Quirijn_de_Lange

2023, toch een goed jaar, in muziek en theater

De keuze van  Neil van der Linden

De Maxim Shalygin concerten in Splendor en het Muziekgebouw aan ’t IJ.

De heropgeleefde oorlog in Oekraïne was nog relatief ‘vers’, en het concert met muziek van de in Nederland gevestigde Oekraïense componist Shalygin door Ekaterina Levental en Antonii Baryshevskyi dreunde dan ook hoofd en lichaam in, met onder meer virtuoos door Ekaterina Levental liederen de tekst ‘Koterhuil teer gekreun vrouwenroep liedgelui wondepijn galmgegil klanken’ uit The Songs of Holy Fools uit 2009/2010 en beukend spel door Antonii Baryshevskyi in enkele van Shalygins solo-pianowerken.

https://basiaconfuoco.com/tag/antonii_baryshevskij/

Twee maanden later was er in het Muziekgebouw aan ’t IJ een herneming van zijn Severade ofwel  S I M I L A R uit 2021 en de première van Delirium ofwel S I M I L A R 4 voor 4 pianos. Ook al zo imponerend.

https://basiaconfuoco.com/tag/cello_octet_amsterdam/

Beeldschoon was ook de uitvoering van de Missa Ecce Terrae Motus (de ‘aardbevingsmis’) van Antoine Brumel in een spectaculaire theatrale versie inclusief elektrische basgitaar door Graindelavoix in het Festival Oude Muziek, met plastische beelden, inclusief de verbeelding van het uiteenscheuren van de voorhang in het Heilige der Heiligen van de Jeruzalemse Tempel op het moment dat de steen voor het graf van Jezus spontaan wegrolt.

Recensie volgt.

Ook fraai was de reconstructie van het door hemzelf vlak voor zijn dood geprogrammeerde begrafenisritueel van ‘onze’ Karel V, uitgevoerd door het Franse ensemble La Tempête, ‘artists in residence’ van het festival.

Tannhäuser, regie Tobias Kratzer, gedirigeerd door Nathalie Stutzmann in de Bayreuther Festspiele, een ‘inclusieve’, hilarische en ontroerende opvoering. Stutzmann is een aanwinst als dirigent, misschien de geslaagdste transformatie van zanger(es) naar orkestleiding. Intussen een liefdevolle blik op de protagonist en Venus als ‘misfits’ tussen een rondreizende groep gelijkgezinde circusartiesten, waarbij uiteindelijk ook Elisabeth zich het meest thuisvoelt, temidden van een maatschappij vol beklemmende normen.

Parsifal derde acte, Heilige Landstichting Nijmegen, regie Marc Pantus en Merlijn Runial, muzikale leiding Andrea Friggi, bewerking: Hugo Bouma. Atmosferische opvoering van helaas alleen de derde acte in één van de meest Wagneriaanse kerken van Nederland, de art-deco en neo-orientalistische kerk van de Heilige Landstichting, met niet alleen Marc Pantus als een mooie Gurnemanz en Amfortas, maar ook een gloedvolle Frank van Aken in de titelrol. Hopelijk mag dit team zich ooit ergens aan het geheel wagen.

In Kaapstad zag ik Life & Times of Michael K door het Handspring Puppet Theatre, gebaseerd op de gelijknamige roman van J M Coetzee uit 1983. Deze voorstelling heeft ook al succesvol in de Ruhr-Triennale gestaan. Fraaie, subtiel gespeelde, half-nostalgische mengvorm van theater met levensgrote poppen en fysiek-menselijke acteurs, het handelsmerk van het Handspring Puppet Theatre.

