Eleonore_pameijer

Symphonova: Forbidden Music elektronisch Regained

Tekst: Neil van der Linden

Ik kan mij voor mijn hoofd slaan omdat ik door een vergissing zeven van mijn acht eigen iPad-opnamen van dit concert heb gewist. Eén heb ik nog, en die heb ik op Youtube gezet: Jiskor (In Memoriam) van Hans Krieg (1899 – 1961; in Duitsland geboren, ondergedoken in Nederland en later in Nederland gebleven), door Symphonova onder directie van Shelley Katz met als soliste Channa Malkin.

(NB Er werd aangekondigd dat Channa Malkin een verkoudheid had opgelopen en dus niet helemaal bij stem was. Dat is misschien alleen een beetje in de hoogte te horen.)

Ik was afgekomen op het idee een symfonisch concert mee te maken en het was ook een symfonisch concert. Maar op het podium van de Theaterzaal van het Amsterdams Conservatorium, waar de 2024 editie van Forbidden Music Regained plaats vond, stond geen orkest opgesteld. Afgezien van Channa Malkin in twee stukken voor sopraan en orkest was er verder maar één persoon te zien, dirigent Shelley Katz.

Symphonova is namelijk een computer met software die op geleide van de gebaren van een dirigent symfonieorkestklanken genereert. De instrumenten zijn ‘gesampled’, ‘live’ per noot en intonatie opgenomen, en opgeslagen in een computer. De dirigent heeft een elektronische armband rond zijn rechterpols en een elektronisch element in zijn dirigeerstok. Daarmee stuurt Katz met dirigeerbewegingen de computer aan zoals je een orkest aanstuurt.

Een kruising tussen de Theremin, het nu bijna een eeuw oude elektronische instrument dat met handbewegingen in de lucht wordt bediend, “De Handen”, het principe dat Michel Waisvisz in 1984 ter wereld bracht en een mellotron (het met analoge bandjes werkende strijkorkest dat beroemd werd door King Crimson, Genesis, Yes en de Moody Blues), maar dan allemaal digitaal.

Het geluid wordt weergegeven door speakers, in dit geval vier wonderschoon vormgegeven elektrostatische luidsprekers en een stuk of wat andere speakers. Zoals Katz vertelde kan naar wens voor verschillende klankspectra worden gekozen, in dit geval de akoestiek van de Weense Konzertverein.

Dat was heel toepasselijk, want bijna alle muziek van het programma hoorde thuis bij het idioom van de Oostenrijks-Duitse muziektraditie. Zij het dat het in alle gevallen ging om componisten die door de Nazi’s verboden werden. Leo Smit en Robert Hanf zijn door de Nazi’s in Sobibor en Auschwitz vermoord, de anderen zijn direct of indirect als gevolg van de Nazipolitiek in de vergetelheid geraakt.

Nee, de Symphonova klinkt vooralsnog niet volmaakt als orkest. Dat merk je met name bij de inzetten van de strijkers en het uitsterven van noten. Dan klinken ze nog steeds een beetje als synthesizer-strings. Bij het weergeven van houtblazers en koper heeft het geluid de neiging dicht te slibben. Verder spelen de verschillende groepen ‘te’ gelijk. Ik sprak met Shelley Katz na afloop over het idee om instrumentengroepen op natuurlijke manier niet spat-synchroon te laten lopen, zoals bij een orkestuitvoering altijd wel gebeurt, ervan afgezien dat je daar te maken hebt met verschillende afstanden tussen instrumentgroepen en publiek in verschillende delen van de zaal.

Wat nu het belangrijkst is dat dankzij Symphonova werken ten gehore kunnen worden gebracht die anders niet of nauwelijks te horen zijn. Dat geldt voor elk van de werken die op het programma stonden. En wel op een manier die toch het door de componist beoogde klankbeeld benadert.

