Jake_Arditti

L’incoronazione di Poppea: it’s about sex, isn’t it?

Tekst: Peter Franken

Zo ongeveer de oudste opera uit het repertoire, gestoken in een eigentijdse jas, levert in de productie waarmee de Reisopera momenteel rondtoert een onderhoudende avond op. Eerlijk gezegd vind ik die vroege barok nogal slaapverwekkend maar in de regie van Ted Huffman komt het verhaal over de kroning van Poppea helemaal tot leven. Ik beleefde een mooie avond in Amare.

Drie godinnen kibbelen over wie de grootste invloed heeft op het reilen en zeilen van de mens: Virtu, Fortuna en Amor. Fortuna zet de Deugd weg als iets van gisteren maar beiden worden overtroefd door Amor. Liefde wint altijd omdat het nu eenmaal de sterkste menselijke drijfveer is. Kijkend naar het gedrag van Nerone en Poppea dan valt daar wel een kanttekening bij te plaatsen.

Poppea is de minnares van Ottone, een van Nerones generaals. Hij is door Nerone op dienstreis gestuurd en bij thuiskomst bemerkt hij dat de keizer zijn plaats als Poppea’s geliefde heeft ingenomen. Daar valt weinig tegen te beginnen, Nerone is immers almachtig. Op Poppea is een mooi citaat uit Shakespeare’s ‘Measure for measure’ van toepassing: ‘In her youth there is prone and speechless dialect such as move men; besides she has prosperous art when she will play with reason and discourse and well she can persuade.’

Tegenwoordig zijn we wat directer: Poppea is seksueel zeer bedreven en kan mannen met een natte vinger lijmen. Nerone is haar nieuwe project en via hem wil ze hogerop. Hij hoeft alleen maar de huidige keizerin Ottavia te verstoten en haar op de troon te zetten. En daarvoor zet ze alle middelen in die ze beschikbaar heeft. Mooie zang over hevige verliefdheid, zoete kussen en eeuwige trouw zijn slechts voor de bühne. Huffman laat daar in zijn benadering geen enkele twijfel over bestaan. Niet Nerone maar Poppea is hier de drijvende kracht door te appelleren aan zijn primaire instincten. Seks zit in de hardware, moraliteit die zich uit in zaken als deugd, respect, plicht, zich conformeren aan de verwachtingen van de omgeving en zo meer vormen slechts de software.

Nerone is daar heel duidelijk in naar zijn leraar Seneca. Wetten zijn onbelangrijk, als ze me niet passen maak ik nieuwe. De mening van het volk en de senaat is irrelevant, alleen die van de keizer doet er toe. Voegen we hier nog het hooggerechtshof aan toe en zijn gedrag wordt pijnlijk actueel.

De opera draait vooral om de interactie van Nerone met Poppea, Seneca en zijn vertrouweling Lucano. Poppea komt naar zijn paleis om hem schaars gekleed nog even een beurt te geven zodat hij vooral bij de les blijft. Seneca appelleert aan de morele aspecten van zijn voornemen om Octavia te verstoten. Hij blijkt niet meer de enorme invloed op zijn vroegere pupil te hebben die hij kennelijk vroeger wist uit te oefenen. Als Poppea hem zwart maakt bij Nerone is zijn lot beslist: verplicht zelfmoord plegen. Zo komt er schot in de zaak en Nerone bezingt dat in een duet met Lucano waar Huffman een homo-erotische ontmoeting van maakt. Zodra Poppea dat ziet mengt ze zich daar in en even later lopen ze met zijn drieën het toneel af. Op het laatst laat Poppea haar jas van de schouders vallen en is ze vrijwel naakt. Dat Nero kennelijk biseksueel is deert haar niet, ze doet aan alles mee wat haar project kan doen slagen.

Goed beschouwd is de rest van de handeling gewoon franje. Ottavia klaagt, Ottone doet hetzelfde en zoekt troost bij Drusilla. Er volgt nog een knullige poging om Poppea te vermoorden en diverse matrones doen hun zegje waar niemand echt naar wil luisteren.

Sopraan Catherine Trottmann was een geweldige Poppea, niet alleen door haar zang maar vooral ook door de wijze waarop ze de seksuele kant van het gedrag van haar personage wist neer te zetten. Ze was de ultieme golddigger die met de winst gaat strijken. Dat de historie leert dat haar ‘geluk’ van korte duur zou zijn doet er niet toe. En Amor kan de overwinning claimen.

Countertenor Jake Arditti kroop in de huid van de grillige potentaat Nerone die zich door niets of niemand van zijn pad laat brengen. Zijn gedrag was zo macho dat ik bijna vergat dat hij klonk als een vrouw, mijn ultieme compliment voor dit stemtype. Ook countertenor Jakes Ingbar in de rol van Ottone voldeed op zich prima al had ik hier net zo lief een tenor gehoord.

De mezzo Luciana Mancini dubbelde als Virtu en Ottavia. Daarvoor moest ik wel even schakelen. Het toneel was namelijk leeg op een bank en een paar stoelen na waarop alle zangers braaf op hun beurt zaten te wachten. Iemand die kort daarvoor is gaan zitten als Virtu komt even later op als Ottavia. En zo ging het vaker met die dubbelingen.

Tenor Marcel Beekman vertolkte zelfs vier verschillende personages, uiteraard op zijn geheel eigen wijze. Lilian Farahani begon als Fortuna en was later te zien als Drusilla en Amore kwam voor rekening van Lucia Martin Cartón.

Bariton Alex Rosen was de enige ‘echte’ man op het toneel in termen van stemgeluid en dat wist hij goed uit te buiten. Hij trad Nerone tegemoet als zijn pupil, overheersend en bars maar merkte dat hij tegen een muur sprak. Daarna was het snel met hem gedaan. Tegen de tijd dat hij zijn vonnis te horen krijgt is er weinig meer van hem over dan een leeggelopen ballon. Hij heeft hoog spel gespeeld en verloren. Voor nu zijn er maar twee winnaars: Nerone en Poppea. En daar wordt enorm mooi over gezongen, zozeer dat je bijna in dat sprookje gaat geloven.

De orkestbegeleiding kwam voor rekening van Capella Mediterranea onder leiding van Mónica Pustilnik.

Foto’s van de productie © Marco Borggreve.

Monteverdi’s Poppea in twee opnamen uit de archieven