La_Favorite

TOP-6 VAN 2024 VAN PETER FRANKEN

Kosky maakt een spannend avond van Il trittico

Hoewel Puccini’s drieluik Il trittico bestaat uit volledig op zichzelf staande eenakters doen veel regisseurs een poging er een verbindend element aan toe te voegen. Dood als rode draad ligt voor de hand maar ook verlangen speelt in alle drie een grote rol. Barrie Kosky heeft daar in zijn productie voor DNO nadrukkelijk van afgezien en vat de drie korte opera’s op als afzonderlijke gerechten in een drie gangen menu. Niettemin wordt, met kleine variaties, steeds hetzelfde decor gebruikt: twee hoge wanden die onder een hoek toneelbreed staan opgesteld.

Geslaagde Rossini double bill van Opera Zuid

Voor de pauze La scala di seta en erna Il Signor Bruschino, allebei opera’s uit Rossini’s vroege periode maar toch ook betrekkelijk kort voor zijn eerste grote succes Un Italiana in Algeri.

Beide stukken hebben een geijkte handeling: geheime liefdesrelaties, opdringerige voogden die een meisje willen uithuwelijken, persoonsverwisselingen en veel verstopwerk. Een klucht als het Franse toneelstuk Boeing Boeing komt aardig in de buurt. Muzikaal wordt het door Rossini in een fris jasje gezet, leuk om naar te luisteren zonder ook maar een moment te beklijven. Aansprekende solostukken ontbreken, die kwamen pas later in zijn carrière.

Prachtige Favorite uit Teatro Donizetti

Uit Teatro Donizetti in Bergamo komt een nieuwe opname die daar in 2022 is gemaakt. De Bluray verscheen in 2023 op het label Dynamic, zo langzamerhand de plek waar je als operaliefhebber het eerste gaat zoeken naar iets bijzonders.

Donizetti’s opera La favorite, geschreven voor Parijs in 1840, past goed in het genre ‘Grand Opéra’ dat toen de maat aller dingen was. Het werk bestaat weliswaar uit vier aktes in plaats van de gebruikelijke vijf, maar de thematiek past volledig binnen de traditie.

Cilea’s ‘Gloria’ op Bluray: een wereldpremière

Francesco Cilea (1866-1950) schreef vijf opera’s waarvan alleen de laatste drie enige bekendheid genieten. ‘L ’Arlesiana’ ging in 1897 in première en onderging daarna twee revisies, de laatste in 1937. Daarna volgde Cilea’s succesnummer ‘Adriana Lecouvreur’ (1902) en zijn laatste opera werd ‘Gloria’. De première was in 1907 en in 1932 publiceerde de componist een herziene versie waarvan in 2024 een opname op Bluray is verschenen. Het betreft een voorstelling uit 2023 in het Teatro Lirico di Cagliari. Het is opvallend hoeveel bijzondere opnames er de voorbije jaren in dat provinciale theater zijn gemaakt. Het is zo ongeveer de hofleverancier voor het label Dynamic.

Respighi’s Maria Egiziaca is een juweeltje

Na het succes van zijn grote opera La Campana Sommersa (1927) schreef Respighi een

theaterwerk met een wat onbestemde vorm. Maria Egiziaca heeft als ondertitel ‘Mysterie in drie aktes’ en houdt het midden tussen een oratorium en een opera. Aangezien de inhoud voldoende aanknopingspunten biedt voor een scenische uitvoering kreeg het werk na de première in concertvorm (New York 16 maart 1932) als snel een geënsceneerde première in Teatro Goldoni te Venetië, op 10 augustus 1932. Het werk stond op het programma van het Internationale Festival van Moderne Muziek. In maart 2024 ging Maria Egiziaca in het Teatro Malibran in Venetië als onderdeel van de programmering van Teatro Fenice. Het betreft een productie van Pier Luigi Pizzi die op 94-jarige leeftijd nog weer eens liet blijken waar hij zijn grote reputatie in de operawereld aan te danken heeft. De opname van de voorstelling op 10 maart 2024 is door Dynamic uitgebracht op dvd, een scenische wereldpremière op video.

 Prachtige La Favorite uit Teatro Donizetti

Tekst Peter Franken

Uit Teatro Donizetti in Bergamo komt een nieuwe opname die daar in 2022 is gemaakt. De Bluray verscheen in 2023 op het label Dynamic, zo langzamerhand de plek waar je als operaliefhebber het eerste gaat zoeken naar iets bijzonders.

Donizetti’s opera La favorite, geschreven voor Parijs in 1840, past goed in het genre ‘Grand Opéra’ dat toen de maat aller dingen was. Het werk bestaat weliswaar uit vier aktes in plaats van de gebruikelijke vijf, maar de thematiek past volledig binnen de traditie.

La favorite handelt, zoals een Grand Opéra betaamt, over historische personages en een liefdesgeschiedenis. Het titelpersonage is gebaseerd op Léonor de Guzman, de maîtresse van koning Alfonso XI van Castilië en Leon. De koning heeft haar naar het hof gehaald maar is vervolgens om dynastiek politieke redenen getrouwd met Maria, dochter van de koning van Portugal.

Léonor baart hem tien kinderen wat haar positie aardig cementeert maar als Alfonso in 1350 op 38 jarige leeftijd overlijdt aan de pest laat Maria haar uit wraak executeren. Tot zover de historie.

