Tekst: Peter Franken
In 1990 verkeerde Cheryl Studer in haar wonderyears waarin ze de successen aaneen reeg. Zo trad ze dat jaar zowel in de Staatsoper Wien als tijdens de Bayreuther Festspiele op als Elsa in Wagners Lohengrin, een rol die haar op het lijf geschreven was.

Arthaus bracht een opname op dvd uit van een voorstelling in de Staatsoper die bijna als muzikale benchmark zou kunnen dienen. De titelrol is in handen van een indrukwekkende Plácido Domingo en naast Studer treedt er een topcast aan met Robert Lloyd als Koning Heinrich, Hartmut Welker als Telramund en Dunja Vejzovic als Ortrud. Als Heerrufer is George Tichy te horen.
De productie van Wolfgang Weber is rechttoe rechtaan, alles keurig volgens het boekje. Decors en kostuums ogen fantasie middeleeuws en als de belichting het weer eens toelaat ziet het er prachtig uit. Dat is wel een minpunt, het toneel wordt voortdurend erg donker gehouden. Voordeel is wel dat de kijker zich geheel op de tekst en de zang kan richten wat met de Duitse ondertitels natuurlijk goed lukt.
Zodoende dacht ik weer eens na over wat er eigenlijk met Elsa gaande is. Ze wordt van ontvoering en moord op haar broertje beschuldigd, een incident dat zich al een tijdje terug moet hebben voorgedaan gelet op het feit dat Telramund inmiddels met Ortrud is getrouwd. Dit zijn de middeleeuwen, het is een wonder dat Elsa überhaupt nog in leven is. Ook ten overstaan van Heinrich heeft ze feitelijk geen schijn van kans, totdat die kerel met die zwaan ineens komt opdagen.
Claudio Abbadao leidt koor en orkest van de Staatsoper in een topuitvoering. En de solisten betalen hem met gelijke munt. Hartmut Welker is een van de beste Telramunds die ik tot op heden heb beleefd. Meestal valt die rol me nogal tegen maar Welker overtuigt in spel en zang. Dunja Vejzovic is een creepy Ortrud die een groot deel van de tweede akte naar zich toe weet te trekken. Lloyd is bijna een luxe bezetting in de rol van de weinig standvastige koning. Heinrich is een opportunist en dat valt gemakkelijk op al zingt hij nog zo heldhaftig.

Domingo is een mooie Lohengrin maar ik speelde deze dvd voor het eerst in lange tijd weer eens af omwille van Cheryl Studer. Ze is een ideale Elsa, oogt kwetsbaar en wereldvreemd genoeg om haar personage herkenbaar gestalte te geven en zingt de sterren van de hemel. Ik was indertijd helemaal weg van die stem en weet nu weer precies waardoor dat kwam.
De eerste keer dat ik Cheryls stem hoorde was bij het afspelen van een cd met highlights van Tannhäuser onder Sinopoli, opgenomen in 1989. De eerste track was ‘Dich teure Halle’ en haar stem kwam als een klaroenstoot de kamer en blies me bijna van mijn sokken. Overweldigend, die eerste kennismaking. Ik heb die cd talloze malen afgespeeld, kon er niet genoeg van krijgen en nam me voor alles aan te schaffen waarop ze te horen was. Ik ben een heel eind gekomen.

Als Elsa in de productie van Werner Herzog voor de Bayreuther Festspiele van 1990 doet ze dit nog eens dunnetjes over. Ik vind haar hier nog mooier dan in die Weense productie. Sowieso is deze Lohengrin een stuk interessanter dan die van Weber.
Herzog neemt het romantische middeleeuwse gebeuren voor kennisgeving aan en brengt het zo goed en mooi mogelijk op het toneel. Hij gebruikt een toneelbeeld dat overigens op twee gedachten hinkt. Enerzijds toont hij de schamele overblijfselen van een kerk met gotische spitsbogen, het enige ‘gebouw’ op het toneel maar wel een directe verwijzing naar het christendom als ‘overwinnaar’. Anderzijds probeert hij recht te doen aan Ortruds weigering dit te accepteren, ze roept letterlijk Wotan en Freia aan. Om dat aannemelijk te maken wordt de bevolking getoond in een zo basaal mogelijke levensomstandigheid alsof we een paar eeuwen eerder zitten.
De gehele handeling speelt zich buiten af en bij het begin van de kerkscène in de tweede akte zien we personen gewoon buiten op de grond slapen. Het ‘dorpsplein’ wordt gemarkeerd door een stel megaliethen. Het liefst zou Herzog nog een paar druïden aan het geheel willen toevoegen, zo lijkt het. De strijd tussen de oude goden en het christendom is nog niet beslist, ‘is hanging in the balance’. Dat weerhoudt Henning von Gierke er niet van iedereen op en top gekleed er bij te laten lopen, een kleurrijk ‘mideleeuws’ geheel.
Verder ziet alles er een beetje somber uit, niet zozeer donker maar er is weinig tot geen zon te zien door de permanente nevel. Alleen als Elsa is getrouwd komt de zon even door, maar evengoed staat het bruidsbed gewoon weer buiten in de nacht. En als ze die Frage heeft gesteld begint het te sneeuwen.
Muzikaal staat deze uitvoering op een zeer hoog niveau. Behalve Studer laten ook de andere protagonisten zich van hun beste kant zien en horen.
Manfred Schenk is een welluidende Heinrich en Eike Wim Schulte een goede Heerrufer. Ekkehard Wlaschiha weet me aangenaam te verrassen met een zeer goede vertolking van Telramund. Soms vind ik hem wat ruw maar hier zingt hij een rol die hem past als een handschoen.
Gabriele Schnaut is een zeer felle Ortrud die in ‘haar‘ akte veel aandacht weet weg te halen bij Elsa, ook bij Telramund overigens. Paul Frey doet me een beetje denken aan Klaus Florian Vogt, in de verte dan. Mooi optreden van deze Canadese tenor. Koor en orkest spelen zonder meer weergaloos, met dank aan maestro Peter Schneider. Zeer de moeite waar om nog eens terug te luisteren.