Neem het eerste stuk van het concert, de Epiloog voor Orkest van Johanna Bordewijk-Roepman, 1892-1971, die – niet Joods – weigerde lid te worden van de Kultuurkamer. Er is een Youtube opname van met Symphonova. Ik kan de lezer verzekeren dat de klank bij de uitvoering in Amsterdam en zelfs die van mijn eigen registratie daarvan nog veel mooier was dan op deze YouTube link. Het werk is in elk geval in recente jaren niet uitgevoerd.

Na de oorlog nam Bordewijk-Roepman zitting in de Ereraad voor de Muziek, waar ze de werken van ‘foute’ collega’s beoordeelde. Velen hebben haar dat kwalijk genomen en zijzelf denkt dat dat de uitvoering van haar werk na de oorlog sterk heeft beïnvloed. Hopelijk kan de aandacht van Symphonova ertoe bijdragen dat haar werk weer vaker wordt uitgevoerd. Als het al epigonistisch zou zijn luisterde Bordewijk-Roepman goed naar het geluid van haar tijd, niet ultra-modernistisch, maar zeker niet reactionair; mooi zwaar gedragen laatromantisch, toch wel eigen.

Dat eigene geldt ook voor de Suite voor Orkest van Leo Smit. Een beetje impressionistisch en post-impressionistisch Frans, maar toch eigen speels.

De klaterende passages met fluiten, piccolo’s en hoog slagwerk slibben ook hier akoestisch dicht, maar laten wel het weidse klankspectrum van Smit horen.

Prelude from Suite for Orchestra by Leo Smit
Arranged by Bob Zimmerman:

Forlane from Suite for Orchestra by Leo Smit arrangement Godefroy Devreese:

Rondeau from Suite for Orchestra by Leo Smit arrangement Godefroy Devreese:

Er was ook een deel uit de muziek van Rosy Wertheim (1888 – 1949) voor het toneelstuk Lanceloet.

Op deze opname klinkt de muziek echt tamelijk mechanisch, dat was tijdens het concert anders. Dat geldt ook voor het Andante uit de Serenade voor Orkest van Robert Hanf (Amsterdam 1894 – Auschwitz 1944), een werk ergens tussen Frans en Duits in, in de somberte ervan toch heel eigen:

Jammer dat ik ook hiervan mijn iPad-opnamen niet meer kan delen.  En dat geldt ook voor Preludium van Robert Kahn (1865 –1951), een componist die op tijd naar Engeland wist te ontkomen. Net zo mooi als Strauss’ Vier Letzte Lieder, zoals Symphonova samen met Chana Malkin liet horen. Terwijl Kahn na zijn vlucht naar Engeland een vrijwel anoniem bestaan leefde en de wrange ironie wil dat de Vier Letzte Lieder uitgerekend in 1950 in Londen in première ging, nadat het Strauss gelukt was gerehabiliteerd te worden.

Gelukkig is er een opname van:

Maar Channa Malkin deed het echt nog veel mooier, verkouden of niet.

Hier is de eerdere ‘officiële’ opname van Hans Kriegs In Memoriam

Website met meer informatie over Symphonova en een vergelijkbaar concert in Londen:

© P. Menco

Buiten stond een bewaker. Want er was hoog bezoek, de burgemeester. Tijdens het festival kreeg Eleonore Pameijer, één van de oprichters van de Leo Smit Stichting en het Forbidden Music Regained festival, van Femke Halsema de Frans Banninck Cocqpenning van de stad Amsterdam uitgereikt, “voor haar grote inzet voor muziek van Joodse componisten die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vervolgd en vermoord.”

https://www.npoklassiek.nl/klassiek/podium/08471eda-0c74-4745-b723-dc3580dd3722/frans-banninck-cocqpenning-voor-eleonore-pameijer

Gezien: 30 november, Forbidden Music Regained Festival in het Conservatorium van Amsterdam

De honderdste uitgave van de Leo Smit stichting

Vervolgde Nederlandse componisten in de Tweede Wereldoorlog

Verboden componisten komen weer uit de vergetelheid tijdens een prachtige tentoonstelling in het Stadsarchief van Amsterdam

De Leo Smit Stichting eert vier componisten.

