Tekst: Peter Franken
Mazeppa
De opera Mazeppa komt in Tsjaikovski’s oeuvre halverwege zijn grootste successen Evgeni Onegin en Pique Dame. Voor iemand die goed bekend is met die werken komt de muziek van Mazeppa niet als een verrassing, zeer vele melodische wendingen zijn uitermate herkenbaar. De componist had zijn eigen stijl gevonden, zullen we maar zeggen.

\Bijna dertig jaar geleden zag ik deze weinig gespeelde opera bij DNO, in een regie van Richard Jones met Sergej Leiferkus in de titelrol. Het toneelbeeld was modern, de suggestie van een autoritaire samenleving werd nadrukkelijk gewekt. Mazeppa en zijn mannen waren kaal en in zwarte uniformen gestoken, black shirts. Pregnant detail was de wijze waarop Mazeppa’s tegenstrever Kochubey werd geëxecuteerd: zijn hoofd werd op de tramrails gelegd waarna er een wagon overheen reed.
https://my.mail.ru/video/embed/1180832194961140578

In de productie uit 1996 die Irina Molostova voor het Mariinsky Theater maakte ziet alles er heel anders uit, maar het resultaat is hetzelfde: Kochubey’s hoofd komt op het hakblok terecht. Mazeppa’s woord is wet, in zijn eigen prinsdom is zijn gezag onaantastbaar.
De inhoud van deze opera is gebaseerd op het gedicht Poltava van Pushkin: wat zouden Russische librettisten zonder hem aan moeten! Mazeppa was Hetman van de Oekraïne ten tijde van Peter de Grote toen het Russische Rijk nog moest opboksen tegen Zweden en Polen. Als absoluut heerser had de Kozakken hoofdman Mazeppa zijn land in vaste greep. Hij probeerde de Oekraïne los te maken van Rusland om zodoende tsaar van dit nieuwe soevereine land te worden en zweerde daartoe samen met Ruslands vijanden, Zweden in het bijzonder.

De slag bij Poltava wordt echter een overwinning voor Peter en Mazeppa slaat op de vlucht, zoekt zijn heil bij de Turken en sterft kort daarna in Bendery. Voor een opera is dat natuurlijk niet genoeg vandaar dat er een liefdesgeschiedenis in is verwerkt. Hierin neemt Mazeppa tegen de zin van haar vader Kochubey de zeer veel jongere Maria als bruid mee naar huis nadat hij door zijn trouwe vriend vorstelijk is onthaald. Daarmee schendt hij de gastvrijheid, het alsdan vigerende recht van de vader om hem de hand van zijn dochter te weigeren en als klap op de vuurpijl negeert hij ook nog eens zijn eigen status als Maria’s peetvader. Gelukkig vindt Maria zelf het prima, ze was al langer zeer gecharmeerd van die knappe, krachtige potentaat met zijn grijze haren.

Het tableau wordt gecompleteerd door Maria’s handenwringende moeder Lyubov en Andrey, Maria’s jeugdvriend die al sinds de kleuterschool verliefd op haar is en zijn droom haar ooit te huwen in rook ziet opgaan. Uit wraak verraadt Kochubey de plannen van Mazeppa aan Peter de Grote maar die gelooft hem niet en levert hem uit aan Mazeppa. Die laat zijn vroegere vriend en schoonvader executeren, zonder medeweten van Maria die daar pas achter komt als haar moeder Mazeppa’s paleis weet binnen te dringen en haar smeekt iets te ondernemen. Natuurlijk komen die vrouwen te laat en zoals gebruikelijk in opera’s wordt Maria waanzinnig.
De enscenering is een lust voor het oog, prachtige kostuums, mooie decors, een uitstekend uitgevoerd dansnummer en strak geregisseerde koorscènes. Goed acteerwerk van de koorleden en figuranten.
Het personage Andrey is toegevoegd aan het verhaal omdat men anders zonder tenor zou zitten. Hij zingt aan het begin een duet met Maria dat feitelijk een dialoog tussen doven is. Hij houdt van haar, zij van Mazeppa en geen van beiden heeft nog een positieve verwachting van het leven. In de derde akte keert Andrey nog een keer terug om Maria’s lot beklagen en zijn voornemen te uiten de schurk Mazeppa te vermoorden. Victor Lutsiuk haalt uit deze droeve rol wat er in zit, het is nauwelijks meer dan die van zingende figurant maar vocaal staat hij zijn mannetje.
Larissa Diadkova weet te overtuigen als Maria’s handenwringende moeder Lyubov, acterend wat pathetisch maar vocaal zeer beheerst. Overigens zong ze de rol ook in Amsterdam. Haar dochter wordt vertolkt door Irina Loskutova, visueel net iets te oud voor deze rol maar daar zal het publiek in de zaal weinig van gemerkt hebben. Ze zingt bij aanvang gezellig mee met haar vriendinnen en laat zich gewillig door Mazeppa ontvoeren.
Maria’s personage komt pas echt uit de verf in de grote dialoog met haar oudere man in de tweede akte. Een krachtige vertolking die echter wat geforceerd klink als de componist haar een paar genadeloze hoge passages laat zingen. Waarom doet die man dat toch steeds? Haar klaagzang in de derde akte is hartverscheurend. Maria sluit de opera als het ware af met een wiegeliedje bij het lijk van Andrey, die op de valreep nog in de rug is geschoten door Mazeppa’s handlanger Orik.
Het tweetal vrienden dat verkeert in vijanden komt voor rekening van Sergei Aleksashkin als Kochubey en Nikolai Putilin als Mazeppa. Aleksashkin zit perfect in zijn rol van de beledigde gastheer en vader, hij wil Mazeppa zijn huis uitzetten maar die doet zijn macht gelden, hij is immers niet alleen gekomen en zijn kleine militie stond al gereed. Zijn mooiste moment is de aangrijpende monoloog in zijn cel, de avond voor de terechtstelling. Goed geacteerd en vocaal een hoogstandje.
Putilin is in zijn element als de potentaat Mazeppa die een zachte kant toont in zijn oprechte liefde voor de zeer veel jongere Maria. De enige reden dat hij aarzelt zijn schoonvader terecht te stellen is dat hij vreest zodoende haar liefde te verliezen. De scène waarin hij hierover loopt te tobben toont Putilin in al zijn glorie, wat een fantastische bariton! Als hij Maria zijn plan heeft uitgelegd en zij zichzelf al ziet als tsarina van de Oekraïne, durft hij het risico van die executie wel aan. Om vervolgens alles te verliezen en als een opgejaagd dier in ballingschap te sterven.
Valery Gergiev heeft de muzikale leiding en maakt er een bijzondere voorstelling van, echt de moete waard om na zoveel jaren nog eens terug te zien.