Het tijdperk dat we interbellum noemen is aan Marc Albrecht toevertrouwd. Specifieker: Richard Strauss, daar is hij een kei in. Of het ook andere Strauss’ tijdgenoten geldt? Vaak wel. Zeker als de partituur een Duitse nuchterheid ademt. Maar nuchterheid, dat is juist iets wat je bij Zemlinsky niet tegenkomt, het is alsof hij nog nooit van dat woord heeft gehoord.
Zijn symfonische gedicht Die Seejungfrau, naar het sprookje van Hans Christian Andersen is meer dan een sprookje in notenschrift. Zemlinsky zou Zemlinsky niet zijn geweest als hij er geen extra lagen aan toe had gevoegd. Sehnzucht, om te beginnen. En de onverhulde erotiek.
De partituur was in de oorlog kwijtgeraakt. Althans: de drie delen werden van elkaar gescheiden en pas in de jaren tachtig van de vorige eeuw teruggevonden en aan elkaar toegevoegd. In 1986 werd de complete partituur door het Concertgebouworkest olv Riccardo Chailly uitgevoerd (het is toen ook door Decca opgenomen) en die uitvoering is voor mij nog steeds het ijkpunt. James Conlon met zijn toenmalige Gürzenich-Orchester uit Köln staat voor mij als de goede tweede.