Ik was ook onder de indruk van Dr Atomic door het studentenorkest uit Utrecht, de derde in hun serie grootschalige operavoorstellingen op een bijzondere locatie. Een enorme prestatie met een geweldig spelend orkest, passende solisten en een ‘gratis’ decor in een voormalige treinenfabriek, die toevallig net uitkwam vlak vóór de bioscoopfilm Oppenheimer, en die zich gemakkelijk staande hield tegen het Hollywood-vertoon en het budgetgeweld van de film.

https://basiaconfuoco.com/tag/dr-atomic/

Er was dit jaar een welkome explosie van uitvoeringen van de ‘black queer activist’ componist Julius Eastman, eerst in het Minimal Music Festival, en daarna in het Re:ply to all festival onder meer in een voormalige machinebouwloods in Amsterdam Noord. Onder meer indrukwekkend was de uitvoering van Gay Guerilla uit 1980 door Helena Basilova en Vivianne Cheng met een lichtontwerp van Boris Acket gecombineerd met elektronisch geluidsdecor van Danny van der Lugt in combinatie met een mime-act geïnspireerd door thema’s uit Eastmans werk, gevolgd door een hallucinante versie in het publiek tussen het lichtontwerp kon doorlopen, naast een versie van Femenine uit 1974 voor kamerensemble door het Doelen Ensemble.

https://basiaconfuoco.com/tag/julius_eastman/

Ik was erg onder de indruk van Das Rheingold, door het Royal Opera House Londen, in de streaming-versie voor bioscopen, regie Barrie Kosky, dirigent Antonio Pappano.

Ook al had hij de verfilming en streaming van opera-uitvoeringen artistiek in de ban gedaan, zijn enscenering van Das Rheingold bleek aan het aan Wagner toegeschreven (maar nooit door hem als zodanig benoemde) idee van het Gesammtkunstwerk een nieuwe dimensie toe te voegen, bijna als de ontdekking van de superpositie in de atomaire fysica. We zaten de treurige zwoegers van een Wotan, Erda, Freya, Fafner en Fasolt, Alberich, Mime en het gehele Nibelungenvolkje, prachtig om de tuin geleid door Loge Sean Panikkar, per close-up op millimeterafstand direct op de huid.

Drive Your Plow Over the Bones of the Dead was de prachtige openingsvoorstelling van het Holland Festival, regie Simon McBurney, naar de roman van Olga Tokarczuk.

https://basiaconfuoco.com/tag/amanda_hadingue/

Een transcendente ervaring was er ook bij Euphoria, Julian Rosenfeldt, installatie in het Holland Festival. Video-documentaire annex spraak en muziektheater op 10 schermen.

Er zaten trouwens ook slechte voorstellingen in het Holland Festival, maar je weet het niet altijd van tevoren, maar van Bachae en Toshi Okada zou ik achteraf spijt hebben gehad als programmeur en bij Exotica waren de gekozen personages, ‘vergeten’ grootheden van niet-Westerse komaf uit de danswereld, interessanter dan de uitwerking. Maar dat werd goed gemaakt.

https://basiaconfuoco.com/tag/exotica/)

In de voorstelling Asinamali, te zien in het Grahamstown theater festival, Zuid-Afrik, spelen zes jonge vrouwen een oorspronkelijk door mannen uitgevoerde tekst uit de tijd van de Apartheid, over de wederwaardigheden van mannen en jongens in de townships en gesegregeerd Johannesburg, op zoek naar werk en, ja, bestaanszekerheid.

Het stuk uit 1988 is gebaseerd op gebeurtenissen rond een huurdersstaking in 1983 in de zwarte wijken van de gemeente Lamontville, waar geen werk was maar waar de door het regime vastgestelde huren exorbitant waren. Asinamali was de strijdkreet van het landelijk protest dat daarop volgde, Zulu voor “We hebben geen geld!”.

