Stel je voor: je bent jong, mooi en heimelijk verliefd op een revolutionair, die op zijn sterfbed ligt. Jullie verhouding is ‘not done’ en een huwelijk uitgesloten. Je woont in een kleine stad, waar geen toekomst voor je is.
Op een dag dient zich een prins aan. Het is waar: hij is oud en versleten. Zijn baard en snor zijn vals, hij draagt een pruik en is een beetje kinds. Maar hij is rijk en eigenlijk best aardig. Van zijn geld kun je je geliefde naar de Spaanse zon sturen, waar hij beslist beter zal worden. En als de prins sterft staat niets je meer in de weg om te huwen wie je wilt. Hiervoor wil je je toch best opofferen, nietwaar?
Marja Alexandrowna is een sluwe vrouw. Zij weet hoe zij haar dochter Sina zo ver kan krijgen, dat zij instemt met haar plannetje om de prins aan de haak te slaan (al is het met tegenzin). De prins krijgt een forse maaltijd voorgeschoteld, rijkelijk besprenkeld met wijn. Sina zingt een aria, de prins krijgt nog een likeurtje toe, en ja hoor: hij vraagt om Sina’s hand. Helaas, alles loopt in de soep.
Paul, een ver familielid van de prins en verliefd op Sina, en Nastassja, een arme verwante van Marja Alexandrowna en zelf in de prins geïnteresseerd, gooien roet in het eten.
Als de prins van zijn dutje ontwaakt neemt hij gaarne van Paul aan dat zijn aanzoek slechts in een droom plaats vond. Intussen zorgt Nastassja er voor dat alle dames van het stadje van het voorval op de hoogte worden gebracht. Moeder en dochter worden uitgelachen, Sina biecht het vooropgezette plan toe, de prins vergeeft het haar en vertrekt. En intussen sterft Sina’s geliefde.
De Verlobung im Traum is een bijzondere opera. De handeling is gevat in een raamvertelling. Het verhaal wordt ons verteld door een archivaris van Mordasov. In de proloog stelt hij de hoofdpersonen aan ons voor, in de epiloog horen wij hoe het met Sina en haar moeder verder afloopt. Het verhaal, letterlijk naar Dostojewski’s Ooms droom werd tot een libretto verwerkt door Rudolf Fuchs en Rudolf Thomas.
Trailer van de uitvoering in Karlsruhe in 2014:
Verlobung im Traum werd in 1933 onderscheiden met de Staatsprijs voor de Compositie en in hetzelfde jaar werd het ook uitgevoerd: eerst voor de Praagse Radio en een paar maanden later in het Duitse Theater in Praag. Georg Szell dirigeerde en Hilde Konetzny zong Sina. Het succes was groot, maar verdere uitvoeringen waren uitgesloten. Het was immers al 1933.
De muziek is nergens atonaal, men bespeurt sterke invloeden van Poulenc, maar ook Mahler komt om de hoek kijken. Krása strooit rijkelijk met jazz invloeden en de saxofoon neemt een prominente plaats in het orkest. Het meest opmerkelijk is wellicht het ‘wraak-duet’ aan het eind van de eerste akte: een ironische vervanging van het gebruikelijke ‘liefdesduet’?
Anda-Luise Bogsa zingt Sina:
En dan hebben wij nog ‘Casta Diva’: Sina, in haar poging om de prins te verleiden zingt de prachtige aria uit Bellini’s Norma. In plaats van het oorspronkelijke koor, krijgen wij een kwintet: de moeder, de prins en de achter het scherm afluisterende Nastassja en Paul leveren elk hun commentaar op Sina’s gezang.

Hans Krása in Teresienstadt tijdens een concert gedirigeerd door Karel Ancerl
De in 1899 geboren Krása was een echte bon-vivant. Zijn dagen bracht hij door in het koffiehuis, in de opera of schakend met zijn vriend Thomas. Voor het componeren bleef weinig tijd over.
Op uitnodiging van zijn geestverwanten van Les Six verbleef Krása korte tijd in Parijs, maar de heimwee naar Praag was sterker. Hij keerde terug naar zijn vaderland, net op tijd om naar Teresienstadt gestuurd te worden. Op 17 oktober 1944 werd hij in Auschwitz vergast, samen met o.a. Pavel Haas en Gideon Klein.
“Das schönste sind im Leben diese Träume, die erfüllen, was unerfüllbar ist”
Hans Krása
Verlobung im Traum
Christianne Berggold, Charlotte Hellekant, Juanita Lascarro, Jane Henschel, Albert Dohmen e.a.
Ernst Senff Chor Deutsches Symphonie-Orchester Berlin olv Lothar Zagrosek
Decca 4555872
Meer over ‘Theresienstadt- componisten’:
Entartete Musik, Teresienstadt en Channel Classics
PAVEL HAAS door het Kocian Quartet
“Ich möcht so gern nach Haus!”: Anne Sofie von Otter zingt liederen van ‘Theresienstadt componisten’
Rudolf Karel, een ‘Theresienstadt componist’ die vrijwel niemand kent