Fanny_and_Alexander

Lieneke Effern:  Mijn mooiste vijf voorstellingen van 2024

2024 was een jaar vol schitterende momenten, maar er zijn vijf voorstellingen die extra indruk hebben gemaakt.

1. Fanny and Alexander – De Munt, Brussel


In december bezocht ik de opera Fanny and Alexander in de prachtige Muntschouwburg in Brussel. Deze productie bracht alle kunstvormen samen: zang, toneelspel, muziek en een adembenemend toneelbeeld. Ik was heel blij dat Thomas Hampson de rol van de bisschop vertolkte in een over de hele linie geweldige cast. Dit was opera in zijn meest meeslepende vorm, een ware triomf van het muziektheater.

2. Verklärte Nacht – Schönberg – Concertgebouw


Arnold Schönbergs Verklärte Nacht is een meesterwerk op zich, maar het Concertgebouworkest bracht het naar een nieuwe hoogte onder de bezielende leiding van Klaus Mäkelä. In de zaal hing een betoverende sfeer: elke noot leek geladen met emotie, en het orkest transporteerde het publiek naar een andere wereld. Toen de laatste klanken vervaagden, bleef de zaal in een diepe stilte gehuld. Een onvergetelijke avond

https://www.concertgebouw.nl/concerten/5216512-klaus-makela-dirigeert-mahler-bij-het-concertgebouworkest

3. Rusalka – Staatsoper Berlin


In de Staatsoper Berlin beleefde ik een prachtige uitvoering van Dvořáks Rusalka. Christiane Karg blonk uit in de titelrol. Haar zang was niet alleen technisch perfect, maar vooral doorleefd en ontroerend. Elk gebaar, elke noot vertelde het tragische verhaal van de waternimf die verlangt naar de liefde van een mens. Haar fenomenale acteerprestatie maakte de ervaring extra intens. De rest van de bezetting was ook van zeer hoog niveau.

4. Billy Budd – Wiener Staatsoper


Benjamin Brittens Billy Budd zag ik in de Wiener Staatsoper. Gregory Kunde schitterde als Captain Vere, een rol die hij onvergetelijk maakte met zijn subtiele tekstbeleving en vocale kracht. De opera is een verhaal over loyaliteit en morele dilemma’s, en deze productie wist die thema’s uitstekend over te brengen. Een opera die nog lang nadreunt.

5. Alma Quartet met Santa Vizine en Klaus Mäkelä – Kamermuziekprogramma


Het Alma Quartet, samen met altvioliste Santa Vizine en cellist Klaus Mäkelä, bracht een indrukwekkend kamermuziekprogramma ten gehore. Op het programma stonden Korngolds Sextet in D en Schuberts Strijkkwintet in C, D956. De musici wisten de essentie van deze werken perfect te vangen, wat zorgde voor een avond vol muzikaal vakmanschap en intensiteit.

Foto’s “Behind the scenes” © Lieneke Effern



TOP-5 VAN 2024 VAN GER LEPPERS

Eigenlijk wist ik al voordat op 1 januari de eerste noot van het Nieuwjaarsconcert uit Wenen had geklonken wat mijn muzikale top-ervaring van het jaar zou worden: de reprise van de fabelachtige ‘Jenufa’-productie van Opera Ballet Vlaanderen, geregisseerd door Robert Carsen. In die verwachtring ben ik niet teleurgesteld. De enscenering van Janaceks meesterlijk opera had niets aan kracht ingeboet, en ook muzikaal was de avond een genot.

Wél verrassend was voor mij het werk dat als nummer 2 op mijn lijstje zou belanden: de wereldpremière van de opera ‘Fanny and Alexander’ in de Brusselse Munt. Het soort muziek dat componist Mikael Karlsson schrijft, is doorgaans niet erg aan mij besteed, het onderwerp sprak me vooraf nauwelijks aan, maar eenmaal in de zaal kostte het geen enkele moeite om me aan het drie uur lange werk over te geven.

De concertante uitvoering van ‘Alice in Wonderland’ van Unsuk Chin in de Zaterdagmatinee van het Amsterdamse Concertgebouw mag in dit lijstje zeker niet ontbreken.