Er was nog veel meer moois in dat festival, zoals de prachtige drie-vrouwenshow, Text me when you arrive, Seventeen ways to prevent getting raped and killed as a woman in South Africa. Drie ongelooflijk energieke comédiennes die ook weer perfect messcherp meerstemmig zingen.

https://basiaconfuoco.com/tag/asinamali/

In het Afrovibesfestival in Amsterdam zat ook veel prachtigs zoals An Africa Bolero, maar vooral Afrikan Party, een uitermate energiek dans-theaterstuk met vier jonge mannen uit Nigeria, Ivoorkust en Zuid-Afrika, die hun ‘urban’ dansstijl gebruiken om hun verhaal te vertellen met humor, poëzie en levenskracht, en daarmee de rijkdom en diversiteit van het continent willen tonen.

https://www.afrovibes.nl/afrikan-party/

Celliste Maya Fridman was weer te horen en zien in Into Eternity in de Posthoornkerk in Amsterdam, een eerbetoon aan de in Auschwitz vermoorde Vilma Grunwald, gebaseerd op de brief die zij kort voor haar dood schreef aan haar echtgenood, die Auschwitz overleefde, met componiste/pianiste Marion von Tilzer en verder onder meer alt Bella Adamova, Maya Fridman en het Belinfante Quartet. Bij het concert werd ook een CD gepresenteerd.

Fraai was ook een presentatieconcert voor een CD op hetzelfde label met pianist Mattias Spee gewijd aan componist en pianist (en arts) Hans Henkeveld.

En in het Slot Zeist was er een bijzonder concert rond de Hongaars-Joodes Auschwitz-overlevende Éva Fahidi met bariton Benjamin Appl. Ze kon er zelf niet bij zijn. Naast liederen van componisten die in concentratiekampen verbleven en deels ook stierven was er ook muziek te horen van componisten die Éva Fahidi’s leven muzikaal hebben vormgegeven, zoals een wonderschoon ‘O du, mein holder Abendstern’ uit Tannhäuser, in een huiveringwekkend mooie bewerking door de pianist, Daan Boertien, met het Viride strijkkwartet.

https://basiaconfuoco.com/tag/benjamin_appl/


Op de valreep was er in de Zaterdag Matinee de uitvoering van Mendelssohns Elias door het ‘authentieke uitvoeringspraktijk’ensemble Pygmalion, een uitvoering die over een jaar nog zal doorresoneren.





Dansen op de bom. Dr Atomic in Utrecht

Tekst: Neil van der Linden

Op het podium in de Utrechtse Werkspoorkathedraal is het juni 1945. We bevinden ons in de montagehal waar de eerste kernbom in elkaar wordt gezet, in de woestijn van Los Alamos, New Mexico. Duitsland heeft kort tevoren gecapituleerd, maar Japan nog niet. Het gevaar van een Duitse kernbom is geweken. Duitsland was sowieso minder ver met de ontwikkeling van een kernwapen dan gedacht.

Maar wat om de Duitse overgave af te dwingen werkte, massale bombardementen van steden, zou in Japan misschien niet doeltreffend genoeg kunnen zijn. Bovendien waren er vermoedelijk hooggeplaatste militairen die de kans niet zouden willen mislopen de bom op een slagveld uit te testen; voordat ook de oorlog met Japan al op een andere manier tot een einde zou zijn gekomen. Dus gaat de ontwikkeling van de eerst kernbom in hoog tempo door.

De Dr Atomic in de opera van componist John Adams en librettist Peter Sellars is J. Robbert Oppenheimer, de in 1904 geboren briljante kernfysicus, die de leiding heeft over het ontwikkelen van de bom. De opera speelt zich af in de uren en minuten voordat een testversie van de bom tot ontploffing wordt gebracht in een afgelegen deel van de woestijn, terwijl het stormt, regent en bliksemt, zodat alles goed fout zou kunnen gaan.

Anders dan in zijn voorgaande operas Nixon in China en Death of Klinghofer zit er in Dr Atomic weinig actie, afgezien van de grote knal zelf, die we overigens niet te zien krijgen, want het libretto stopt een paar seconden ervoor.

Alice Goodman, librettist van Nixon in China en Death of Klinghofer, hield van snelle plotwendingen. Dr Atomic is in zekere zin één grote plot, rond de vraag of het ontwikkelen van een atoombom politiek en moreel gerechtvaardigd is, en wat er allemaal fout zou kunnen gaan tijdens de test, maar wat we daarvan zien is voornamelijk personages die in lange frasen daarover van gedachten wisselen.

