest wat loom te dirigeren. Misschien hield ze ook rekening met de akoestiek van de gashouder, waarin orkestgeluid snel kan dichtslibben. Daar stond tegenover dat we mede door die loomheid een indringende kijk kregen op de kleuren in Strawinsky’s orkestratie.

De vaak grimmige wereld van de jong-volwassenen in de film bij de Sacre vormde mogelijk een vervolg op het leven van de kinderen in de film by Caroline Shaw’s muziek. De film bij de Sacre toonde dat dat wel eens verslaafde en dakloze kan zijn. In sommige gevallen is dat misschien een verkeerde ‘eigen keuze’. Maar ze kunnen ook door anderen naar de marge worden gedirigeerd. De film toont ook het harde leven van sekswerkers, transmensen en bijvoorbeeld ook inheemse bevolkingsgroepen en etnische minderheden.

De video opent met ongerepte gletsjerlandschappen. De oerbron van rivieren en daarmee veel leven op aarde. Die worden gevolgd door beelden van vermoedelijk Braziliaanse inheemse bevolking en dan de middenberm van een snelweg langs naargeestige delen van een grote stad. Rio? Sao Paolo? Later bij de ‘wildere’ passages van de muziek zien we het Carnaval van (neem ik aan) Rio, met beelden van feestende massa’s waarin iedereen anoniem achter maskers een tijdelijke identiteit kan vinden.

De film volgt een paar personages, een inheemse vrouw, een vermoedelijk dakloze, die in de middenberm verblijft en daar misschien leeft.  Af en toe zet hij een glimmend plastic masker op dat naar inheemse rituele verwijst maar ook naar dat carnaval. Soms verschijnt hij met masker en al midden in de sneeuwvlakte onderaan de gletsjer. Dan zien we hem door middel van een pijpje en een aansteker iets opsnuiven? Crack? De film verplaatst zich naar meer paradijselijke omgevingen.

Vervolgens zien we een soort nachtelijke onguur ogende plekken waar (cis- en trans-) vrouwen staan. De film eindigt met een transvrouw of non-binair die op ons toe komt rennen. Een beeldrijm met het meisje uit het slot van de eerste film? Het oorspronkelijke verhaal van de Sacre verwijst naar een Russisch folklore-verhaal waarin om de lente in het land te brengen een jong meisje wordt geofferd. Is het personage uit het eind van de tweede video het meisje uit het slot van de eerste film?

Deze productie van de Sacre werd eerder opgevoerd in Aix-en-Provence in combinatie met een video bij Strawinsky’s Vuurvogel. De mogelijk beoogde aansluiting tussen de twee video bij Caroline Shaws muziek en de Sacre stamt dus niet uit de oorspronkelijke uitvoering.  

Overigens liet Canellakis de ‘wildere’ passages aan het slot van het eerste en van het tweede deel van de Sacre wél heftig uitkomen, waardoor het muzikale contrast binnen de delen zo geprononceerd mogelijk overkwam. In akoestiek van de Westergasfabriek riep de muziek vulkaanuitbarstingen en lavastromen op.

Hier ontstonden ook fraaie symbioses tussen beeld en muziek, met bijvoorbeeld beelden van de gemaskerde, kleurrijke maar ook sinistere personages die tijdens zo’n carnaval. De cineast was ook kien op vervreemdende elementen geweest, zoals bij een persoon die beneden zijn prachtige masker een voetbalshirt met een rugnummer van een Duitse voetballer droeg.

Maar juist doordat andere passages van de Sacre zo ‘aards’ zijn (zoals door de componist bedoeld) en niet zo atmosferisch als bijvoorbeeld de muziek van De Vuurvogel laat staan die van Strawinsky’s tijdgenoten Skrjabin, Ravel of pakweg Langgaard bleef verdere ‘ruimtelijke symbiose’ tussen klank en beeld voor een deel uit.

