
Deelnemers aan het Summerschool © www.lafeenyx.com
Zo heb je niets, zo heb je een fiets: zo luidt mijn (zelf verzonnen!) geliefde gezegde. Soms is het culturele aanbod zo groot dat je niet meer weet waar je heen wilt. Maar, hoe moeilijk het ook niet is: kiezen moet je. Dus op de dag dat de meeste operaliefhebbers zich in het Amsterdamse Concertgebouw verzamelden om in een heuse Wagner marathon te worden ondergedompeld, spoedde in mij naar het Muziektheater waar een veel kleinschaliger, maar beslist niet minder interessante feest plaatsvond.
Na een week hard werken presenteerde een aantal jonge zangers zich met repertoire dat je nog steeds veel minder hoort dan de (zeker op onze podiums) dominerende Wagners. Want wees eerlijk: hoeveel Russische opera’s kent een gemiddelde operafan eigenlijk?
Het onvolprezen Internationaal Vocalisten Concours – dat veel meer doet dan het houden van een tweejaarlijkse zangcompetitie– organiseert sinds 2011 ook zogenoemde summerschools, waar zorgvuldig uitgekozen kandidaten zich in een bepaald repertoire en in bepaalde technieken kunnen bekwamen
Het begon allemaal met een Belcanto Summerschool in 2011, in 2013 gevolgd door de Wagner Academie. In 2014 werden, in samenwerking met De Nationale Opera, workshops Frans repertoire georganiseerd. En in hetzelfde jaar vond de ‘Mahler | Strauss Masterclass & Symposium’ plaats.
Nu werd er, wederom in samenwerking met De Nationale Opera, tijd en ruimte gemaakt voor de Russen. In het slotconcert in Amsterdam lieten maar liefst 21 jonge zangers horen hoe zij met de vermaarde ‘Russische ziel’ wisten om te gaan. Het resultaat was alleszins bevredigend, met een paar echte uitschieters.
De Russisch-Nederlandse zusjes Elnara en Gulnara Sfafigullina waren voor mij niet onbekend. Beiden heb ik al eerder met veel plezier gehoord. Zaterdag viel mij op hoe geweldig ze zijn gegroeid en hoe ontzettend professioneel ze inmiddels zijn geworden. Maar ook dat ze de grens van ‘jong getalenteerd’ al ruimschoots zijn gepasseerd.

Elnara Shafigullina als Zemfira in Aleko © Vanessa Fichter
Zeker voor Elnara geldt dat laatste. Met haar 35 jaar is ze het beginnersstadium ontgroeid en het verbaasde me dat ik haar hier bij een summerschool trof, en niet op het podium van één van onze operahuizen. Haar groots gezongen Zemfira (Aleko) was niet alleen prachtig om te horen, maar ook om te zien. In haar korte optreden wist ze haar personage – een mengeling van Carmen en Nedda – tot leven te wekken.
Gulnara zong en speelde een zeer overtuigende Tatyana (Jevgeni Onjegin), die wel een beetje overschaduwd werd door Oleksandra Didenko (Olga). De Oekraïnse beheerste de bühne vanaf het eerste moment dat ze opkwam. Maar net zo goed (en dat noem ik professionalisme) wist ze een stapje opzij te doen als haar collega’s aan de beurt waren. Eerder maakte ze overigens al indruk met een kort optreden als Milovzar in Pique Dame.
En dan was er nog de Oekraïnse Olena Kumanovska. De grote aria van Lisa (Pique Dame) zong zij met een grote, resonerende stem. In het duet met Pauline werd zij bijgestaan door de even indrukwekkende Belgische mezzo Sara Jo Benoot.

Olena Kumanovska en Sara Jo Benoot in een scène uit Pique Dame © Vanessa Fichter
Het was een beetje een ‘damesmiddag’, want het valt niet te ontkennen dat de vrouwen (allemaal!) superieur waren aan hun mannelijke collega-cursisten. Het is niet zo dat de mannen (waarvan twee eerder jongens dan mannen) slecht waren. Het is best mogelijk dat ze wat meer last hadden van de zenuwen. De door de 25-jarige Misha Gavriloff gezongen aria van Yeletsky voelde daardoor wat stijf aan. Mooi, maar een beetje saai.
De Koreaanse Boram Kim had zichtbaar minder last van zenuwen en wist de aria van Tomsky ook van goed acteerwerk te voorzien.
De Poolse bas Mateusz Hoedt liet in zijn lyrisch gezongen arioso van de Oude Man uit Aleko horen wat een belofte voor later hij is. Slechts 25 jaar en nu al zo’n prachtige diepte!!
Als een blok viel ik voor de charmes van Mikołaj Trąbka (Onjegin). De nog maar 23-jarige bariton heeft een charisma van hier tot Tokyo en stiekem bekroop mij het gevoel naar een zingende Hugh Grant te kijken. Zijn Onjegin had precies dat ‘etwas’ dat (jonge) mannen onweerstaanbaar maakt: een beetje onbeholpen, jongensachtige onschuld.

Mikołaj Trąbka © Vanessa Fichter
In aanloop naar de operafragmenten werden een paar liederen van Rachmaninov, Tsjaikovski en Moessorgsky ten gehore gebracht. In dat repertoire wist Sara Jo Benoot mij het meeste te bekoren.
Aangezien de meeste deelnemers Russisch, Oekraïens of Pools waren, kan ik niet goed beoordelen hoe goed de taalcoach haar werk heeft gedaan. Maar iedereen was goed te verstaan.
De begeleidende pianistes waren van wisselend niveau. Het meest gecharmeerd was ik van Polina Bogdanova (liederen), maar Liubov Orfenova, die de scènes uit Onjegin begeleidde, straalde de meeste power uit.
Het is nu wachten op de volgende editie van het IVC, over een paar weken. En op de volgende summerschool. Wellicht Verdi? Dat hoop ik!
Over de Belcanto Zomerschool van 2011
Internationaal Vocalisten Concours ‘s-Hertogenbosch 2014