Het libretto is voor een belangrijk deel een collage van teksten uit overheidsdocumenten en opinieartikelen van indertijd, met daarnaast citaten uit het werk van de Oppenheimers favoriete dichters John Donne en Charles Baudelaire en uit het Hindoe-epos de Bhagavad Gita, die Oppenheimer ook tot zijn favoriete lectuur rekende. En van een tijdgenote, de Amerikaans-Joodse dichteres en politieke activiste Muriel Rukeyser, uit wier werk de twee vrouwelijke personages in Dr Atomic te zingen krijgen.

Voor de opvoering ter gelegenheid van hun 200-jarig bestaan kreeg het Utrechts Studenten Concert de beschikking over de Werkspoorkathedraal, een vrijwel intacte, in zijn industriële lelijkheid overweldigend mooie hal van de voormalige Werkspoor treinenfabriek in Utrecht. Tegenover de tribune waar het publiek zit is een gigantisch podium opgebouwd die de assemblagehal van de bom voorstelt en waar de productie zich afspeelt. Het orkest zit tussen publiekstribune en speelpodium. Een ambiance die in een operahuis moet worden nagebouwd en die hier al staat. Het door de hoge zijramen rondom binnenvallende ‘natuurlijke’ grijzige avondlicht zou in een theater ook alleen met moeite kunnen worden nagebootst.

De ‘documentaire-theater’-opzet van de opera’s van John Adams en Peter Sellars vraagt eigenlijk elke keer weer om een vorm van hyperrealisme. Sommigen zullen zich herinneren hoe bijna absurd-realistisch de personages en ook het vliegtuig, de Airforce 1 waarmee het echtpaar Nixon en Henry Kissinger in Bejing landden, er in Sellars’ eigen enscenering van Nixon in China uitzagen. De voorstelling was indertijd in het Holland Festival te zien en op Youtube staat een herneming van die enscenering.

Het Dr Atomic/Oppenheimer-personage in Utrecht, vertolkt door Quirijn de Lang, kan qua uiterlijk zo van een historische foto zijn weggelopen. Agris Hartmanis alias General Leslie Groves en Jeroen de Vaal alias Captain James Nolan lijken op personages uit Dr Strangelove, Stanley Kubrick’s satire over de eerste atoombom. Wel kreeg één van de mannelijke personages een wat andere benadering: de ‘dissident’ Robert Wilson, de meest gewetensbezwaarde van het ontwerpteam, vertolkt door Lucas van Lierop. Het personage draagt een lichter grijs pak en heeft lange blonde krullen. Hij wordt in de enscenering ook telkens wat helderder belicht, lijkt het. In combinatie met zijn fraaie, ook in de hoogte overtuigende tenorstem krijgt Van Lierops personage in deze productie iets van een Wagneriaanse protagonist.

De rolbezetting is sowieso zang- en acteer-technisch voorbeeldig. Quirijn de Lang verbeeldt met zijn warme bariton en ook in het acteren Oppenheimers sympathieke kanten. Hartmanis en Groves zijn met hun bas-baritons Wagneriaanse slechteriken als  koud berekenende, cynische vertegenwoordigers van het militair-politieke apparaat. In de tekst wordt gedelibereerd welke Japanse stad het eerst aan de beurt moet komen en of er meteen ook een tweede stad moet worden gebombardeerd.

Oppenheimer zelf heeft inmiddels bedenkingen tegens het project, wetenschappelijk en morele: het is nog niet duidelijk of een eenmaal ingezette nucleaire reactie plaatselijk blijft, in niet een oncontroleerbare keten van reacties in gang zet waarvan niemand weet waar die eindigt, of niet eindigt. Zelf was hij een ijverige lezer van de Hindoe-mythologie, onder meer de Bhagavad Gita, waarin een totale vernietiging van de aarde wordt beschreven; ‘Now I am become Death, the destroyer of world’, zou hij hebben gezegd op het moment dat onder dwang hij het ontstekingsmechanisme voor de kernproef toch in werking zette.