From the bottom of my heart

Songs of Love & Exile – A Sephardic Journey

Muziek uit een andere wereld: Szymon Laks

Laks portret

Szymon Laks ca. 1965 © André Laks

Hoeveel zelfs doorgewinterde muziekliefhebbers hebben ooit van Szymon Laks gehoord? Laat staan van zijn muziek? Het lot is voor de Pools-Franse componist ongenadig geweest. Dankzij de muziek heeft Laks de hel van Auschwitz overleefd, na zijn gevangenneming werd hij als dirigent van het kamporkest ingesteld.

Laks book

Daar heeft hij een boek over geschreven, waarna hij bekend is geworden als de ‘Kapelmeester van Auschwitz’. Buitengewoon pijnlijk. Zoals zijn zoon André het formuleerde: het is dan wel waar dat zijn vader een deel van zijn leven door de muziek heeft overleefd, maar hij leefde ook en misschien voornamelijk voor de muziek.

Ruth Klüger, een beroemde schrijfster, Germaniste én Holocaust-overlevende in haar boek ‘Verder leven: een jeugd’: “Het woord Auschwitz heeft tegenwoordig een krachtige lading, zij het een negatieve, die in hoge mate bepaalt hoe je denkt over een persoon die er gezeten heeft… Maar zo simpel is dat niet, want wat jullie ook denken mogen, ik kom niet uit Auschwitz, ik kom uit Wenen”.

Laks archief André Laks

© Archiv André Laks

Szymon Laks kwam niet uit Auschwitz, hij werd in 1901 in Warschau geboren. In 1926 vertrok hij naar Parijs om daar zijn muziekstudie af te ronden. Hij studeerde bij Pierre Vidal en Henri Rabaud en al gauw maakte hij deel uit van de zogenaamde ‘Parijse School’. Een groepering die voornamelijk uit jonge Oost-Europese componisten – denk aan Bohuslav Martinů en Marcel Mihalovici – bestond en waar de componisten zoals Honegger, Milhaud en Poulenc het voor het zeggen hadden.

Deze Franse School met zijn formele structuren en neoklassieke lijnen heeft Laks, zeker in zijn vroege werken beïnvloed, maar zijn oeuvre was voornamelijk sterk geworteld in de Poolse traditie. Poolse muziek, zowel de klassieke als de volksmuziek was voor hem de grootste inspiratiebron.Laks deportatie

In mei 1941 werd Laks opgepakt en als buitenlandse Jood geïnterneerd in Pithiviers. Van daaruit werd hij op 16 juli 1942 naar Auschwitz gedeporteerd. In 1944 werd hij overgeplaatst naar Dachau en na zijn bevrijding keerde hij terug naar Parijs.

 

Laks document

Vóór de oorlog werkte Laks in de bioscopen als begeleider van stomme films, hij speelde ook viool in cafés. Na de oorlog schreef hij, op enkele stukken na eigenlijk alleen maar filmmuziek. In 1962 pakte hij het componeren weer op, maar lang heeft het niet geduurd.

Lakas szymon_andre_paulina_lask

Szymon Laks met zijn vrouw en zoon © © Archiv André Laks

In 1967 zette Laks een punt achter zijn componistenleven. Daar is de Zesdaagse Oorlog van invloed op geweest, alsook de daarop volgende grote antisemitische golf in Polen. Hij vertrouwde zijn zoon toe dat muziek componeren in zijn ogen totaal geen zin meer had. De gebeurtenissen in het Midden Oosten en de antisemitische hetze in Polen betekenden voor Laks dat het bestaan van het Joodse volk opnieuw bedreigd werd. De exodus van de laatste Poolse Joden in 1968 heeft hem niet alleen verbitterd maar ook zijn depressie-aanvallen, waar hij al een tijd aan leed, verergerd.

Szymon Laks was een geassimileerde Jood die zich meer Pool dan Jood voelde. Zijn werken van vóór de oorlog werden dan ook niet beïnvloed door de Joodse traditie, iets wat kort na de oorlog veranderde. In 1947 componeerde Laks zijn liederencyclus ‘Huit Chants Populaires Juifs’ en kort erna schreef hij toneelmuziek bij “Dem sjmiets techter’ van Peretz Hirschbein.