De zoals in het programma aangeduide ‘toegift’ Earth Song van Frank Tichelir voor koor alleen is van het soort nu gebruikelijke post-postmoderne post new age type koormuziek, de muziek die wat mij betreft de klassieke radiozenders momenteel teistert, omdat men denkt dat de muziek wel ‘van onze tijd’ is, maar waaraan toch niemand aanstoot kan nemen. Behalve dat die zo eenvormig is. Hierbij was ook video geregisseerd door Christiane Jatahy te zien, in de vorm van live-beelden van de koorleden en beelden van het publiek. Weinig bijzonders.


https://www.npr.org/sections/deceptivecadence/2021/07/06/1011735623/caroline-shaw-classical-profile-let-the-soil-play-its-simple-part

Foto collage Caroline Shaw: illustratie door Renee Klahr/NPR/Photo by Dayna Szyndrowski

Foto’s Sacre uitvoering in Aix-en-Provence © Jean-Louis Fernandez

The Rite of Spring, Music in common time van Caroline Shaw, Le Sacre du Printemps van Igor Straw en Earth Song van Frank Ticheli.

Radio Filharmonisch Orkest en Cappella Amsterdam, dirigenten Karina Canellakis in Shaw en Strawinky, Daniel Reuss in Ticheli.
Gezien 7 juni in de Westergasfabriek.

De nachtegaal en andere fabels van Igor Stravinsky: een van de mooiste producties bij de Nationale Opera

nightingale_cover

© Monika Rittershaus

Igor Stravinsky mag dan componist van De nachtegaal en andere fabels zijn, het waren regisseur Robert Lepage en sopraan Olga Peretyatko die in de productie van De Nederlandse Opera in januari 2012 de show stalen. De één met visueel, de ander met vocaal spektakel.

Na de enorme successen in onder meer Toronto, Aix-en-Provence en Lyon mocht ook het Nederlandse publiek kennismaken met de betoverende sprookjes van Robert Lepage. Ja, Lepage, het is geen vergissing.

Natuurlijk zijn de composities van de hand van Igor Stravinsky, één van de grootste toondichters uit de eerste helft van de vorige eeuw en – zeker in zijn beginjaren – een grote vernieuwer. Maar ik moet heel eerlijk bekennen (al weet ik dat de meesten van u het mij kwalijk gaan nemen): ik houd niet van zijn muziek.

Ik houd niet van de spastische ritmen en ik houd niet van het pseudo-folklore. Ik houd niet van Boerenliederen, met of zonder een (licht) klassiek sausje, en de dierenfabels kunnen mij gestolen worden. Zo. Het is eruit.

nightingale Lepage

Robert Lepage

De Canadese regisseur, schrijver en acteur Lepage richtte in 1994 het multidisciplinaire gezelschap Ex Machina op en behalve toneel, opera en film regisseerde hij ook de voorstellingen van Cirque du Soleil. Ziehier zijn fascinatie voor het sprookjesachtige en het zoeken in het ongewone.

Zijn regies onderscheiden zich door een dankbaar gebruik van alles wat mogelijk (en onmogelijk) is. Als u zijn Ring bij de Metropolitan Opera hebt gezien, weet u wat ik bedoel. Licht, schaduwen, gestileerde choreografie, dans, acrobatiek… al die ingrediënten weet hij tot een fascinerend geheel te kneden.

Voor het ‘Stravinsky-project’ is hij een samenwerking aangegaan met de beroemde poppenmaker/ontwerper Michael Curry en engageerde hij de specialist op het gebied van schimmenspelen en goochelshows Philippe Beau (in het programmaboekje wordt hij de ‘shadowgrapher’ en goochelaar genoemd).

Hij liet het orkest naar het toneel verhuizen, want hun vertrouwde ‘bak’ werd gevuld met water. 50 ton, om precies te zijn. Dat water moet een constante temperatuur van 24 graden hebben en het moet iedere dag ververst worden. Geen sinecure!

