Riccardo_Frizza

 Prachtige La Favorite uit Teatro Donizetti

Tekst Peter Franken

Uit Teatro Donizetti in Bergamo komt een nieuwe opname die daar in 2022 is gemaakt. De Bluray verscheen in 2023 op het label Dynamic, zo langzamerhand de plek waar je als operaliefhebber het eerste gaat zoeken naar iets bijzonders.

Donizetti’s opera La favorite, geschreven voor Parijs in 1840, past goed in het genre ‘Grand Opéra’ dat toen de maat aller dingen was. Het werk bestaat weliswaar uit vier aktes in plaats van de gebruikelijke vijf, maar de thematiek past volledig binnen de traditie.

La favorite handelt, zoals een Grand Opéra betaamt, over historische personages en een liefdesgeschiedenis. Het titelpersonage is gebaseerd op Léonor de Guzman, de maîtresse van koning Alfonso XI van Castilië en Leon. De koning heeft haar naar het hof gehaald maar is vervolgens om dynastiek politieke redenen getrouwd met Maria, dochter van de koning van Portugal.

Léonor baart hem tien kinderen wat haar positie aardig cementeert maar als Alfonso in 1350 op 38 jarige leeftijd overlijdt aan de pest laat Maria haar uit wraak executeren. Tot zover de historie.

In de opera is aan het verhaal een nieuw personage toegevoegd, Fernand, een jonge novice die verliefd is geworden op Léonor toen hij haar hand aanraakte bij het verstrekken van de communie. Hij verlaat het klooster en gaat naar haar op zoek.

Léonor laat hem naar het hof komen, echter zonder haar naam en status duidelijk te maken. Met hem trouwen is onmogelijk maar zij overhandigt hem een commissie in het leger. Fernand onderscheidt zich in de strijd om Sevilla en wordt door Alphonse met eer overladen.

Maar als hij ontdekt dat zijn geliefde Léonor – teleurgesteld omdat hij haar heeft gepasseerd voor Maria – verliefd is op de jonge held Fernand, neemt hij wraak door haar ter plekke aan de nietsvermoedende jongeman uit te huwelijken. Als deze erachter komt dat hij de maîtresse van de koning toebedeeld heeft gekregen, voelt hij zich onteerd, schopt een scène en gaat terug naar het klooster. De verstoten Léonor komt daar uiteindelijk ook terecht, smeekt Fernand om vergeving en sterft de liefdesdood in zijn armen.

De grote rol voor bas is die van Balthazar, de abt van het klooster, tevens een soort voorloper van de Grootinquisiteur, zozeer meent hij zich boven de koning te kunnen stellen. Uit naam van de paus beveelt hij de koning om zijn relatie met Léonor op te geven op straffe van beider excommunicatie.

Dat geeft Alphonse een extra zetje om haar aan Fernand over te doen, die niets vermoedende jongeman komt eigenlijk als geroepen. Het verbale gevecht tussen Alphonse en Balthazar weerspiegelt de strijd om de macht in de christelijke wereld: ligt het primaat bij de koning of bij de paus?

Balthazar wordt goed gezongen door de Italiaanse bas Evgeny Stavinsky, begin 2024 te horen als Vodnik in de nieuwe Rusalka productie van Opéra de Wallonie. Alphonse komt voor rekening van de Franse bariton Mario Cassi, zeker in zijn optreden en muzikaal tot in de puntjes verzorgd. De ‘lagere regionen’ van de partituur waren bij beide heren in goede handen.

De Mexicaanse belcanto tenor Javier Camarena tekent voor de rol van Fernand. Zijn repertoire omvat meer dan 20 belcantorollen en het is goed merkbaar dat hij zich in de rol van Fernand op vertrouwd terrein bevindt. Met veel inzet en groot enthousiasme weet hij een zeer geloofwaardige Fernand neer te zetten. Zijn woede uitbarsting op het moment dat hij ontdekt bedrogen te zijn door de koning, vormt vocaal het hoogtepunt van zijn optreden.

Léonor komt voor rekening van de Italiaanse mezzo Annalisa Stroppa. Ze draagt de voorstelling, zowel zingend als acterend. Uiteindelijk draait alles om haar, ze is de vrouw die bedoeld en onbedoeld de handeling bepaalt.