Ook aan de prachtig verzorgde productie van Glucks ‘Iphigénie en Tauride’ zal ik met plezier blijven terugdenken. Een reprise ervan is altijd welkom.

Ik ben altijd een groot liefhebber geweest van de laatste twee symfonieën van Willem Pijper, en betreur het dat ze niet veel vaker te horen zijn. Aan het begin van dit jaar lag ik weken met één been in het gips op de canapé. Op het web ontdekte ik toen een fraaie uitvoering van Pijpers derde door het Nationaal Jeugdorkest onder leiding van Ed Spanjaaard. Het concert dateert van 2020, maar het heeft mij dit hele jaar lang begeleid. Daarom was het voor mij toch een hoogtepunt van 2024.

‘FANNY AND ALEXANDER’ IN DE MUNT

Tekst: Ger Leppers

In het voorjaar van 1987 kocht ik mijn eerste abonnement op de operavoorstellingen in de Brusselse Muntschouwburg. Sedertdien heb ik er heel wat wereldpremières gezien, want daar is men in de Belgische hoofdstad kwistig mee. Nieuwe opera’s van Boesmans, Hans Werner Henze, Jan van Vlijmen, Pierre Bartholomée, John Casken en vele anderen kwamen voorbij, en altijd haalde men daar in Brussel alles uit de kast om van zo’n allereerste voorstelling een succes te maken.

Voor ‘Fanny en Alexander’, de nieuwe opera van de Zweedse componist Mikael Karlsson, geldt dat misschien nog wel meer dan voor de meeste andere premières.

Het werk is gebaseerd op de gelijknamige, laatste film van de Zweedse regisseur Ingmar Bergman (1918-2007). Het is een werk van Wagneriaanse lengte: meer dan drie uur. In de latere televisieversie duurt ‘Fanny en Alexander” zelfs nog langer: Wikipedia klokt af op 312 minuten. En een tweede bioscoopversie, uit 2019, zelfs op 317 minuten.

Ingedikt en bewerkt tot een opera levert het een voorstelling op van iets meer dan drie uur, inclusief de pauze. Het verhaal speelt zich af in drie verschillende ruimten, die ieder gekenmerkt worden door muziek met een eigen karakter.

Het eerste tafereel speelt zich af tijdens de Kerstviering in de artistieke familie Ekdahl, ergens in de jaren twintig of dertig van de vorige eeuw. Er worden grapjes gemaakt, cadeautjes uitgepakt, het jongetje Alexander ziet hoe zijn vader een glaasje te veel drinkt en een bevlogen speech afsteekt. In een volgende scène zijn wij getuige van de dood van die vader, enkele dagen nadien, tijdens een repetitie van ‘Hamlet’.

Een goed jaar later is de moeder van Alexander en Fanny hertrouwd met de sinistere bisschop Edvard Vergerus. De muziek, die in de eerste scène warm en vaak tonaal was, en soms zelfs niet vrij van bonhomie, is in deze scènes veel harder en scherper, want de bisschop is een hardvochtige, egocentrische man die verlangt dat moeder en kinderen hun vorige leven geheel opgeven en zich naar zijn grillen voegen. Voor mishandeling van de ongezeglijke Alexander deinst deze dienaar van Gods woord niet terug.

Dankzij de koopman Isak Jacobi weten de kinderen aan de greep van de bisschop te ontkomen. In het huis van de Jacobi’s heersen fantasie en vrolijkheid. Ismael – een kleine maar zeer markant gezongen en gespeelde rol van de prachtige countertenor Aryeh Nussbaum Cohen – heeft zelfs spirituele gaven, zo ontdekt Alexander: Ismael kan zijn gedachten lezen.

De bisschop komt om wanneer hij, door een slaapmiddel verdoofd, met een ongelukkige beweging zijn huis in brand steekt. Enige tijd later viert de familie Ekdahl opnieuw Kerstmis, en verwelkomt een nieuwe baby.