De ‘vijver’ is luminescerend verlicht (lichtontwerp Étienne Boucher) en er komen bootjes en passanten voorbij. Ook een visser en de kokkin van de Keizer varen er, in hun zoektocht naar de nachtegaal.

Maar we hoeven niet bang te zijn dat de zangers een natte broek krijgen – onder hun oogverblindende kostuums (ontwerp van Mara Gottler) dragen ze een wetsuit. Bovendien zijn ze het al gewend; bijna allemaal hebben ze ook aan de productie in Aix-en-Provence (en andere steden) meegedaan en ze weten zich te redden.

De zangers worden ‘bijgestaan’ door Vietnamese watermarionetten. Volgens de verhandeling in het boekje is het een categorie apart die totaal anders is dan andere ‘hoofdbespelers’ van poppentheaters. Geloof ik onmiddellijk, maar wat voor mij alleen telt, is dat het heel erg mooi is en dat de voorstelling erdoor verrijkt wordt.

Xian Zhang (conductor), Robert Lepage (director), Sybille Wilson (preparation regie), Carl Fillion (sets), Mara Gottler (costumes), Étienne Boucher (light), Michael Curry (marionnettes design), Martin Genest (marionnettes choreography), Caroline Tanguay (preparation marionnettes choreography), Philippe Beau (concept Chinese shadow puppets)

De vos. Vlnr: Andreas Jaeggi (tenor 1), Edgaras Montvidas (tenor 2)

Maar voor wij aan De nachtegaal, zeg maar het hoofdgerecht van de avond beginnen, moeten wij ons voorgerecht opeten. Daar worden dus de Boerenliederen, Wiegenliedjes van de kat en de Onzinliederen (Pribaoetki) opgevoerd. Plus nog wat liederen, wat orkestrale stukken, waaronder drie voor klarinetsolo (bravo voor Hans Colbers!) en het korte operaatje De vos.

Xian Zhang (conductor), Robert Lepage (director), Sybille Wilson (preparation regie), Carl Fillion (sets), Mara Gottler (costumes), Étienne Boucher (light), Michael Curry (marionnettes design), Martin Genest (marionnettes choreography), Caroline Tanguay (preparation marionnettes choreography), Philippe Beau (concept Chinese shadow puppets)

Vier Russische boerenliederen: Dameskoor van De Nederlandse Opera © Monika Rittershaus

Schitterend gezongen, dat zeker. Een pluimpje voor de dames van het koor van De Nederlandse Opera! Maar het geheel is, ondanks het werkelijk betoverende schimmenspel en de adembenemende kunstjes van de acrobaten (hoe doen ze dat?), niet meer dan een vermakelijk avondje uit. Althans voor mij.

Het Residentieorkest was goed op dreef, maar soms vraag je je af waar een dirigent nog voor nodig is. Ik heb zo mijn vermoeden dat het orkest ook zonder de dirigent (de zeer bekwame Chinees-Amerikaanse Xiang Zhang ) net zo goed of wellicht zelfs beter had gespeeld (zeker wat de eerste helft betreft). En omdat zij met haar rug naar de zangers stond en er geen camera’s waren, konden zij elkaar niet zien. En toch ging het prima!

Xian Zhang (conductor), Robert Lepage (director), Sybille Wilson (preparation regie), Carl Fillion (sets), Mara Gottler (costumes), Étienne Boucher (light), Michael Curry (marionnettes design), Martin Genest (marionnettes choreography), Caroline Tanguay (preparation marionnettes choreography), Philippe Beau (concept Chinese shadow puppets)

Olga Peretyatko (De nachtegaal) © Monika Rittershaus

De zangers…. Ja, dat was een feestje apart. Om te beginnen was er DE nachtegaal: Olga Peretyatko. Van haar kon ik mijn ogen (en oren) niet afhouden. Ondanks alle poppen, vijvers en kleuren was zij het die de hele voorstelling beheerste, van haar eerste opkomst tot het einde. De momenten dat zij er niet was, zat ik verlangend te wachten tot ik haar zang weer kon horen. Wellicht was het net zoiets als een ‘Stockholm-syndroom’ (of in dit geval ‘Nachtegaal-syndroom’), maar het werkte wel.

