Frank-van Aken

Eva-Maria Westbroek and her Sieglindes

In the MET ©Ken Howard

Aix-en-Provence 2007



In July 2007, Die Walküre  premiered in Aix-en-Provence, an extraordinary event. Not only was it Simon Rattle’s (and Aix’s) first Ring, it also marked a truly sensational debut of ‘our’ Eva-Maria Westbroek at the festival.


Stéphane Braunschweig’s production was highly ingenious, with lots of glass and steel. And yet nowhere did he break with tradition. Wotan (a beautiful, very humane and fragile Willard White) was very much like a spectator from the very first scene, literally watching everything and everybody and sort of playing a game of Stratego with his ‘pawns’ at the beginning of the second act.

The young Mikhail Petrenko (Hunding) bore a strong resemblance to Putin, adding to the grim character of his role.

After a firm start, Rattle kept the orchestra supple and light. It gave the beautifully sung ‘Winterstürme’ by Robert Gambill an almost belcanto-like character, and the love duet that followed sounded naturally innocent.

Eva-Maria Westbroek and Robert Gambill


Westbroek’s voice – radiant, voluminous and yet very lyrical – has thousands of nuances, giving a different colour to all of her character’s feelings (love, sadness, joy, innocence and longing) (BelAir BAC 034).




Bayreuth



In 2009, Opus Arte recorded Christian Thielemann’s complete Ring in Bayreuth and released it on CD a year later (OA CD900B D). I was particularly happy with it. The sound was superb and the scoring phenomenal, with Eva-Maria Westbroek in Die Walküre as Sieglinde and Endrik Wottrich as Siegmund.

©Enrico Nawrath


Fortunately, Opus Arte released the production on CDs, because I understood from reviews, reports and excerpts that the production was a total failure. In fact, it was so bad that the audience was too tired to boo.


The circumstances were not optimal either. Lars von Trier returned the assignment to direct the Ring at the last minute, so the job ended up in the hands of Tankred Dorst. And Dorst is a renowned playwright but he is not an opera director.
Tankred_
So can anyone tell me why Opus Arte still recorded Die Walküre on DVD in 2010 (OA 1045 D)? Albert Dohmen (Wotan) and Linda Watson (Brünnhilde) are good and Thielemann conducts beautifully, but a year earlier they had also been present. Edith Haller was promoted from Helmwige to Sieglinde, which I have reservations about. Johan Botha (Siegmund) is a matter of taste.



Frankfurt 2010

On 28 April 2012, two Dutch stars sang like angels in Die Walküre at New York’s Metropolitan Opera. At the side of his wife Eva-Maria Westbroek, Frank van Aken made his unexpected debut at the famous opera house as a last-minute substitute.

Frank van Aken and Eva-Maria Westbroek in the MET ©Ken Howar

Anyone listening to BBC 3 could witness it (no, NTR was not there). There was no recording made of it, although I have every confidence in the pirates.

© Monika Rittershaus

It was not the first time that the Westbroek/Van Aken couple performed as Siegmund and Sieglinde. In 2010, they sang the roles to huge acclaim in Frankfurt. Oehms (OC 936) recorded the performance live and we should be very happy about that. Not only because our star singers were finally immortalised on CD – and then together! – but also because of the truly fantastic music and singing



.

Susan Bullock was a truly irresistible Brünhilde and Terje Stensvold an impressive Hunding. Big part in the success was also conductor Sebastian Weigle.



https://www.operaonvideo.com/die-walkure-frankfurt-2012-weigle/

New York 2013



Westbroek also featured in the Metropolitan Opera’s new production of the Ring (the one with ‘the machine’). Her Siegmund was sung peerlessly by Jonas Kaufmann and Deborah Voight was a radiant Brünhilde.

Jonas Kaufmann as Siegmund and Eva-Maria Westbroek as Sieglinde in Wagner’s “Die WalkŸre.”
Photo: Ken Howard/Metropolitan Opera




Westbroek sings ‘Du bist der Lenz’:



Robert Lepage was the director and as such also responsible for the machine that occasionally faltered. (Near) accidents also happened – fortunately all with a happy ending. But just imagine… The production won the ‘classical Grammy’ in the opera category. Rightly so? Opinions are divided on that.



Plácido Domingo interviews Westbroek and Kaufmann:


Frank van Aken zingt de kluizenaar in Simplicius Simplissimus

Tekst: Peter Franken

In 2005 stond dit werk van Karl Amadeus Hartmann op het programma in Stuttgart. Een opname is op dvd uitgebracht door Arthaus.

Hartmann (1905-1963) was vóór 1933 nog maar weinig succesvol geweest. Hij probeerde zijn carrière onopvallend voort te zetten en daarbij zo min mogelijk contacten met de nieuwe muziekwereld te maken. Later verklaarde hij in ‘innere Emigration’ te zijn gegaan. Opvallend genoeg kreeg Hartmann betrekkelijk veel vrijheid om naar het buitenland te reizen om festivals te bezoeken en contact te maken met collega’s.

