European_Union_Youth_Orchestra

Jongerenorkest verplettert publiek in de muziek van een offerritueel, in het bijzijn van een prinses

Tekst: Neil van der Linden

In het bijzijn van prinses Beatrix speelde het European Union Youth Orchestra afgelopen vrijdag het laatste in een reeks Peace in Europe concerten in het Amsterdams Concertgebouw.

Hoe het komt dat het European Youth Orchestra na de Brexit een stuk speelde van een Britse componist is misschien een raadsel. Maar het Nexus van de Britse (Brits/Guanese) Hanna Kendall was oorspronkelijk geschreven voor het zeventigjarig bestaan van de European Broadcasting Union, de Europese Radio-Unie (de organisatie die al voordat Eurovisie het gebruik kopieerde, bekend werd dankzij het gebruik van Charpentiers Te Deum als openingstune, en die zich verder vooral met sportuitzendingen inliet). Van die organisatie is Groot-Brittannië wél lid gebleven.

In het stuk verweeft Kendall muziek die via de slavernij uit Afrika werd verbreid met citaten uit Beethovens Vijfde Symfonie. Beethovens symfonie, die later symbool werd van de strijd tegen oppressors, ontstond in 1808, het jaar waarin in Groot-Brittannië de slavenhandel werd verboden. Naast atmosferische, dreigende door elkaar lopende orkestrale lagen klinken in Nexus ook speelse elementen. Wat klinkt daar in de slagwerksectie? Niet een telefoon die iemand vergeten was uit te zetten, maar een aantal aan muzikale speeldozen. Het orkest bestaat voor 99% uit witte musici. Maar wel bestaat het voor meer dan de helft uit vrouwelijke leden.

Dirigent Gianandrea Noseda is doorkneed in Rachmaninovs werk. Hij heeft verschillende van diens werken opgenomen, onder meer de prachtige orkestraties van een aantal pianostukken door Ottorino Respighi, die Rachmaninovs vaak opdoemende melancholische somberte in een wat Mediterraner licht wist te plaatsen.

Met zijn eigen Italianita-inbreng is Noseda een gedroomde dirigent om dit orkest vertrouwd te maken met de orkestrale klankrijkdom van Rachmaninovs Rapsodie op een Thema van Paganini, maar ook om de jonge musici veilig te geleiden langs de clichés die hier en daar in het stuk opdoemen. Zoals Rachmaninovs overmatig strooien met het Dies Irae-thema, waarvan Berlioz, Liszt en Saint-Saëns de mogelijkheden al uitputtend hadden toegepast; terwijl Rachmaninov het al negen keer eerder in zijn oeuvre had verwerkt. Toch zit er ook genoeg originaliteit in het stuk, onder meer in de speelse dialogen tussen orkest en piano.

Aanvankelijk had solist Piemontesi moeite om zich boven de kolkende klankmassa van de enthousiast speleden orkestmusici uit te worstelen, maar allengs kreeg het geheel in de handen van orkest en pianist een benodigde lichtheid. Mooi was het om te zien hoe vele orkestmusici genoten van de verrichtingen van de pianist in diens veeleisende partij. Jonge mensen kunnen dat nog gemakkelijk zichtbaar opbrengen. Na een ultiem virtuoze cadens en coda waarin Piemonesi en Noseda nog even vermoedelijk in Italiaans nog wat nuttige oogsignalen uitwisselden om het orkest precies op het juiste moment te laten invallen eindigde het geheel in een spetterende finale.

Dat de uitvoering van een stuk nog tijdens een concert groeit aan wasdom heeft te maken met het feit dat zo’n gelegenheidsorkest geen routine heeft om op terug te vallen. Dat betekent dat er per stuk wat opwarmtijd nodig is, maar het betekent ook dat het orkest zich niet van routinetrucs kan bedienen. En omdat dít orkest wel uit de best denkbare musici is samengesteld kon tegelijkertijd het mooiste van het mooiste ontstaan.

Dat bleek ook in de Sacre. De opening is overigens sowieso deels solistisch voor verschillende houtblaasinstrumenten geschreven. Maar zodra de strijkers dan inzetten met hun pompende ritmes begint her orkest als geheel te koken.

De versies van Strawinsky’s Sacre op CD die de laatste jaren het meest indruk op mij maakte was die met het Venezuelaane Simon Bolivar Youth Orchestra onder Gustavo Dudamel. De energie van jonge mensen die er even lekker ritmisch tegen aan mochten gaan, daar in dat verre continent, ver weg van gruwelijke Russische rituelen die in de Sacre worden verbeeld, maar die ook een universele mythologie representeren, was verpletterend.

Sacre en andere werken door het Simon Bolivar Youth Orchestra met Gustavo Dudamel:

Net als bij het European Youth Orchestra is het interessant te bedenken dat Le Sacre gaat over een jonge vrouw van dezelfde leeftijd als de orkestleden die wordt aangewezen om te worden geofferd. Ik zou mij kunnen voorstellen dat dit een extra aangrijpingspunt voor identificatie met de muziek oplevert. In elk geval zinderde en denderde dat het een aard had. Het hele orkest onder aanvoering van concertmeester Paula Sanz Alasà zat of stond eigenlijk voortdurend te swingen.

Aan het eind was het geen orkest meer, maar een gierende en toeterende hogesnelheidstrein, die, overeenkomstig de partituur, af en toe een geslaagde noodstop maakte, om daarna op dubbele snelheid weer voort te spoeden. Tijd, ruimte en mensenkluwen versmolten tot een geheel, om het maar eens expressionistisch te zeggen. Ik heb het eind van de Sacre nog nooit zo gehoord. En de dirigent hoefde bijna niets meer te doen, zo leek het. Rauwheid, gepresenteerd met laserprecisie. Dan kun je het je permitteren om tijdens het spelen alle kanten op bewegen.

Prinses Beatrix was er dus ook. Hoewel ze zich altijd als kunstminnend heeft geprofileerd, vroeg ik me op gegeven moment toch af hoe zij dit heftige stuk onderging. Ik herinner mij de uitvoering onder Solit bij het Concertgebouworkest, toen een donderdagavondpubliek-Oud Zuid echtpaar achter mij elkaar toefluisterde dat het toch wel erg moderne muziek was. Maar ik kan mij niet anders voorstellen dat ook zij deze avond werd overweldig.

En het orkest speelde een aantal toegiften, als eerste een serenade van de Oekraïense componist Valentin Silvestrov.

Gezien: Peace in Europe Concert
European Union Youth Orchestra
Gianandrea Noseda dirigent
Francesco Piemontesi piano

Programma:
Hannah Kendall Nexus (2020)Sergei Rachmaninov Rapsodie op een Thema van Paganini Op. 43 (1934)
Igor Strawinsky Le Sacre du printemps (1911-13)26 augustus 2022 Het Concertgebouw – Amsterdam

Een onovertroffen uitleg van de Sacre door Bernstein, zo’n beetje vanaf 30 minuten na uitleg over Les Noces:

Noseda met onder meer Respighi’s bewerkingen van Rachmaninov:

Hierboven clip van nog een toegift

Foto’s bij het artikel © Neil van der Linden