Xian Zhang (conductor), Robert Lepage (director), Sybille Wilson (preparation regie), Carl Fillion (sets), Mara Gottler (costumes), Étienne Boucher (light), Michael Curry (marionnettes design), Martin Genest (marionnettes choreography), Caroline Tanguay (preparation marionnettes choreography), Philippe Beau (concept Chinese shadow puppets)

Ilya Bannik (De keizer van China), op de achtergrond Olga Peretyatko (De nachtegaal) © Monika Rittershuis

Het was de eerste keer dat ik haar live hoorde en ik werd door haar betoverd. Haar hoogte, haar coloraturen en het kwinkeleren met haar stem zijn onnoembaar goed, maar wat haar van haar andere coloratuur-collega’s onderscheidt, is het gehele plaatje. Zij beschikt over een formidabele middenregister en haar stem is goed gefocust.

Xian Zhang (conductor), Robert Lepage (director), Sybille Wilson (preparation regie), Carl Fillion (sets), Mara Gottler (costumes), Étienne Boucher (light), Michael Curry (marionnettes design), Martin Genest (marionnettes choreography), Caroline Tanguay (preparation marionnettes choreography), Philippe Beau (concept Chinese shadow puppets)

Edgaras Montvidas (De visser) © Monika Rittershaus

Edgaras Montvidas, die onder andere de Visser zong, heb ik al eerder gehoord, maar nu heeft hij mij voor het eerst echt overtuigd. Drievoudig bravo.

Xian Zhang (conductor), Robert Lepage (director), Sybille Wilson (preparation regie), Carl Fillion (sets), Mara Gottler (costumes), Étienne Boucher (light), Michael Curry (marionnettes design), Martin Genest (marionnettes choreography), Caroline Tanguay (preparation marionnettes choreography), Philippe Beau (concept Chinese shadow puppets)

Yuri Vorobiov (De bonze), Nabil Suliman (De kamerheer), Elena Semenova (De kokkin) © Monika Rittershaus

Maryam Sokolova en Elena Semenova (verschillende rollen) waren zeer overtuigend en ook Ilya Bannik (de Keizer) deed het meer dan voortreffelijk.

Al met al een fascinerende voorstelling. Kon het niet tijdens de kerst geprogrammeerd worden? Een betere en mooiere familievoorstelling kan een mens zich niet voorstellen.

Trailer van de productie:

 

Igor Stravinsky
De nachtegaal en andere fabels
Olga Peretyatko, Edgaras Montvidas, Ilya Bannik, Maryam Sokolova, Elena Semenova, e.a.
Residentie Orkest en Koor van De Nederlandse Opera olv Xian Zhang.
Regie: Robert Lepage.

Bezocht op 12 januari 2012 in Het Muziektheater – Amsterdam.

 

Le Rossignol et la Rose

 

The Rake’s Progress als theater van het lach

Paul Appleby (Tom Rakewell0, Nick Shadow (Kyle Ketelsen), figuranten

Foto: Copyright (c) DNO/Monika Rittershaus

Stravinsky’s The Rake’s Progress behoort tot de meest opgevoerde opera’s die gecomponeerd werden in de twintigste eeuw. Deels ligt het aan de aanstekelijke, toegankelijke muziek, deels aan het grote publiek aansprekend moralistisch verhaal. Met een goede regisseur – en een nog betere vormgever – kun je zeker zijn van een daverend succes.

Ook in het Amsterdamse Muziektheater kon men van een daverend succes spreken. Het publiek was uitzinnig, men kwam niet meer bij van het lachen, men vrat het rauw. John Lanting zou tevreden zijn geweest.