ARC ENSEMBLE

Laks

Het Canadese ARC Ensemble is al een paar jaar bezig met de serie ‘Music in Exile’. Na de eerste twee delen met de muziek van Paul Ben -Haim en Jerzy Fitelberg (de laatste werd genomineerd voor de Grammy-award), hebben ze nu hun deel drie aan de muziek van Szymon Laks gewijd.

Alleen al voor het vierde strijkkwartet uit 1962 is deze cd het aanschaffen meer dan waard. Het ritmische werk verraadt sterke, in een classicistische vorm gegoten jazz- invloeden. Diverse stijlen staan hier broederlijk naast elkaar zonder dat ze met elkaar mengen. Denk aan passanten in een park die elkaar hartelijk groeten, een paar woorden met elkaar wisselen en dan weer hun eigen weg vervolgen. Fascinerend.

Hoe anders dan zijn ‘Poolse’ derde strijkkwartet uit 1945, die het Canadese Ensemble in de versie uit 1967 voor pianokwintet heeft opgenomen! Het kwintet is minder serieus van toon, het is bij vlagen zelfs niet meer dan puur entertainment. Poolse volksdeuntjes gaan hier hand in hand met dansante passages, alleen blijft de tijd af en toe even stilstaan en je zo de kans te geven om een traantje weg te pinken.

Passacaille’ uit 1945 is eigenlijk een vocalise, oorspronkelijk gecomponeerd voor zang (of cello) met pianobegeleiding. Het stuk wordt hier uitgevoerd door een klarinet, een keuze die ik als minder gelukkig bestempel, een klarinet klinkt immers minder warm dan een menselijke stem. Simon Wynberg, de artistieke directeur van het ARC Ensemble beschouwt het werk als Laks’ reactie op zijn kampervaringen, alsof hij zijn ervaring hier in de muziek wilde vatten. Of het inderdaad zo is? Ik wil het graag geloven.

Passacaille, hier in de versie voor cello en piano:

Bijna alle werken beleven hier hun cd-première maar dat deze opname echt een must have is ligt aan meer factoren. Dat de kwaliteit van de zo lang zo verwaarloosde muziek hoog is staat buiten kijf, alsook de uitstekende prestaties van de musici. Beschouw het kopen van deze cd als een verlate genoegdoening voor de componist die meer was dan een ‘kapelmeester van Auschwitz’.

ARC Ensemble neemt werken van Laks op:

 

LEO SMIT ENSEMBLE

Laks Pameijer

Mocht u wat meer van Szymon Laks willen horen: het Leo Smit Ensemble heeft al een paar jaar geleden een cd met werken van Laks opgenomen (Future Classics 111), waaronder ook de Huits Chantsa Populaires Juifs. Ook de Passacaille staat er op, hier in de versie voor fluit en piano, meesterlijk gespeeld door Eleonore Pameijer en Marcel Worms


 

SZYMANOWSKI QUARTET

Laks Szymanowski

Zeer aanbevolen is ook de recente opname van het Poolse Szymanowski Quartet (Avi 8553158). Behalve het derde strijkkwartet op de Poolse thema’s van Laks uit 1945, staat er ook het strijkkwartet van Ravel en het Nocturne & Tarantella op.28 uit 1915 van Karol Szymanowski op. Het is fascinerend om hun vertolking van het ‘Poolse kwartet’ met de bewerking voor het pianokwinten door het ARC Ensemble te vergelijken.


Apple Republic Films is een paar jaar geleden begonnen met een serie documentaires over Pools-Joodse componisten: de Masters Revival Series. In 2012 maakten ze samen met de zoon van de componist een film over Szymon Laks:

Zie ook:

PAUL BEN-HAIM
JERZY FITELBERG
DIE PASSAGERIN (Пассажирка)

English translation:
SZYMON LAKS. MUSIC OF ANOTHER WORLD