Herman scherchen

Ook de relatie met dirigent Hermann Scherchen werd nooit verbroken, de socialistische avant garde musicus die zich in Zwitserland had gevestigd. Via Scherchen probeerde de componist zijn bestaande werken in het buitenland uitgevoerd te krijgen maar die liet het vooral bij beloftes. Door een hartafwijking voor te wenden kon Hartmann zich aan militaire dienst onttrekken en na de oorlog maakte hij carrière als iemand die zich had verzet tegen het regime.

von Grimmelshausen

In 1934/35 componeerde Hartmann Simplicius Simplissimus, een operadrama met veel gesproken teksten op een libretto van Hermann Scherchen, Wolfgang Petzet en de componist naar de gelijknamige roman van Jakob von Grimmelhausen. Het betreft de jeugdjaren van Simplicius, aanvankelijk een onbenul, en speelt zich af tijdens de Dertigjarige Oorlog. Die lag al ver in het verleden dus dat was wel een geschikt onderwerp om impliciet de nodige kritiek op de actuele situatie in Duitsland te leveren.

Of Scherchen die veilig in Zwitserland zat de bedoeling had het werk buiten Duitsland uit te voeren, is niet bekend. Het bleef in elk geval in een la liggen en ging pas in 1948 in première. De muziek is niet opvallend modern en met de duidelijke anti oorlogsboodschap was de componist tot begin 1939 waarschijnlijk wel weggekomen bij Goebbels. Maar Hartmann gaf kennelijk de voorkeur aan zijn leven in de luwte.

Een spreker geeft bij aanvang uitleg over de context van het verhaal. In 1618 woonden er 12 miljoen mensen in Duitsland, in 1648 waren er nog maar 4 miljoen over. In die setting groeit de reine Tor Simplicius als eenzaam weeskind op. Hij moet bij een boer schapen hoeden en daarbij vooral blijven zingen om ‘de wolf’ af te schrikken. Vervolgens wordt hij door een huursoldaat (Landsknecht) meegenomen, nadat natuurlijk eerst de boer is omgebracht. De jongen wordt achtergelaten bij een kluizenaar (Einsiedel) die hem twee jaar onder zijn hoede neemt en wat kennis van het leven bijbrengt waaronder de christelijke grondbeginselen.

Maar dan besluit deze man dat hij geroepen is te sterven, hij graaft zijn eigen graf en draagt Simplicius op zijn lichaam te bedekken met de uitgeschepte aarde. De ‘wolf’ en deze grafscène kunnen worden opgevat als allegorie voor Hitler en de innere Emigration. Maar het komt natuurlijk wel gewoon uit de roman van Grimmelhausen.

De wijzer geworden jongen belandt daarna aan het hertogelijk hof waar hij iedereen belerend toespreekt en daarmee wegkomt doordat de machthebber hem tot hofnar benoemt. Als de oorlog ook het hof bereikt komt iedereen om het leven behalve Simplicius. In de roman staat hij nog maar aan het begin van zijn carrière als ronddolende avonturier maar daar hebben Scherchen en Hartmann geen boodschap aan. Zij hebben hun punt genoegzaam gemaakt, het nieuwe regime deugt niet en als er oorlog uitbreekt zijn we allemaal ten dode opgeschreven.

Het werk is een operadrama, toneel en opera ineen. Ook de leden van het orkest krijgen zinnen te declameren. Aan het einde van de eerste akte klinkt een orkestraal intermezzo waarin Bachs koraal ‘Nun ruhen alle Wälder’ te horen is, aangevuld met verwijzingen naar onder meer Stravinsky en Prokofjev. Een tweede intermezzo, de ‘Drei Tänze der Dame’ begin derde akte klinkt bijna ‘Heimatachtig’, opgewekte dansmuziek. Alles bijeen komt het weinig consistent over en op enig succes bij het publiek zou Hartmann in 1935 zeker niet hebben kunnen rekenen. Waarschijnlijk is dat de belangrijkste reden geweest om het ‘voor de bureaula’ te maken, niet de mogelijke afkeuring door de censuur.

De enscenering die Christof Nel voor Stuttgart verzorgde oogt tamelijk basaal, vooral ook door het simpele decor van Karl Kneidl. De kostumering van Silke Willrett is eenvoudig eigentijds.

De titelrol wordt zeer overtuigend vertolkt door mezzo Claudia Mahnke, zowel vocaal als fysiek een inspannende ervaring die ze uitstekend weet te doorstaan. Michael Ebbecke is een prima Landsknecht die helaas in de derde akte met een machinegeweer loopt te zeulen.

Mijn aandacht ging primair uit naar de bijdrage van Frank van Aken. De tweede akte draait vrijwel volledig om hem en zijn omgang met Simplicius. Zijn Einsiedel wordt getoond als een literator, hij zit voortdurend achter een typemachine als hij even niet hoeft te zingen. Vocaal is van Aken hier op zijn best, goede keuze om de rol hier met zo’n schitterende tenor te bezetten in plaats van een bariton wat soms ook gebeurt.

De overige rollen zijn adequaat bezet. We horen het Staatsorchester en het Staatsopernchor Stuttgart. Kwamé Ryan heeft de muzikale leiding.

https://arthaus-musik.com/en/dvd/music/opera/media/details/Simplicius_Simplicissimus.html

Fotomateriaal © A T Schaefer, Stuttgart