Ik vond het maar niets en daarin ben ik, vrees ik, één van de zeer weinigen. Ik behoor – denk ik – tot de één van de drie, vooruit vier, mensen (meer gelijkgestemden kwam ik niet tegen) die er niet van hebben genoten…
Waarom niet? Omdat het verhaal – en de muziek van Stravinsky – onrecht werd aangedaan.

De zangers waren goed (al kon het beter), maar het orkest speelde middelmatig (de dirigent gaf niet goed aan, volgens mij) en de productie was verschrikkelijk over de top, waarbij de regisseur totaal voorbij was gegaan aan de clou van het verhaal. Alle angels waren er uit en van het woord ‘tragikomisch’, want dat is het werk in het echt, werd het eerste deel van het woord weggepoetst.

Het begon al door de rol van Baba de Turk aan een countertenor in travestie te vertrouwen. Dat klopt niet. Stravinsky heeft het niet zo bedoeld. In zijn opera hoort Baba gezongen te worden door een mezzosopraan en ik denk dat Stravinsky toch echt wist wat hij wilde!

Andrew Watts (Baba the Turk) en Paul Appleby (Tom Rakewell)

Andrew Watts (Baba the Turk), Paul Appelby (Tom) Foto: Copyright (c) DNO/Monika Rittershaus

Het eerste wat ik dacht toen hij/zij opkwam was: was Conchita Wurst niet beschikbaar? Het effect zou hetzelfde zijn geweest..  het zingen wellicht ook. Nu: het publiek vrat het! De lachsalvo’s volgden elkaar in rap tempo op en toen de diva met haar tieten ging zwaaien (dat doen queers immers altijd, toch?) kwamen de mensen niet meer bij. Lachuh! Dat is heel erg verkeerd, want Baba is niet om te lachen. In feite is zij een tragische figuur die nu door de regisseur om zeep werd geholpen. Ik noem het karaktermoord.

Geen cliché werd ons bespaard, dus maakte de diva haar entree met een hondje. Een Pekinees! Hoe verzin je dat! En wat deed het kind daar? Wie was zij überhaupt? Was zij het kind van Baba? Was zij haar jonge alter ego? Best mogelijk, best mogelijk ……

Over andere ‘vondsten’ doe ik er het zwijgend toe, maar het veilen van het meisje (nog steeds op de bühne aanwezig) kon ik echt niet grappig vinden

Koor van De Nationale Opera, met op de voorgrond Julia Bullock (Anne)

Foto: Copyright (c) DNO/Monika Rittershaus

Muzikaal viel er veel meer te genieten, maar ook daar kan ik maar niet echt enthousiast over worden.

Paul Appleby (Tom Rakewell) en Kyle Ketelsen (Nick Shadow)

Paul Appelby en Kyle Ketelson Copyright (c) DNO/Monika Rittershaus

Paul Appelby (Tom Rakewell) kon mij goed overtuigen. In zijn interpretatie was Tom een naïeve, suffige domkop die maar niet zo goed snapte wat hem overkwam. Het is alleen jammer dat hij de sulligheid tot het eind heeft gehanteerd, want in de laatste scène wilde ik meer emoties in zijn stem kunnen horen, meer ‘madness’. Maar ik denk dat de akoestiek van het Muziektheater hier (ook) parten heeft gespeeld. Het was alles behalve optimaal.

Julia Bullock (Anne)

Julia Bullock (Anne) Foto: Copyright (c) DNO/Monika Rittershaus

Julia Bullock (Anne Truelove) is een verrukkelijke sopraan met een mooie, lieve stem, zeer ontroerend in zijn lyriek. Haar smeekbedes waren hartbrekend. Helaas is haar instrument aan de kleine kant waardoor niet alle nuances goed hoorbaar waren.

