Indrukwekkend, ontzagwekkend, dramatisch. Het Grande messe des morts van Berlioz is dat allemaal. Groter dan groot, grootst. Overweldigend. Maar is het ook mooi? Ik heb er niets mee en als ik eerlijk mag zijn dan vind ik het werk gewoon bombastisch en megalomaan. Goed: er zijn momenten van verstilling en contemplatie, maar: te weinig, te schaars. Het ligt zonder meer aan mij, want veel van mijn collega’s beschouwen het werk als het beste requiem ooit gecomponeerd.
Berlioz componeerde zijn Dodenmis op verzoek van een Franse minister voor de herdenking van de soldaten die tijdens de Juli-revolutie van het jaar 1830 waren gesneuveld. Iets wat zonder meer een grote eer was voor de toen 33-jarige componist
Ik heb het werk, dat door veel mensen als Berlioz’ opus magnum wordt beschouwd nog nooit _live_ gehoord. Het staat ook niet al te vaak op het repertoire want het is geen sinecuur om de vereiste – ik citeer – “50 violen, 20 altviolen, 20 cello’s, 18 contrabassen, en een grote batterij hout- en koperblazers (met onder meer 12 hoorns en 8 fagotten. Daarnaast veel slagwerk (waaronder 10 spelers voor vier pauken) én vier extra koperensembles”. Tel nog 220 zangers er bij … Ik zei het al: megalomaan.
Dat was ook mijn voornaamste indruk na de – eerlijk is eerlijk – fantastische uitvoering door het Koninklijk Concertgebouworkest, twee top koren en een zoetgevooisde top tenor onder leiding van één van ’s werelds beste dirigenten, Antonio Pappano. Ik werd er onder bedolven, onder de klankmassa, waar de samenhang voor mij moeilijk te doorgronden was.
Niet, dat er geen momenten van bezinning in zitten. Zo werd ik zeer gegrepen door de het ‘Sanctus’, een van de weinig tere momenten die Berlioz in zijn werk heeft ingelast. En waarin de tenor evenzeer teer werd begeleid door zachte fluitklanken. Lang heeft het niet geduurd want al gauw kwamen de vrouwenstemmen en het ging weer donderen.

© Centre Stage Artist Management (CSAM)
De tenor van dienst was niemand minder dan de Mexicaanse startenor Javier Camarena. Iemand die ik alleen maar kende van de uitvoeringen van belcanto opera’s. Verrassend genoeg was hij hier uitstekend op zijn plaats, zijn waanzinnig mooi lyrisch geluid voelde als een balsem voor de door het lawaai aan flarden gescheurde ziel. Bij wijze van spreken dan. Verrassend genoeg wist hij ook nog eens boven het lawaai van het orkest en het koor uit te komen. Hulde!
Het Groot Omroepkoor en het Koor van de Accademia Nazionale di Santa Caecilia uit Rome waren een super de luxe mix. Het klonk alsof ze altijd al samen met elkaar hadden gezongen, zo homogeen en zo zuiver hadden ze geklonken. Petje af.

© Concertgebouw
Ik ga vanavond. Om 21.00 uur. Ben zeer benieuwd. Geen gemakkelijke kost. Hartelijke groeten van Joke
Verstuurd vanaf mijn iPhone
>
LikeGeliked door 1 persoon
Laat je mij weten hoe je het vond?
LikeLike
Vond het een geweldige avond en inderdaad een top tenor en een geweldig koor en orkest en Pappano schitterde op deze avond
LikeGeliked door 1 persoon
Inderdaad prachtige Tenor, zat tegen zijn grens. Toporkest.
Ik sprak iemand die vrijdag EN zaterdag was en…. ook 30 jaar geleden!
LikeGeliked door 1 persoon
Ik vraag mij af of het Concertgebouw wel een geschikte ruimte is voor deze muziek van Berlioz.
LikeLike