In de opera is aan het verhaal een nieuw personage toegevoegd, Fernand, een jonge novice die verliefd is geworden op Léonor toen hij haar hand aanraakte bij het verstrekken van de communie. Hij verlaat het klooster en gaat naar haar op zoek.

Léonor laat hem naar het hof komen, echter zonder haar naam en status duidelijk te maken. Met hem trouwen is onmogelijk maar zij overhandigt hem een commissie in het leger. Fernand onderscheidt zich in de strijd om Sevilla en wordt door Alphonse met eer overladen.

Maar als hij ontdekt dat zijn geliefde Léonor – teleurgesteld omdat hij haar heeft gepasseerd voor Maria – verliefd is op de jonge held Fernand, neemt hij wraak door haar ter plekke aan de nietsvermoedende jongeman uit te huwelijken. Als deze erachter komt dat hij de maîtresse van de koning toebedeeld heeft gekregen, voelt hij zich onteerd, schopt een scène en gaat terug naar het klooster. De verstoten Léonor komt daar uiteindelijk ook terecht, smeekt Fernand om vergeving en sterft de liefdesdood in zijn armen.

De grote rol voor bas is die van Balthazar, de abt van het klooster, tevens een soort voorloper van de Grootinquisiteur, zozeer meent hij zich boven de koning te kunnen stellen. Uit naam van de paus beveelt hij de koning om zijn relatie met Léonor op te geven op straffe van beider excommunicatie.

Dat geeft Alphonse een extra zetje om haar aan Fernand over te doen, die niets vermoedende jongeman komt eigenlijk als geroepen. Het verbale gevecht tussen Alphonse en Balthazar weerspiegelt de strijd om de macht in de christelijke wereld: ligt het primaat bij de koning of bij de paus?

Balthazar wordt goed gezongen door de Italiaanse bas Evgeny Stavinsky, begin 2024 te horen als Vodnik in de nieuwe Rusalka productie van Opéra de Wallonie. Alphonse komt voor rekening van de Franse bariton Mario Cassi, zeker in zijn optreden en muzikaal tot in de puntjes verzorgd. De ‘lagere regionen’ van de partituur waren bij beide heren in goede handen.

De Mexicaanse belcanto tenor Javier Camarena tekent voor de rol van Fernand. Zijn repertoire omvat meer dan 20 belcantorollen en het is goed merkbaar dat hij zich in de rol van Fernand op vertrouwd terrein bevindt. Met veel inzet en groot enthousiasme weet hij een zeer geloofwaardige Fernand neer te zetten. Zijn woede uitbarsting op het moment dat hij ontdekt bedrogen te zijn door de koning, vormt vocaal het hoogtepunt van zijn optreden.

Léonor komt voor rekening van de Italiaanse mezzo Annalisa Stroppa. Ze draagt de voorstelling, zowel zingend als acterend. Uiteindelijk draait alles om haar, ze is de vrouw die bedoeld en onbedoeld de handeling bepaalt.

Bij Stroppa is deze veeleisende rol in zeer goede handen. Met haar lage mezzo kan ze de lage passages goed aan zonder in de hoogte aan kracht te verliezen. Haar grote aria ‘L’ai je bien entendu?’ in de derde akte is een bijna negen minuten durende eruptie van opgekropte emoties die muzikaal perfect worden geëtaleerd, schitterend gedaan.

Teatro Donizetti en dirigent Riccardo Frizza waren er op gebrand de opera zonder coupures te brengen en dat stuitte op verzet van regisseur Valentina Carrasco die van mening was dat een ruim 20 minuten durend ballet tegen het einde van de tweede akte een onbeholpen onderbreking van de handeling zou betekenen aangezien feitelijk alles wordt stilgezet en het publiek bezig wordt gehouden met een niet relevante show van technische hoogstandjes.

Ze kreeg in zoverre haar zin dat het ballet is vervangen door het optreden van een groep oudere vrouwen die nog net niet willekeurig van de straat zijn geplukt. Ze symboliseren de meer dan wat met elkaars kleren bezig zijn en rond hobbelen laten ze niet zien, het is beeldvulling en dan ook nog van dien aard dat ik bij een volgende keer afspelen dit deel gewoon oversla. Geen coupures impliceert een volwaardig ballet, geen flauwekul.

Overigens kan het ballet welzeker een theatrale functie hebben door de handeling te becommentariëren, voorbeelden te over. Maar Carrasco kiest voor het uitlichten van het lot van de vroegere favorieten waarbij ze wellicht onbedoeld suggereert dat de Spaanse koningen uit de 14e eeuw veel van hun Moorse collega’s hadden overgenomen: een completen harem.

De decors laten een klooster zien en door middel van een paar goed gekozen accenten een ruimte die oogt als het Alcazar in Sevilla. Op het emiraat Granada na is de Reconquista voltooid, anderhalve eeuw voor de Reyes Catolicos het laatste zetje zullen geven. De zeer fraaie kostuums zijn het werk van Sylvia Aymonino en de decors zijn ontworpen door Carles Berga en Peter van Praet die tevens verantwoordelijk is voor de belichting.

Het orkest en het koor van de Donizetti Opera, aangevuld met het Coro dell’Accademia Teatro alla Scala zorgen voor de begeleiding. Daarmee is dit een volwaardige uitvoering van een werk uit Donizetti’s middenperiode geworden die als pleitbezorger van deze minder gespeelde grand opéra kan dienen.

Trailer van de productie:

Trailer: to: © Gianfranco Rota