Paul Appleby (Tom Rakewell) en Kyle Ketelsen (Nick Shadow)

Paul Appelby (Tom) & Kyle Ketelosn (Nick) Foto: Copyright (c) DNO/Monika Rittershaus

Kyle Ketelsen (Nick Shadow) kon mij niet helemaal overtuigen. Voor een echte duivel miste hij eenmaal de gevaarlijke aantrekkelijkheid, dat – niet zo kleine – ‘iets’ wat maakt dat je je aan zo’n iemand totaal kunt overgeven en daar ook nog eens blij om wordt. Wat overigens ook in het libretto staat. Zijn bariton is rond en warm maar ik wil in die rol wat meer kruid horen, meer peper. Dat McBurney hem als een ambtenaar heeft uitgedost wilde ook niet helpen.

rakes_progress_142

Julia Bullock, David Piitsinger, Kyle Ketelson & Paul Appelby Foto: Copyright (c) DNO/Monika Rittershaus

David Pittsinger (Truelove) was voor mij de echte ster van de avond. Zijn stem is groot en resonerend waardoor hij niet alleen goed hoorbaar was maar ook al de nuances in zijn zang fantastisch wist over te brengen.

Voorgrond: Alan Oke (Sellem (veilingmeester)) en Koor van de Nationale Opera

Alan Oke (veilingmeester) en Koor van de Nationale Opera Copyright (c) DNO/Monika Rittershaus

Allen Oke zette een fenomenale veilingmeester neer, waarbij hij en passant ook les in acteren ten beste gaf.

Hilary Summers was een aardige maar niet echt overtuigende Mother the Goose. Haar interpretatie paste beter bij een moeder dan bij een bordeelmamma.

Evan Hughes (Keeper of the Madhouse/Nick Shadow II) wist mij met zijn grootse en een kruidige bariton zeer te imponeren wat mij een verzuchting heeft ontlokt: zong hij maar de duivel!

Over Andrew Watts (Baba The Turk) kan ik kort zijn: het was een gruwelijke vergissing. Ik reken het de arme countertenor niet aan, tenslotte deed hij wat de regisseur van hem verlangde. Dat de rol niet voor zijn stemtype was geschreven waardoor zijn tessitura niet toereikend was? Peanuts, toch? Moet kunnen…..

Ook over het koor kan ik kort zijn: geweldig! Alleen voor hun prestaties is het beslist de moeite waard om de opera te bezoeken!

Het orkest speelde goed, maar de echte bezieling ontbrak. Het was allemaal een beetje braaf, een beetje gewoontjes. Zeker vóór de pauze, want daarna, toen er wat minder te lachen viel, werd ook de orkestklank beter. Overigens: ik denk niet dat het aan de musici van het Nederlands Kamerorkest lag, (denk alleen al aan de schitterende trompetsolo van Ad Welleman!), de schuldige was ongetwijfeld Ivor Bolton. Er kwam zo ontzettend weinig inspiratie van hem af! Stravinsky – of je er van houdt of niet – is ‘all about ritme’ en laat dat nou hetgene te zijn wat ik het meest miste.

rakes_progress_133

Andrew Watts, Kyle Ketelson, Julia Bullock, Paul Appelby & David Pittsinger Copyright (c) DNO/Monika Rittershaus

De moraal van het verhaal (denk aan Don Giovanni! Stravinsky kende heus zijn klassiekers!) werd door de protagonisten vóór de bühne gezongen en dus voor de bezitters van slechte(re) kaartjes waarschijnlijk niet te zien. Net als minstens een derde van de hele opera. Was er werkelijk niemand die de regisseur op de verschillen – ook in de akoestiek, maar niet alleen – tussen Aix-en-Provence en de Stopera kon attenderen?

Trailer van de productie:

Igor Stravinsky
The Rake’s Progress
Paul Appelby, Julia Bullock, Kyle Ketelsen, David Pittsinger, Hilary Summers, Andrew Watts, Allan Oke, Evan Hughes
Koor van De Nationale Opera en het Nederlands Kamerorkest het olv Ivor Bolton
Regie: Simon McBurney

Discografie: IGOR STRAVINSKY: THE RAKE’S PROGRESS. Discografie