Mikael Karlsson schreef hierbij een vaak stuwende, gemakkelijk in het gehoor liggende, transparant georkestreerde muziek, die mij regelmatig aan de vroege John Adams – die van ‘Nixon in China’ – deed denken, met dankbare partijen voor het slagwerk en voor de blazers. Aan het orkest waren nog een 47 verspreid in de zaal luidsprekers opgesteld, die moesten zorgen voor een ‘surround effect’. Tegen het slot van de opera leverde dat wel een paar bijzondere klankmomenten op, maar meestentijds was ik zonder dit effect niet minder gelukkig geweest. De zanglijnen volgende tekst op voet, en zijn daardoor goed te verstaan maar doorgaans nogal recitatief-achtig van karakter.

Twee absolute wereldsterren verleenden hun medewerking aan de opera – een bewijs dat de Munt de zaken grondig aanpakt. De één was de bariton Thomas Hampson, die een prachtige, sinistere, egocentrische, sadistische  bisschop speelde die virtuoos allerlei geloofsvoorschriften aanwendt om zijn wil door te zetten. De andere was Anne Sofie von Otter, die de – kleine – rol van slaafse, geïntimideerde huishoudster van de bisschop tot in de puntjes verzorgd speelde en zong.

Maar de ster van de avond, vocaal niet minder dan als acteur, was de 15-jarige Jay Weiner, in de behoorlijk grote rol van Alexander. Sinds zijn achtste zingt hij in de Kinder- en jeugdkoren van de Munt, en hopelijk zullen wij nog veel van hem horen.

Dat deze opera na afloop van de voorstelling onthaald werd op een langdurige staande ovatie is ook te danken aan de regie van Ivo Van Hove – wat mij betreft was het de meest geslaagde operaregie die ik van zijn hand gezien heb.

De diverse scènes van ‘Fanny en Alexander’ hangen, zoals u uit de samenvatting van het plot vermoedelijk al heeft kunnen opmaken, tamelijk los aan elkaar. De opera komt betrekkelijk traag op gang, en in het gedeelte voor de pauze was de dramatische ontwikkeling van het verhaal niet echt onontkoombaar.

Maar door het uiterst precieze acteren en de zeer knappe videoprojecties zat men toch vanaf de eerste maten op het puntje van de stoel. Met name de sterfscène van Alexanders vader, waarin videoprojecties een close-up van de gelaatsexpressie gaven, en zo de cinema even met het toneel deden versmelten,  was een hoogtepunt van de voorstelling. Ook het tafereel waarin de bisschop omkomt in de vlammen was adembenemend geënsceneerd. Mijn vader zei het al: in de opera gaat er niets boven een goeie sterfscène. In dat opzicht sluit ‘Fanny en Alexander’ waardig aan bij de eeuwenoude tradities van het genre.

Muziek:                                              Mikael Karlsson
Libretto:                                             Royce Vavrek

Muzikale leiding:                              Ariane Matiak
Regie:                                                Ivo Van Hove
Decor en belichting:                          Jan Versweyveld
Kostuums:                                         An D’Huys
Video:                                                Cristopher Ash
Dramaturgische voorbereiding:         Peter Van Kraaij

Helena Ekdahl:                                  Susan Bullock
Oscar Ekdahl:                                    Peter Tantsis
Emilie Ekdahl:                                   Sasha Cooke
Fanny:                                                Lucy Penninck
Alexander:                                         Jay Weiner
Bisschop Edvard Vergerus:               Thomas Hampson
Justina:                                              Anne Sofie von Otter
Isak Jacobi :                                       Loa Falkan
Ismaël :                                              Aryeh Nussbaum Cohen
Aron :                                                Alexander Sprague
Carl Ekdahl :                                      Justin Hopkins
Lydia Ekdahl :                                   Polly Leech
Gustav Adolf Ekdahl :                       Gavan Ring
Alma Ekdahl:                                    Margaux de Valensart
Paulina :                                            Marion Bauwens
Esmeralda :                                       Blandine Coulon

Symfonieorkest van de Munt

Voorstelling gezien op 8 december 2024

Productiefoto’s :  © Matthias Baus.