De vrouwelijke personages hebben een abstracter karakter. De tekst van echtgenote Kitty Oppenheimer (sopraan Jeannette van Schaik) bestaat uit citaten uit de poëzie van Muriel Rukeyser, onder meer haar gedicht Easter Eve over de slag om Okinawa en de talloze slachtoffers die daarbij vielen.

Huishoudster’ Pasqualita, van native New Mexico- ‘Indiaanse’ komaf, (alt Maria Koshiishi) zingt ook dichtregels van Rukeyser en verder apocalyptische strofen uit de Bhagavad Gita.

In zijn eigen regie visualiseerde Sellars ook deze twee vrouwenrollen als hyperrealistisch, herkenbaar als personages gekleed in de stijl van de jaren veertig. In de regie van Wim Trompert zijn ze mythischer, Kitty als een soort Brünnhilde en Pasqualita á la Erda, zoals ze in deze enscenering telkens oprijst uit en weer verdwijnt in de tunnel waarin de bom tot explosie zal worden gebracht.

In zulke passages is Adams’ partituur op haar meest lyrisch, en tegelijk haar meest Wagneriaans, waarbij de beide zangeressen ook zangtechnisch weergaloze respectievelijk Brünnhilde- en Erda-kwaliteiten mogen ontplooien.

Het koor van de Utrechtse Cantorij kreeg ook alle ruimte om zangtechnisch te excelleren en in fraaie groepschoreografieën te acteren. De akoestische balans tussen solisten, koor en orkest viel bovendien bewonderenswaardig goed uit. De akoestiek van de hal zorgde in combinatie met enkele elektronische aanpassingen ervoor dat de klank van orkest, koor en solisten optimaal tot haar recht kwam. Adams briljante orkestraties, met onder meer uitgebreide slagwerk- en kopersecties, maar ook een contrabasklarinet, worden breed uitgemeten.

Complimenten voor de geluidsregie, die er bovendien voor zorgde dat de door Adams voorgeschreven elektronische geluidseffecten spectaculair tot hun recht kwamen. Ik zou niet goed kunnen aangeven waarin de prestaties van het Utrechts Studenten Concert, formidabel gedirigeerd door Bas Pollard zouden onderdoen voor die van een professioneel orkest. In deze opstelling met vol zicht op de orkestbak was ook het speelplezier van het orkest fraai zichtbaar.  

De Engelse tekst van Dr Atomic eindigt een paar seconden voor de explosie plaats vindt. Na het versterven van de laatste orkestklanken volgt nog een passage in de elektronische soundtrack waarin teksten in het Japans worden uitgesproken. Het zijn flarden tekst over ouders die hun kinderen kwijt zijn of water zoeken voor hun kinderen.

Het zou om ouders uit Hiroshima en Nagasaki kunnen gaan. Het toneelbeeld eindigt met (de Japanse) Maria Koshiishi/Pasqualita die achteraan op het toneel met haar rug naar ons toe staat, waarbij de suggestie wordt gewekt dat zij de teksten uitspreekt. Oppenheimer/Kitty/Adams/Sellars pleidooi om ook bij de Japanse slachtoffers van de oorlog stil te staan krijgt zo extra versterking.

Het is misschien ook vanwege natuurkundige wetten geen toeval dat deze productie wordt opgevoerd juist nu nucleaire dreiging weer de kop op steekt vanwege de oorlog in Oekraïne. En dat toevallig dezer dagen ook Christopher Nolans film Oppenheimer uitkomt. En daar kan Wes Andersons film Asteroid City nog aan worden toegevoegd, die in een soort absurdistische ‘retro-futuristische’ replica van de wereld van Los Alamos speelt.

Tijdens de voorstellingen vindt ook een populair-wetenschappelijk congres over kernfysica en J. Robbert Oppenheimer plaats, waarin ook de interessante banden tussen Oppenheimer en Nederland ter sprake komen. Jammer voor de Utrechtse studenten is dat die banden vooral de universiteit van Leiden betreffen, maar ach.

