Entertainment is geen vies woord, vindt David McVicar. En zo schiep hij voor Glyndebourne een voorstelling van Giulio Cesare waarop Joop van den Ende jaloers zou kunnen zijn.
De handeling is verhuisd naar het eind van de 19e eeuw, toen Egypte nog een Britse kolonie was, en de kostuums verraden Indiase invloeden. India herkennen we trouwens ook in bewegingen, dansjes en pasjes, die rechtstreeks uit Bollywood shows lijken te zijn overgenomen. Ook musical en variété zijn niet weg te zoeken, en alles schittert en spettert dat het een lieve lust is. Mij bevalt die aanpak wel, des te meer daar het ook theatraal goed in elkaar zit: McVicar heeft personages van vlees en bloed geschapen, en zijn mise-en-scène is werkelijk meesterlijk.
Tussen al dat gefeest, gedans en gelach is er ook plaats voor bezinning, en de droevige momenten worden zodanig uitvergroot, dat je er werkelijk bij stil moet blijven staan (Kleenex binnen handbereik!), zoals tijdens ‘Cara Speme’, het duet tussen Cornelia (Patricia Bardon) en Sesto (Angelika Kirschschlager). Deze hartverscheurende muziek wordt door beide zangeressen ontroerend mooi en in volkomen harmonie gezongen.
Nu moet ik toegeven, dat ik geen liefhebber van Danielle de Niese ben, en haar maniertjes om haar stem zwoel te laten klinken me ronduit irriteren, maar optisch is ze wel een pracht van een Cleopatra.

Danielle de Niese als Cleopatra © Tristram Kenton