Als u 6 juli 2011 niet in het Concertgebouw was, heeft u één van de beste uitvoeringen van Manon Lescaut gemist. Zomeropera Alden Biesen gaf Puccini’s opera aangrijpend vorm, met een glansrol van Barbara Haveman.
Eerlijk is eerlijk: voor de pauze had ik mijn bedenkingen. Het lag voornamelijk aan het geluidsniveau: ik vond het orkest te hard spelen, waardoor de zangers slecht te horen waren.
Daar werden voornamelijk de tenoren de dupe van: de licht lyrische Erik Rieger viel af en toe helemaal weg en van Mickael Spadaccini had ik de indruk dat hij zichzelf overschreeuwde. Mede daardoor vond ik ze een maatje te klein voor hun rollen.
Hoe onterecht! Na de pauze werd de balans tussen het orkest en de zangers ‘hervonden’ en er stond mij niets meer in de weg om te genieten en te treuren. En dat deed ik!
Met volle teugen genoot ik van het prachtige Zomeropera Orkest, dat voornamelijk bestaat uit muziekstudenten. Onder leiding van de meezingende Frederico Santi wisten ze een zinderend drama uit hun instrumenten te halen zonder de heerlijke Pucciniaanse ‘schmalz’ te vergeten en bij de Crisantemi, oftewel het Intermezzo tot de tweede akte, wiegden ze mij rechtstreeks de zevende hemel in.
Ik genoot van de zangers van het kleine Zomerkoor, die met hun denderend geluid de schijn van tientallen kelen wekten.

Scène uit Manon Lescaut (foto: Luk Monsaert).
Maar het meeste genoot ik van de solisten. Barbara Haveman heeft de rol van Manon al vaker gezongen, onder andere aan de Weense Staatsoper. Ik heb haar daar gehoord en was behoorlijk onder de indruk, maar gisteren heeft zij zichzelf overtroffen.

Barbara Haveman
Met huid en haar is zij in de persoon van de wispelturige heldin gekropen. Ze flirtte, had lief, verveelde zich, zij leed en stierf zoals een Puccini meisje betaamt – een onvergetelijke melodie zingend. Maar anders dan haar ‘zusters’ wilde ze niet in haar lot berusten: zij wilde niet dood en dat liet ze ons weten ook. Haveman heeft het goed begrepen. Haar schrijnende ‘Non voglio morire’ deed werkelijk pijn en wie het droog kon houden die heeft geen hart.
Mickael Spadaccini (Des Grieux) is een naam om in de gaten te houden. De jonge Belg (geboren te Charleroi) heeft al een behoorlijk repertoire opgebouwd, dat voornamelijk uit spinto rollen bestaat. Zijn stem is krachtig, zijn hoogte makkelijk en zijn timbre donker. Hij deed mij een beetje aan Mario del Monaco denken: heroïsch, maar dan met meer subtiliteiten. Ook in zijn spel was hij meer dan overtuigend.
Het is altijd leuk om de oudgediende Piet Vansichen (Geronte/Zeekapitein) tegen te komen. Weinig zangers kunnen zo ontzettend goed met hun rollen omgaan zoals hij: ontegenzeggelijk een echt bühnebeest, maar dan een met een bulderende stem, waarmee hij zowel komisch als dreigend (soms beide tegelijk!) uit de voeten kan.
Eric Rieger (Edmondo/Lantaarnopsteker/Dansleraar) heeft mij, na mijn afhankelijke aarzeling, volkomen overtuigd in al zijn drie rollen. Zijn stem is niet al te groot, maar dat hoeft ook niet – het contrast met Spadaccini werd er alleen maar beter door.
Emilio Marcucci was een aardige, niet echt hemelbestormende Lescaut, wat hij met zijn zeer prettige verschijning wist te compenseren.

Frank Van Laecke © Belgaimage
Ja, in Alden Biesen kunnen ze inderdaad met weinig middelen hele mooie voorstellingen maken. En het muzikale niveau is er -onverwacht- hoog. En de locatie in open lucht in de Landcommanderij is heel stemmig. Ik zag er reeds twee producties : een vindingrijke ‘Don Giovanni’ en een naar mijn smaak helaas te kluchtig opgevatte ‘Don Pasquale’. Dit jaar moest men er ‘Madama Butterfly’ geven maar dat is dus niet doorgegaan…
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, Stefan, Butterfly met Haveman.
IK heb ook hun Tosca op dvd, zo prachtig!
LikeLike
Mooie recensie van een fantastische avond waaraan ook ik hele goede herinneringen bewaar. Nu maar hopen dat die Butterfly (een roldebuut voor Haveman?) volgend jaar ook echt doorgaat.
LikeGeliked door 1 persoon