Tekst: Peter Franken

Dit tweede deel van Donizetti’s Tudor trilogie stamt uit 1834. Het verhaal draait om de rivaliteit tussen de afgezette Schotse koningin die de Rooms Katholieke kerk trouw is gebleven en de Engelse koningin Elisabeth, de dochter van Henry VIII en Anna Boleyn.

Op het moment dat de (overigens niet historische) ontmoeting tussen beide koninginnen plaatsvindt, heeft Maria al een jaar of negen huisarrest. De bedoeling van de ontmoeting is dat ze zich ‘klein maakt’ voor de bijna 10 jaar oudere Elisabetta zodat deze de mogelijkheid heeft zich verzoenend op te stellen.
Dat loopt geheel anders, Elisabetta uit beschuldigingen en beledigingen waarop Maria explodeert en haar rivaal op haar beurt beledigingen in het gezicht slingert: bastaard, hoerenkind. Dat slaat op de positie van Anna Bolena, Elisabetta’s moeder, die na haar onthoofding in diskrediet werd gebracht waarbij tevens haar dochtertje tot bastaard werd verklaard.
De tweede akte speelt een jaar of tien later. Nadat Lord Cecil haar het doodvonnis heeft overhandigd gaat ze te biecht bij Lord Talbot die haar confronteert met een aantal wandaden uit haar inmiddels verre verleden. Daarna wacht Maria nog slecht de valbijl.

De Sferisterio in Macerata is een openluchttheater dat oorspronkelijk dienst deed als arena voor een traditioneel balspel. Het wordt thans gebruikt voor theatervoorstellingen en in 2007 was er een voorstelling van Maria Stuarda te zien die op dvd is uitgebracht.

Het toneel is breed en relatief ondiep. Pier Luigi Pizzi heeft daarom een decor ontworpen dat geïnspireerd lijkt op de tempel van Hatsjepsut in Luxor.

Op de voorgrond een lage afgeknotte trappenpiramide waarop een groot deel van de handeling zich afspeelt. Daarachter een tweetal hellingbanen die in tegengestelde richting oplopen en waarlangs grotere groepen spelers kunnen opkomen en afgaan. Op het einde is het schavot geplaatst daar waar de hellingbanen en de piramide zo ongeveer samenkomen. Pizzi is zoals gebruikelijk verantwoordelijk voor het volledige ontwerp van de productie en voert ook de regie. Hij heeft geopteerd voor periode kostuums, ziet er prachtig uit allemaal.

Elisabetta wordt vertolkt door de mezzo Laura Polverelli. Ik zag haar eerder in Luik als Bellini’s Romeo, mooie zangeres met een nog mooiere naam. Ze zet een uitstekende Engelse koningin neer, in de ontmoetingsscène met haar rijzweepje in Maria’s gezicht prikkend en haar afkeer van deze rivale de vrije loop latend. En mooi verzorgde zang natuurlijk.

De overige leden van de cast zijn mij onbekend. Zo ook de titelrol die in handen is gelegd van de coloratuursopraan Maria Pia Piscitelli. Wat ze laat horen sluit goed aan bij de diverse opnamen van deze rol die ik in mijn hoofd heb zitten maar hier en daar laat ze even wat weg of opteert voor een kleine vereenvoudiging. Het zij haar vergeven, ze acteert goed en zingt vol overtuiging, wat wil de toeschouwer nog meer op een warme augustusavond in een Italiaans openlucht theater?

De rol van Robert, de graaf van Leicester die tussen twee koninginnen gevangen zit en weinig ten goede kan uitrichten wordt zeer overtuigend vertolkt door tenor Roberto de Biasio, uitstekend optreden hoewel acterend een tikje larmoyant. Talbot bij wie Maria te biecht gaat bij gebrek aan een katholieke priester is een mooie rol van Simone Alberghini.
Alles overwegend vind ik dit inhoudelijk de mooiste van het drietal Tudor opera’s, zeker in de laatste akte waarin Maria’s einde zich aankondigt en ze daarmee in het reine komt. Het is van een ingehouden schoonheid zonder showaria’s. Verder geen liefdesdrama’s met rivaliserende koppels en ander gedoe maar een duidelijke clash tussen twee familieleden die elkaar het licht in de ogen niet gunnen, tout court. Dat verbale moddergevecht neem ik dan maar op de koop toe.
De productie kan bekeken worden op de site van Opera on video
https://www.operaonvideo.com/maria-stuarda-macerata-2007-poverelli-piscitelli/