Bij Stroppa is deze veeleisende rol in zeer goede handen. Met haar lage mezzo kan ze de lage passages goed aan zonder in de hoogte aan kracht te verliezen. Haar grote aria ‘L’ai je bien entendu?’ in de derde akte is een bijna negen minuten durende eruptie van opgekropte emoties die muzikaal perfect worden geëtaleerd, schitterend gedaan.

Teatro Donizetti en dirigent Riccardo Frizza waren er op gebrand de opera zonder coupures te brengen en dat stuitte op verzet van regisseur Valentina Carrasco die van mening was dat een ruim 20 minuten durend ballet tegen het einde van de tweede akte een onbeholpen onderbreking van de handeling zou betekenen aangezien feitelijk alles wordt stilgezet en het publiek bezig wordt gehouden met een niet relevante show van technische hoogstandjes.

Ze kreeg in zoverre haar zin dat het ballet is vervangen door het optreden van een groep oudere vrouwen die nog net niet willekeurig van de straat zijn geplukt. Ze symboliseren de meer dan wat met elkaars kleren bezig zijn en rond hobbelen laten ze niet zien, het is beeldvulling en dan ook nog van dien aard dat ik bij een volgende keer afspelen dit deel gewoon oversla. Geen coupures impliceert een volwaardig ballet, geen flauwekul.

Overigens kan het ballet welzeker een theatrale functie hebben door de handeling te becommentariëren, voorbeelden te over. Maar Carrasco kiest voor het uitlichten van het lot van de vroegere favorieten waarbij ze wellicht onbedoeld suggereert dat de Spaanse koningen uit de 14e eeuw veel van hun Moorse collega’s hadden overgenomen: een completen harem.

De decors laten een klooster zien en door middel van een paar goed gekozen accenten een ruimte die oogt als het Alcazar in Sevilla. Op het emiraat Granada na is de Reconquista voltooid, anderhalve eeuw voor de Reyes Catolicos het laatste zetje zullen geven. De zeer fraaie kostuums zijn het werk van Sylvia Aymonino en de decors zijn ontworpen door Carles Berga en Peter van Praet die tevens verantwoordelijk is voor de belichting.

Het orkest en het koor van de Donizetti Opera, aangevuld met het Coro dell’Accademia Teatro alla Scala zorgen voor de begeleiding. Daarmee is dit een volwaardige uitvoering van een werk uit Donizetti’s middenperiode geworden die als pleitbezorger van deze minder gespeelde grand opéra kan dienen.

Trailer van de productie:

Trailer: to: © Gianfranco Rota

Mascagni op zijn lyrisch: L’amico Fritz in Firenze

Tekst: Peter Franken

De handeling van deze korte toch wel gemoedelijke opera uit 1891 gaat ongeveer als volgt. Fritz is een rijke landeigenaar ergens in de Elzas die een regelrechte minachting koestert voor het fenomeen huwelijk. Niettemin is hij wel bereid om een bruidsschat op te hoesten voor een jong koppel dat gaat trouwen. Als Fritz zijn verjaardag viert krijgt hij een boeketje van Suzel, de dochter van een van zijn pachters. Als ze weg is raakt Fritz in gesprek met David, de plaatselijke rabbijn, die stelt dat Suzel een geschikte bruid is en hij voor haar een man zal zoeken.

Daarop volgt een discussie tussen Fritz en David waarin eerstgenoemde zijn mening over het huwelijk te berde brengt en het einde van het liedje is een weddenschap met als inzet een van Fritz’ wijngaarden. Die verliest hij aan David als hij alsnog in het huwelijksbootje stapt.

In een volgende scène ontmoeten Fritz en Suzel elkaar in een boomgaard. Fritz helpt haar bij het kersen plukken en ze zingen een duet over de lente en de bloemen, het ‘kersenduet’.

Als Fritz weg is komt David aan en praat met Suzel. Hij suggereert dat ze bruid zou kunnen worden en zij holt verlegen weg. Als David later Fritz vertelt dat hij denkt een goede man voor Suzel te hebben gevonden, raakt deze in verwarring. Hij realiseert zich als snel, dat hij verliefd is geworden op het jonge meisje. Als David kort daarna komt melden dat hij Suzel heeft gekoppeld aan een leuke rijke jonge man en dat haar vader hem om toestemming komt vragen, ontsteekt Fritz in woede en zegt dat te zullen weigeren.

Intussen is Suzel op Fritz verliefd en niet op haar onbekende aanstaande en na een paar verwikkelingen komt alles natuurlijk goed.  David heeft zijn weddenschap gewonnen en geeft de daarmee verkregen wijngaard als huwelijkscadeau aan Suzel. Let wel, er vallen geen slachtoffers in deze ‘romantic feel good opera’.

