Serenade

Vitězslav Novák: een romanticus pur sang

Novak

Stelt u zich voor: het is een mooie zomerdag en u dobbert in een bootje langs de mooiste oevers. Af en toe waait het, al stelt het niet veel voor. Uw gedachten dwalen af, uw ogen vallen dicht. U slaapt niet, maar toch bent u een andere wereld in gevaren, de wereld van poëzie, de wereld van Vítězslav Novák.

Novák (1870 –1949), leerling van Dvořak, is zijn leraar en meester altijd trouw gebleven. Zijn stijl werd voornamelijk gekenmerkt door de pure klankschoonheid. Hij was geen vernieuwer en zijn werken waren alles behalve baanbrekend, wellicht de reden voor de vergetelheid die hij zeker niet verdient. Novák was een romanticus pur sang. Hij hield van de natuur en de Tsjechische folklore, dat alles inspireerde hem tot het componeren van wat je een programmatische muziek zou kunnen noemen. Of, simpel gezegd: symfonische gedichten.

Der Korsar is gebaseerd op het gedicht van Lord Byron dat ook Verdi gebruikte in zijn Il Corsaro. Voor de ouverture Marysa werd Novák geïnspireerd door een toneelstuk van de gebroeders Alois en Wilhelm Mrstik, een tragisch verhaal over liefde en bedrog.

Serenade, wellicht Novák’s bekendste compositie, is precies dat, wat men onder de serenade verstaat: een ongecompliceerd, makkelijk in het gehoor liggend muziekwerkje dat in de zomeravonden buiten werd uitgevoerd.

Het Bergische Symphoniker onder leiding van Romely Pfund speelt heel erg mooi al had ik wat meer betrokkenheid, meer schwung willen horen.

Vitězslav Novák
Serenade, Der Korsar, Marysa
Bergische Symphoniker olv Romely Pfund
MDG 601 1159-2

Thomas Hampson & Maciej Pikulski: Serenade. Dat de cd zo waanzinnig mooi is ligt voornamelijk aan de pianist

Serenade-cover-1200x1193

Dat ik de cd zo waanzinnig mooi vind ligt voornamelijk aan de pianist. Maciej Pikulski, al sinds jaar en dag een vaste partner van veel vooraanstaande liedzangers toont zich hier een echte redder in nood.

Serenade Hampson Pikulski

Maciej Pikulski © The Arts Desk

Want, hoe graag ik ook zou willen, voor Thomas Hampson kan ik maar niet warm worden. Zijn stem is dunner geworden waardoor zijn vroeger o zo charmante warmte aan gloed heeft ingeboet, bovendien is zijn intonatie niet altijd zuiver.

Gelukkig zijn de liederen, ‘melodies’ zoals ze in het Frans heten, meestal eenvoudig in hun harmonische structuur. Hun oorsprong ligt in de – in de negentiende eeuw zo populaire – salons, waar de operacomponisten graag geziene gasten waren en waar ze hun componeerkunst aan de welgestelde gasten toetsten.

Desalniettemin: Hampsons voordracht en betrokkenheid zijn nog altijd voorbeeldig. In ‘Danse Macabre’ pakt hij lekker uit en ook de andere twee liederen van Saint-Saëns klinken bij hem ouderwets goed. Maar ook hier is het de pianist die mij het meest weet te imponeren.

Het ligt dan ook aan Pikulski dat ik bij het beluisteren van de prachtige ‘Les roses de l’amour’ van Albéric Magnard aan het dagdromen sla en het zijn ook de laatste door hem aangeslagen paar noten, die nog lang in mijn hoofd blijven naspelen.


SERENADE
Liederen van Gounod, Bizet, Meyerbeer, Chabrier, Chausson, Massenet, Saint-Saëns en Magnard
Thomas Hampson (bariton), Maciej Pikulski (piano)
Pentatone PTC 5186681 • 57’