Tekst: Peter Franken

Dit populaire werk stamt uit 1832 en valt zodoende in Donizetti’s middenperiode. Het is een melodramma giocoso, dus met een lach en een traan. Als luchthartig werk heeft het vooral concurrentie van Don Pasquale (dramma buffo) en La fille du régiment (opera comique).
Ik zag deze opera een aantal malen in het theater en keek nog eens terug aan de hand van de opname uit 1996 die is gemaakt in de Opéra National de Lyon, Die productie van Frank Dunlop was een groot succes, vooral dankzij het nieuwbakken echtpaar Alagna en Gheorghiu in de hoofdrollen.
Dunlop heeft geopteerd voor een klein toneel met daarop een decor dat er uitziet als….een decor. Dus gewoon simpele attributen, omlijst door twee wanden die tonen als huizen van meerdere verdiepingen. De kwakzalver Dulcamara komt aanrijden in een auto met caravan en die doet tevens dienst als verkooppunt. Er zijn aardige zwijgende rollen voor zijn charmante assistente en voor mevrouw Dulcamara die duidelijk de baas is in huis en al het ontvangen geld onmiddellijk in beslag neemt.
Angela Gheorghiu is een prachtige Adina, een beauty met een stem. Ze mag van de regie meermalen van kleding wisselen zodat we haar in verschillende goed gekozen kostuums kunnen bewonderen. Aanvankelijk in paardrijkleding met een zweepje, tegen het einde in een rode jurk met witte bloemetjes.
Alagna zet een herkenbare Nemorino neer, een beetje de dorpssukkel met een onmogelijke liefde die plotseling in trek is als hij een grote erfenis krijgt van zijn overleden oom. Zingend is het koppel volledig tegen elkaar opgewassen en het plezier van samen optreden in een luchtig werkje straalt er vanaf. Heel bijzonder natuurlijk, twee grootheden samen in een Elisir. Niet een cast die je alle dagen zult treffen.
Roberto Scaltriti is een mooie typecast als de bullebak Belcore, de zeer van zichzelf overtuigde sergeant die na aankomst in zijn nieuwe inkwartieringsplaats de dorpsschone maar direct een aanzoek doet.
Simone Alaimo maakt veel werk van de kleine oplichter Dulcamara, zo’n schurk die eigenlijk niemand iets kwalijk kan nemen.
De zang is uitstekend over de hele linie, met inbegrip van het koor en de kleine rol van Gianetta, gezongen door Elena Dan. Maar er wordt nadrukkelijk een komisch effect beoogd bereikt door veel aandacht te schenken aan stil spel, mimiek en slapstick. Het gegeven dat Belcore een troep soldaten achter zicht aan heeft lopen, biedt natuurlijk mogelijkheden tot onderlinge botsingen en valpartijen.
Alagna krijgt een langdurig open doekje voor het succesnummer ‘Una furtiva lagrima’ maar feitelijk beloont het publiek hem voor zijn gehele optreden tot dat moment. Hij is een perfecte Nemorino.
Qua zang behoort de voorstelling toe aan Angela Gheorghiu, werkelijk een schitterende vertolking van Adina, en ook heel goed en subtiel geacteerd.
De muzikale leiding is in de vertrouwde handen van Evelini Pidò. De opname is een kwart eeuw oud maar terugkijken is een feest der herkenning.