La_Passione

How Talitha was raised from the dead

In the late nineteenth century, Ermanno Wolf-Ferrari fell under the spell of church music composer Don Lorenzo Perosi, with whom he also became friends. It was also under Perosi’s influence that Wolf-Ferrari composed his cantata Talitha Kumi and the choral work La passione.

The latter, which was based on ancient Italian folk poetry, Wolf-Ferrari also dedicated to his friend. The beautiful youthful work ‘Otto cori’ also betrays the composer’s great love for Renaissance music.

Talitha Kumi!” means “Get up!” in Aramaic. It is a quote from the Gospel of Mark which tells the story of Talitha, the daughter of Jairus. She is dying and in his despair – and hope for a miracle – Jair goes to seek help from Jesus. When Jesus reaches the house of Jairus, the girl is already dead, yet he manages to raise her from the dead.

Resurrection of the daughter of Jairus, by Victor-Oscar Guétin, 1902.

It is the evangelist who carries the story of the work: tenor Rainer Trost sings his text very impressively and manages to keep the listener glued to his every word. Jairus and Jesus have relatively little to do, but both roles are excellently performed here by baritone Joan Martín-Royo. The choir and orchestra have no more than a contemplative role. Call it a ‘colour-wash’ background.

La Passione gaat over de dunne scheidingslijn tussen het leven en de dood

La Passione

Ik weet niet of ik het zo fijn vind om de symfonie van Haydn tussen Luigi Nono en Gérard Grisey gepropt te zien. Afgezien van het feit dat ik er niets mee heb (goed, dat ligt dan aan mij): waarom? Voor mij is het een spelbreker en hoe goed het ook gespeeld wordt (heel erg goed) het haalt mij uit mijn concentratie en verstoort de verhoudingen. Wellicht is het vanwege zijn bijnaam, La Passione, waar de hele cd zijn titel aan dankt? Maar genoeg gezeurd want er valt natuurlijk voldoende te genieten.

Nono’s Djamila Boupacha is een eerbetoon aan de Algerijnse vrijheidsstrijdster die in 1961 werd gearresteerd, verkracht, gemarteld en ter dood veroordeeld. In 1962 werd zij vrijgelaten. Het vijf minuten durende hartekreet (met de nadruk op kreet) voor sopraansolo is gebaseerd op het gedicht ‘Esta Noche’ van Jesús Lopéz Pecheco en het wordt zeer ontroerend gezongen door Barbara Hannigan. Hartverscheurend en tegelijkertijd wiegend.

Dat wiegende, dat komt terug in Berceuse, het laatste deel van Griseys Quatre chants pour franchir (Vier liederen om over de drempel te stappen), liederencyclus voor sopraan en orkest die zich niet makkelijk prijsgeeft. Je moet er voor gaat zitten en het tot je laten komen. Dan kan je niet anders dan het adembenemend te vinden. En als je beseft dat het zijn laatste compositie was (Grisey heeft vlak na het voltooien van dit werk in 1998 een hersenbloeding gehad en overleden, hij was toen nog maar 52) dan krijgt dat ‘over de drempel te stappen’ iets lugubers mee. Zeker ook omdat het ‘over de drempel’ over de scheidingslijn tussen het leven en de dood gaat.

De compositie is zeer theatraal en eigenlijk zou je het live moeten meemaken. Gelukkig weten zowel Barbara Hannigan als het door haar gedirigeerde Ludwig Orchestra de sfeer perfect over te brengen. De orkestrale klanken met de vele diverse kleuren worden perfect gemengd met de vocale bijdrage van de zangeres.


 

La Passione
Luigi Nono: Djamila Boupacha
Franz Joseph Haydn: Symfonie nr. 49 in f (La Passione)
Gérard Grisey: Quatre chants pour franchir
Barbara Hannigan (sopraan en dirigent), Ludwig Orchestra
Alpha 586