Het verhaal heeft een hoog ‘Bouquet reeks’ gehalte, denk aan oudere uitgaven van zo’n veertig jaar geleden. Maar daar trekt Mascagni zich helemaal niets van aan. Als Suzel het lot bezingt van de bloemen die ze heeft geplukt voor Fritz – gestorven in de hoop dat het iemand blij en gelukkig zal maken – is er zoveel hartstocht te bespeuren dat je zonder de tekst te kennen zou denken in een veristisch liefdesdrama te zijn beland.

En zo zijn er voortdurend briljante passages waarin de sub tekst de muziek volgt als een schaduw en wat er gezegd wordt nauwelijks nog van belang lijkt te zijn. Ja, de handeling moet voortgang hebben maar iedereen weet al direct hoe het gaat aflopen. Het is nauwelijks mogelijk om niet zo nu en dan flarden Cavalleria en Iris in de muziek te ontwaren maar het is toch vooral Mascagni die aan het woord is. Al kreeg ik tijdens de prelude tot de derde akte even het gevoel dat we op het punt stonden de Tweede Hongaarse Rapsodie van Liszt te zullen horen.

Opvallend is hoezeer Mascagni de geluiden die samenhangen met de handeling muzikaal weet uit te beelden. Met name het aankomende rijtuig in de tweede akte: geklak van een zweep en een duidelijke galop. De overgang van het meeslepende romantische Kersenduet naar de koets met vrienden had niet groter kunnen zijn: die twee worden duidelijk ruw gestoord in hun tête à tête.

In maart 2022 was er in Teatro del Maggio Musicale Fiorentina een door Rosetta Cucchi geënsceneerde voorstellingenreeks te zien. Op het label Dynamic is daarvan een opname op Blu-ray uitgebracht. Cucchi heeft de handeling verplaatst van ergens in de 19e eeuw naar (vermoedelijk) het San Francisco van einde jaren ’80. Dat Suzel rondloopt met een Walkman is een prima aanwijzing. Fritz is de uitbater van een wijnbar en tevens natuurlijk eigenaar van een aantal wijngaarden in Napa Valley. Voor zover mogelijk wordt het libretto verder vrij keurig gevolgd.

Decor en kostuums zijn van Gary MacCann en bevestigen het jaren ’80 beeld. In plaats van een rijtuig komen Fritz’ vrienden op in een golfkarretje. De handeling in de eerste en derde akte speelt zich af in een café met grote ramen waardoor ook het buitengebeuren in beeld kan worden gebracht. Het is een ‘half open doos’ die nogal laag en diep is wat minder goed werkt. Een doos is prima, een kijkdoos een stuk minder. In de tweede akte is deze ruimte gedeeltelijk ingericht als kantoor waar Suzel achter een bureau wat zit te typen met een Walkman op haar hoofd. Op de achtergrond zien we wijnvaten.

Suzel wordt vertolkt door de zeer charmante uit Georgië afkomstige sopraan Salome Jicia, heel goed gezongen en leuk ‘spontaan’ geacteerd. Het Kersenduet met Fritz gaat haar prima af. Tenor Charles Castronovo vervult de titelrol met verve al moet hij zo nu en dan een beetje forceren.

De rol van Beppe is geschreven voor een mezzo. Hij komt Fritz feliciteren met zijn verjaardag en kondigt zijn komst aan door op zijn viool te spelen. Die rol komt voor rekening van Teresa Iervolino, nogal mannelijk uiterlijk met een zeer vrouwelijke stem.

David laat Suzel het verhaal van Rebeccca navertellen om haar zodoende in de bruidsmodus te krijgen. Van beide kanten wordt dat leuk geacteerd waarbij Suzel bijna kinderlijk trots is op zichzelf.

Prima invulling van zijn rol door Massimo Cavaletti die later dat jaar als David zou inspringen in de Matinee voorstelling van Fritz in het Concertgebouw. Op zich wel een merkwaardig detail, die rabbijn als huwelijksmakelaar die erop gebrand is koppels naar ‘het altaar’ te brengen.

Riccardo Frizza heeft de muzikale leiding. Het levert een pakkende verklanking op van Mascagni’s bij vlagen exuberante partituur.

Foto’s van de productie © Michele Monasta/Maggio musicale fiorentino

Trailer van de productie: