Tekst: Peter Franken

In 2011 zag ik de reprise van de prachtige productie van Krzysztof Warlikowski voor De Munt met een fenomenale Médée van Nadja Michael. Tien jaar later bekeek ik een opname van de voorstelling die op dvd is uitgebracht.
Muzikaal is deze de minste van de vijf Medea’s die ik in het theater heb gezien en vooral gehoord. Maar theatraal staat hij bovenaan. Het is mogelijk dat de kwaliteit van de opname hier ook meespeelt. Op de opname is het orkest, Les Talens Lyriques onder leiding van Christophe Rousset, aanvankelijk nauwelijks hoorbaar, niet meer dan wat zacht amorf geluid. Pas in de derde akte komt het goed tot zijn recht en is ook duidelijk het gebruik van periode instrumenten waarneembaar.
De zangers zijn allemaal uitgerust met een microfoontje om de gesproken teksten duidelijk hoorbaar te maken. Die dialogen zijn overigens heel kort gehouden en nieuw geschreven in eigentijdse taal, heel effectief.
Het toneelbeeld komt zoals gebruikelijk bij Warlikowski voor rekening van Malgorzata Szczesniak. Over de gehele breedte wordt gespeeld, links en rechts zijn ‘muren’ terwijl de achterwand bestaat uit afhangende spiegelende kunststof panelen.
Erachter is echter ook nog een flink stuk van het toneel wat zichtbaar wordt zodra men het verlicht. De wand blijkt half lichtdoorlatend te zijn. De huwelijksscène van Iason en Dircé speelt zich daar af, treffend genoeg met een katholieke priester die de ceremonie voltrekt.

Links op het toneel staat het enige echte rekwisiet, een ladenkastje dat zowel door Dircé als Médée wordt gebruikt als persoonlijk territorium. Verder alleen een paar klapstoelen.
Médée komt onopvallend via een zijdeurtje het podium op en gaat op zo’n stoeltje zitten. We hebben dan al geruime tijd meebeleefd hoezeer Dircé aan twijfels ten prooi is. Wie zegt dat Iason niet ook haar zal verlaten na enige tijd, wat is er precies met Médée gebeurd, ze voelt haar aanwezigheid in haar lijf en dat maakt haar bang.

De twee bruidsmeisjes, uitgemonsterd als look alikes van de zus van Kate Middleton tijden haar huwelijk met William, hebben hun handen er vol aan om Dircé zover te krijgen dat ze zich tenminste laat kleden voor de ceremonie. En dan zit Médée daar plotseling, Dircé’s vleesgeworden nachtmerrie.

Médée verschijnt als Amy Winehouse look alike, in een glimmend zwarte plastic jas en enorm hoog opgetast en lang afhangend zwart haar, uiteraard een pruik. Ze neemt onmiddellijk het gehele toneel in bezit, zonder van haar plaats te komen. Creon bijt zijn aanstaande schoonzoon toe dat hij dit probleem snel moet ‘oplossen’ en het gehele Corinthische hof trekt zich terug achter de spiegelwand.
Médée begint haar strijd om Iason voor zich terug te winnen. Als eerste trekt ze die jas uit waaronder ze een vergelijkbare nauwsluitende mouwloze jurk draagt die duidelijk een aantal tatoeages op de armen laat zien. Als vrouw is Dircé geen partij voor dit oermens dat door roeien en ruiten gaat om haar doel te bereiken.

Iason is dan ook niet lang tegen haar opgewassen en hoewel de tekst na Iasons afwijzing vooral bestaat uit dreigementen over en weer ligt het voormalige koppel aan het einde van de scène rollebollend op het toneel. Voor het daadwerkelijk tot seks komt herpakt Iason zich echter en loopt weg, maar ‘opgelost’ is er niets.
Médée ontdoet zich van haar ‘oorlogskostuum’: pruik af, jurk uit. Nu is ze donkerblond en gekleed in een zwart onderjurkje, nerveus rondlopend op het toneel ten prooi aan vertwijfeling. Deze afloop was vermoedelijk iets waar ze helemaal geen rekening mee had gehouden. De toeschouwer kiest als vanzelf haar kant, temeer daar dat huwelijk met Dircé niet meer is dan een manier voor Iason om een nieuw thuis en veilige omgeving voor zichzelf en zijn zonen te regelen. Liefde, laat staan hartstocht en begeerte, komt er niet aan te pas.