Gezien 13 juli, Werkspoorkathedraal, Utrecht.

Quirijn de Lang J. Robert Oppenheimer (bariton)
Jeannette van Schaik Kitty Oppenheimer (sopraan)
Bart Driessen Edward Teller (bas)
Agris Hartmanis General Leslie Groves (bariton)
Lucas van Lierop Robert Wilson (tenor)
Jeroen de Vaal Captain James Nolan (tenor)
Maria Koshiishi Pasqualita (mezzosopraan/contralto)

Utrechts Studenten Concert olv Bas Pollard
Regie: Wim Trompert

Foto’s Ben van Duin en Neil van der Linden.

Voor meer informatie en kaarten:

Home

Dr Atomic op Spotify:

De Nederlandse Opera scene met Robert Oppenheimer, Kitty Oppenheimer, Pasqualita en koor:

Voorstelling in de New York Metropolitan Opera in de regie van Penny Woolcock:

Muriel Rukeyser:

https://en.wikipedia.org/wiki/Muriel_Rukeyser

.

Lady in the dark is een perfect Broadway spektakel

Tekst: Peter Franken

Opera Zuid opent het seizoen met een musical van Kurt Weill, niet eentje uit zijn vooroorlogse periode maar de eerste die hij schreef voor Broadway. Lady in the dark had première op 23 januari 1941 en werd goed ontvangen. Het tekstboek is van Moss Hart en de songteksten zijn van Ira Gershwin. Zoals vrijwel elke musical heeft het één hitsong die het stuk typeert: ‘My ship’. De productie van regisseur Anna Pool en haar team blijft geheel in de Broadway traditie van die tijd en staat garant voor vlot entertainment op hoog niveau. De veelheid aan gesproken tekst werkt echter zo nu en dan als een showstopper.

De hoofdpersoon is Liza Elliot, hoofdredacteur van het modemagazine Allure, dat eigendom is van haar minnaar Kendall Nesbith. Liza wordt getoond als workaholic die alle touwtjes in handen wil hebben en zich afsluit voor emoties die haar leefwereld kunnen beïnvloeden. Een man op afstand, immers getrouwd met een ander, voldoet daar prima in. Maar haar gepantserde bestaan, aardig geaccentueerd door Liza’s strakke mantelpak en kapsel, wordt bedreigd door angstaanvallen en depressieve gevoelens. Dus gaat ze naar een shrink.

Het eerste bezoek is wat onwennig. Om te beginnen heeft de psychiater geen baard en spreekt evenmin met een Weens accent. In deze productie wordt dit personage gespeeld door een vrouw, mooie ingehouden vertolking door actrice Sylvia Poorta.

Maar Liza begin al gauw te praten en die sessies en de problemen waar ze op kantoor mee te maken heeft vormen een raamvertelling waarbinnen drie grote droomscènes zijn gesitueerd. En daarin haalt het complete gezelschap werkelijk alles uit de kast. Natuurlijk met een grote rol voor een groep koorsolisten aangevuld met een zestal uitstekende dansers die er regelmatig een wervelende show van maken.

De eerste droom laat zien wat Liza parten speelt: ze heeft ‘childhood issues’ en dat past natuurlijk prima in het beeld dat het toenmalige publiek gehad zal hebben van ‘neurotics’ die bij een psychiater lopen. Een negatief zelfbeeld door toedoen van haar ouders en bij de high school graduation verkozen als ‘most likely to succeed’ en vervolgens gedumpt door een klasgenoot als die wordt opgeëist door het mooiste meisje van de klas.

In de eerste droom zien we Liza als mode icoon, iedereen wil haar gezelschap en ze komt zelfs op een postzegel. Maar de droom wordt ruw verstoord, de werkelijkheid is anders. In een tweede droom speelt de episode op de high school zich af en zien we Liza ook als kind, het lelijke eendje naast haar oh zo mooie moeder.

