Was Anna Nicole inspiratiebron voor Gürbaca’s Violetta?

TEKST: PETER FRANKEN

In 2011 ging een nieuwe opera van Mark-Antony Turnage (1960) in première bij de Royal Opera: Anna Nicole op een libretto van Richard Thomas. Net als bij Mozart en Da Ponte of Sullivan en Gilbert is het ook hier nauwelijks mogelijk de bijdrage van componist en tekstschrijver te scheiden.

Thomas is uitgegaan van het stormachtige leven van Anna Nicole Smith dat zich voornamelijk in de Verenigde Staten in de belangstelling van het grote publiek kon verheugen. Haar vroege dood door een ‘unintentional overdose’ riep al direct herinneringen op aan het tragische lot van Marilyn Monroe, een ander populair icoon dat korte tijd als een brandende fakkel enorm de aandacht trok om vervolgens als een waakvlam uit te gaan.

Thomas belicht een aantal scènes uit het leven van Anna Nicole te beginnen met haar jeugd in een of ander shithole in Texas als lid van een trailor trash gezin. Ze wordt als tiener zwanger, krijgt een zoon die door haar moeder wordt opgevoed en vertrekt naar Houston, de metropool van de Lone Star State. Daar komt haar carrière als lapdancer maar niet van de grond vanwege haar ‘breastproblem’. In dat beroep val je alleen maar op met tenminste cup E en ze laat zich door een siliconen specialist een nog grotere maat aansmeren. Think big, think F for fabulous. Bij vertrek krijgt ze pillen mee tegen de bijbehorende chronische rugpijn. Take two of these for the rest of your life. Het is het begin van een drugsverslaving die haar uiteindelijk een vroege dood zou bezorgen.

Maar dankzij die ‘fabulous tits’ weet ze wel een miljardair te scoren: J.Howard Marshall II. Die overlijdt echter al na een paar jaar, hij was ook al bijna 90 toen ze trouwden. En er is geen testament waarin haar de beloofde helft van zijn vermogen wordt nagelaten. En na tien jaar procederen is ze daar nog steeds geen stap verder mee gekomen, zo vertelt Anna aan Larry King als ze samen met haar lawyer Stern te gast is in diens show.

De opera gaat voorbij aan de episode als playmate en tv beroemdheid maar focust op de teloorgang die door Stern treffend wordt gekarakteriseerd als ‘the yardsale of your life’ waarin elk moment dat publiek zou kunnen trekken te gelde wordt gemaakt. Hij laat haar pijnkreten slaken voor betaal tv zogenaamd tijdens de weeën bij de geboorte van haar dochtertje, om gelijk maar het dieptepunt te memoreren. Als zoon Daniël een paar dagen na die geboorte overlijdt, eveneens aan een ‘unintentional overdose’ leidt dat feitelijk Anna’s dood in.

Zelfs wanneer je deze levensgeschiedenis ‘smaakvol’ in beeld zou brengen is de kwalificatie ‘ordinair’ al een eufemisme maar we zijn in Texas en dat maakt het natuurlijk nog een paar graden erger. In 2011 zou ik deze productie nog wel met een glimlacht hebben kunnen bekijken maar na de periode Trump en de definitieve teloorgang van het laatste restje respect dat ik voor ‘the American culture’ kon opbrengen is het niets minder dan een bezoeking. En doordat er zo goed wordt geacteerd is het helemaal niet meer om aan te zien. Zeer gemengde gevoelens derhalve.

In de eerste akte is een tweetal koren, vrouwen links, mannen rechts, prominent aanwezig om alles te becommentariëren. Anne’s moeder is de belangrijkste verteller, mooie rol van Susan Bickley en met al haar onvolkomenheden eigenlijk het sympathiekste personage. Stern komt te vroeg op, verkeerde akte, en wordt door het koor uitgemaakt voor een hele rits varianten op de duivel. ‘Anything else’ vraagt Gerald Finley sarcastisch. ‘Yoko Ono’ wordt er dan geroepen, een van de weinige subtiele grapjes te midden van Jerry Springer lowlife teksten. In vergelijking met deze productie is Bieito’s Mahagonny beslist smaakvol te noemen.

Party!

Turnage’s muziek leunt sterk op jazz. Er is niet voor niets een jazztrio aan het orkest toegevoegd onder aanvoering van drummer Peter Erskine. Verder klinkt het door die twee koren met hun strakke licht swingende tekstvoordracht regelmatig als een Broadway musical. Maar in de solo passages wordt duidelijk welke eisen er aan de zangers worden gesteld, geschoolde stemmen zijn absoluut noodzakelijk al is dat natuurlijk niet voor elk van de dertig rollen het geval.

Eva-Maria Westbroek is fenomenaal als Anna Nicole, vooral ook doordat ze haar personage acterend en soepel bewegend zo overtuigend weet te presenteren. Dat ze die rol goed zou kunnen zingen was iets waaraan niemand hoefde te twijfelen maar voor het overige doet ze nauwelijks onder voor een doorgewinterde Broadway artiest.

Finley kan prima uit de voeten als de gewiekste lawyer Stern en Alan Oke is zeer overtuigend als overjarige Marshall die na twee lange huwelijken gaat voor een derde, al was het maar om zijn kinderen te laten ‘dansen’ voor hun erfenis.

Aardige bijrol van Peter Hoare als Larry King die zogenaamde een verrassing heeft voor zijn gast: een rechtstreeks videoverbinding met haar honden, hier een stel bewegende poppen in Mickey Mouse stijl.

Anna Nicole Smith was na haar dood nog even ‘wereldnieuws’ maar inmiddels weet vrijwel niemand meer wie ze nu precies was. Na de reeks in Londen zijn er tot op heden dan ook maar weinig andere producties van dit werk geweest en ik verwacht niet dat daar veel verandering in zal komen. De opname die door Opus Arte op dvd is uitgebracht ervaar ik vooral al een bekrachtiging van het zeer negatieve beeld dat ik inmiddels van de Amerikaanse maatschappij heb gekregen.    

Trailer:

The making of:

     

                                                                                                                               

Plaats een reactie