Il matrimonio segreto van Domenico Cimarosa is enigszins in de vergetelheid geraakt. Jammer, want het is een heerlijk niemendalletje.
Vaak wordt het de componist verweten dat zijn opera een slap aftreksel van de komische werken van Mozart zou zijn, maar dat is mijns inziens gewoon lariekoek. Natuurlijk zijn er Mozarts invloeden waarneembaar, maar zijn stijl is onmiskenbaar Italiaans en vergelijkbaar met die van een Galuppi, Paisiello of Piccinini. Daarbij wijst Cimarosa al richting Rossini vooruit.
Wist u trouwens dat Il Matrimonio Segreto wellicht de enige opera in de geschiedenis is, die ná de première in zijn geheel gebisseerd moest worden, maar niet vóór de componist en de hele cast op een copieuze maaltijd werden onthaald?
DANIEL BARENBOIM
Barenboim gaat terug naar af en – of je het wilt of niet – brengt je terug bij Mozart. De ouverture klinkt al alsof het een voorspel tot een bewerkte Cosi fan tutte is. Ik weet niet of ik het mooi vind. Prachtig gespeeld, dat wel, maar ook een beetje zwaar.
Arleen Auger is een heerlijke Carolina, maar haar zuster en tante (resp. Julia Varady en Julia Hamari) vind ik iets te nadrukkelijk aanwezig. Wat ook aan de tempi van Barenboim kan liggen. Dietrich Fischer-Dieskau doet het verrassend goed als Geronimo. Weliswaar meer een ‘conte’ dan een ‘buffone’, maar toch.
Hieronder zingt Fischer-Dieskau ‘Udite, tutti udite’:
Ryland Davies is een fatsoenlijke Paolino, maar ik mis de zon in zijn stem. De opera werd in 1975 opgenomen en is oorspronkelijk op DG uitgebracht. Mijn exemplaar komt van Briljant Opera Collection (93962)
GABRIELE BELLINI
Toen de Reisopera nog Opera Forum heette werd er veel aandacht aan belcanto besteed. In 1991 bracht het gezelschap een zeer genietbare uitvoering van Il matrimonio segreto op de planken. Dankzij het label Arts (hopelijk nog verkrijgbaar) werd de opname wereldwijd uitgebracht.
Het Orkest van het Oosten onder leiding van Gabriele Bellini speelt zeer lichtvoetig en sprankelend. Hun lezing bevalt mij meer dan die van Barenboim.
William Matteuzzi (Paolino) was in die tijd één van de pioniers in het herontdekken van de belcantostijl. Toen zeer verrassend, nu al een beetje gedateerd, maar alleszins het beluisteren waard.
Susan Patterson is een beetje schreeuwerige Carolina, maar Gloria Banditelli is een verrukkelijke Fidalma. Het geluid is niet geweldig, maar hé: het is een echt Nederlands product! (Arts 471172)
Hieronder een fragmentje:
GIOVANNI ANTONINI
De Opéra Royal de Wallonie in Luik is zeer geliefd bij liefhebbers van traditionele opera-uitvoeringen. De productie van Il matrimonio segreto uit 2008 is dan ook een voorbeeld van ouderwetse pracht. Alle ingrediënten zijn er en je hebt geen ondertitels nodig om te snappen waar het over gaat. Bij vlagen is het voor mij net iets te karikaturaal (de uitdossing van Elisetta gaat echt te ver!), maar het is ontegenzeggelijk leuk!
De oudgediende Alberto Rinaldi is een grappige Geronimo en Mario Casi is een (letterlijk) zeer aantrekkelijke graaf. Aldo Caputo (Paolino) klinkt zeer aangenaam, maar de ster van de voorstelling is de zeer sprankelende Carolina van Cinzia Forte. Zeer te spreken ben ik ook over de directie van Giovanni Antonini. Misschien niet echt een top, maar wel mooi. (Dynamic 33631)
Hieronder een interview (in het Italiaans, zonder ondertitels) met de regisseur van de productie, Stefano Mazzonis di Pralafera:
LORIN MAAZEL
Deze productie van Die heimliche Ehe (ja, het is in het Duits) werd in 1967 opgenomen bij de Deutsche Oper Berlin. Tegenwoordig zou je de uitvoering ‘historisch verantwoord’ kunnen noemen. Althans wat de decors en kostuums betreft, want het Berlijnse orkest speelt natuurlijk op moderne instrumenten. De decors zijn enigszins in ‘bordkartonstijl’, maar de eenvoudige regie is zeer speels en zonder meer plezierig om naar te kijken.
Over de stemmen ben ik niet zo enthousiast, op Josef Greindl (Geronimo) na. Erika Köth vind ik te schel en te volwassen voor Carolina. De Elisetta van Lisa Otto is veel leuker. Donald Grobe is geen goede Paolino – zo kun je tegenwoordig muziek uit het tijdperk Mozart-Rossini niet meer zingen.
Bijzonder gecharmeerd ben ik wel van de jonge Lorin Maazel op de bok. In tegenstelling tot Barenboim houdt hij het orkest licht en sprankelend. (Arthaus Musik 101625)