Gevolg is dat de handeling toch een wat melodramatische wending neemt, alle pogingen tot grapjes en gespeelde joligheid ten spijt. Je zit te kijken naar iemand met zeer herkenbare ernstige problemen in een omgeving die dat probeert te compenseren met hype and hoopla. En dan is het pauze.

De hervatting biedt soelaas. Een lange ouverture waarin Weill zich manifesteert als operacomponist die zeer wel thuis is in een jazzy musical idioom is de opmaat voor de droomscène die als thema een circus heeft. Liza ‘staat terecht’ wegens aanhoudende besluiteloosheid, zeer onprofessioneel en ook schadelijk voor haar persoonlijke entourage.

Net als in eerdere dromen speelt die ook hier een belangrijke rol. Modefotograaf Russel Paxton verschijnt als circusdirecteur en ceremoniemeester. Zijn grote moment komt met het nummer ‘Tschaikowsky (and Other Russians)’ waarin hij in hoog tempo de namen van een reeks componisten aftikt. Het is geheel in de stijl van Gilbert and Sullivan en Simon Butteriss gaf het een perfecte vertolking.

In 1941 kwam dit voor rekening van Danny Kaye die er op slag beroemd mee werd binnen het muziekwereldje van Manhattan. De circusscène is een evenwichtige mix van vaudeville en musical en brengt de broodnodige vaart in de afwikkeling van Liza’s problemen. Meer nog dan in de voorgaande scènes was het gehele gezelschap hier enorm op dreef: absoluut top.

Danny Kaye:

Liza weet zich te herpakken. Ze laat een huwelijksaanzoek van filmster Randy Curtis (Quirijn de Lang) onbeantwoord en laat haar minnaar Kendall (Jeremy Finch White) weten dat hij voor niets zijn leven voor haar heeft gereorganiseerd door eindelijk van zijn vrouw te scheiden. Dat voelt (onbewust) natuurlijk prima na die vernederingen van vroeger. Met haar redacteur Charly Johnson (Eliott Carlton Hines) sluit ze vrede door hem te accepteren als compagnon. Van nu af hebben ze samen de leiding over het magazine en misschien laat ze hem nog wel meer toe in haar leven.

Een belangrijke bijrol is weggelegd voor moderedacteur Maggie Grant, heel natuurlijk geacteerd door Nienke Nasserian Nillesen. Grant is een mooie zelfverzekerde vrouw die heel gemakkelijk met iedereen omgaat, feitelijk Liza’s rolmodel: zo zou ze willen zijn. Leuke bijrol verder voor Veerle Sanders als Liza’s p.a. Elinor Foster.

En dan Liza herself, het personage waar alles om draait en de vrouw die bijna voortdurend op het toneel staat. Soms is ze er even niet en dan hebben de anderen het erover waar ze blijft, straks loopt alles in het honderd.

Sopraan Maartje Rammeloo als Liza tijdens repetitie Lady in the Dark (foto: Bjorn Frins)

Maartje Rammeloo leverde een topprestatie als de Boss Lady van een belangrijk modeblad die haar leven ziet ontsporen doordat ze wordt ingehaald door het verleden. Prachtig acteerwerk in uitstekend verstaanbaar Engels waarmee ze de grote overgangen van heerlijke momenten in haar dromen, die vervolgens uiteenspatten bij het ontwaken, levensecht laat lijken. Je hebt met haar te doen en zij met zichzelf, een hoopje ellende zo nu en dan. Maar natuurlijk danst en zingt ze ook de hele tijd. Rammeloo’s vertolking van de hitsong ‘My ship’ liet blijken dat je daar een echte operazangeres voor nodig hebt, de musical stem moest even plaats maken, huiveringwekkend mooi gedaan.

In de bak de philharmonie zuidnederland dat goed raad wist met Weill’s partituur. Het koor was ingestudeerd door Jori Klomp en David Stern had de muzikale leiding.

Er volgen nog zeven voorstellingen.

Trailer:

Behind the scenes



Productie foto’s : © Bjorn Frins