Daniel-François-Esprit Auber

La Muette de Portici, an opera known for its alleged role in the revolution

How many operas can claim to have shot the world order hell by sparking a revolution and thereby creating an entirely new country?

The honour falls to La Muette de Portici, an opera almost forgotten today by an almost equally forgotten French composer Daniel-François-Esprit Auber (1782 – 1971).

The situation ignited during a performance at Brussels’ La Monnaie in 1830, a performance in honour of the birthday of King William I. The moment suprème came during an aria, in which one of the protagonists sang the text: “Holy patriotism, give us back our courage and pride. My life I owe to my country, it will owe its freedom to me.” The audience left the hall, took to the streets and voilà: the Kingdom of Belgium was born.

That La Muette is different from all other operas also has to do with the protagonist. The latter may be present but has no note to sing – poor fisherman’s girl Fenella is mute.

Anna Pavlova as Finella

She is seduced by the young Neapolitan count Alphonse, who then exchanges her for a better match: a Spanish princess Elvire. Fenella is imprisoned, escapes and – using only sign language – manages to attract Elvire’s attention and pity, turning her brother Masaniello into the destroying angel.

This also becomes the signal to spark an uprising against the hated rulers; after which everything that can go wrong does. Masaniello is poisoned, the revolt fails and Fenella finds self-death in the lava flow from Vesuvius. I can’t make it more logical for you, but that doesn’t matter, because the opera itself is more than delightful and provides you with more than two hours of pure listening pleasure.

La Muette is considered the first true ‘grand opéra’. That may also be why it was so rarely staged, given our long-standing condescending view of the phenomenon of ‘grand opéra’.

But the tide is turning. A few years ago, La Monnaie dared to include the opera in its repertoire. Unfortunately, their courage did not go so far as to include performances in Brussels.

Peter de Caluwe, the director of La Monnaie, said with that, “That was done deliberately. Staging the opera in Brussels now would not only be an artistic act, but also a political statement; it would be interpreted as a plea for Belgian unity at a politically precarious moment.”

In 2011, a German opera house, the progressive Anhaltisches Theater in Dessau, where the young Dutch conductor Antony Hermus, then Generalmusikdirektor, also staged the opera. The performances were recorded live by CPO. It was about time!

I knew of only one recording of the opera, with Alfredo Kraus, June Anderson, John Aler and Jean-Philipe Lafont conducted by Thomas Fulton (EMI not available anymore)). No one can match Alfredo Kraus’ elegant phrasing, but I still prefer Diego Torres’ more heroic sound. As Masaniello, he manages to convince much better. With him, you can practically hear the hormones coursing through his veins.

In his madness scene (yes, why not? Men are allowed to go mad too!), he sounds a lot like John Osborn.His high notes are not only spectacular but he also sings them at the top of his voice. Occasionally he sounds a little tired, but that doesn’t matter, especially in the context of the whole thing.

In “Mieux vaut mourir que rester misérable!”, from which the incendiary text thus comes, he is joined by Wiard Withold as Pietro. I also find him more interesting than Jean-Philipe Lafont on the Fulton (EMI) recording. It has now been recorded by CPO. It was about time

The young Dutch singer is at his best in the fifth act. His barcarolle “Voyez du haut de ces rivages” is particularly impressive. His lyrical baritone, meanwhile, has darkened a little without compromising on suppleness and lyricism, which goes without a hitch.

Angelina Ruzzafante is a wonderful Elvire. Her voice is light, supple and agile, her pitch beautiful and pure, and her vocal acting is perfect.Sometimes she reminds me of Cristina Deutekom, but without her oh-so-typical “staccato” (no offence!). It is about time the we get to hear the Dutch soprano on our stages too!

Oscar de la Torre (Alphonse) starts out weak – his tenor sounds a bit pinched – but in the fourth act he more than recovers. He is still young and – from the looks of it – inexperienced, but he will get there!

The chorus is formidable and I find Hermus’ tempi definitely better than Fulton’s.

La Sirène van Auber: een gemiste kans

AuberHier heb ik dus helemaal niets mee. Echt niets. De muziek an sich is ongelooflijk leuk, dat wel, maar eerlijk gezegd denk ik dat er veel meer er uit te halen was. Het wil nergens sprankelen. La Sirène is een opéra comique in drie acten en aangezien de opname van Naxos nog geen 70 minuten lang is, is het een en ander gesneuveld, dialogen voornamelijk. Niet dat ik er rouwig om ben: mijn Frans is ontoereikend en er is geen libretto bijgeleverd.

Maar ook de uitvoering kan mij niet echt bekoren. Jeanne Crousand (de sirene) zingt uitstekend, zij haalt ook moeiteloos haar hoge noten, maar echt verleidelijk kan ik haar nergens vinden. Nog meer moeite heb ik met de beide tenoren, af en toe klinken ze gewoon geknepen. Eerlijk gezegd heb ik de cd alleen maar afgeluisterd omdat het moest.

Doodzonde, want het is de allereerste opname van het werk. Auber is sowieso niet een componist die we vaak tegenkomen en dat verdient hij niet. Vooralsnog is zijn naam voornamelijk bekend van La Muette de Portici uit 1820 en dat ook nog eens omdat de opera een revolutie heeft ontketend. Het wachten is op een nieuwe Richard Bonynge die Auber weer op de rails kan brengen.


DANIEL FRANÇOIS ESPRIT AUBER
La Sirène
Jean-Fernand Setti, Xavier Flabat, Jean-Noël Teyssier, Jacques Calatayud, Jeanne Crousaud, Dorothée Lorthiois
Les Métaboles Choir
Orchestre des Frivolities Parisiennes olv David Reiland
Naxos 8660436

AUBER: De Zwarte Domino verbleekt bij La Muette de Portici

Door Peter Franken

 

Auber©Philharmonie-de-Paris-JM-Angles-

Daniel-François-Esprit Auber par Auguste Lemoine © Philharmonie de Paris, J.-M. Anglès

 

Op 27 februari van dit jaar bezocht ik in Luik Le domino noir van Daniel Auber. Die man was een veelschrijver, in zijn meest productieve periode schreef hij 40 opera’s in evenzo vele jaren. Dat is bij Le domino noir wel een beetje te merken aan de kwaliteit, erg eenvoudig, muziek afgestemd op ‘grappige’ dialogen die eindeloos lijken. Veel spreekrollen, weinig zang voor de bijfiguren. Als het stuk in een Nederlandse vertaling zou gaan, moeten we denken aan iemand als Joop Doderer in de bijrol van lord Elfort.

1._le_domino_noir_officielles_logo_c_lorraine_wauters_-_opera_royal_de_wallonie-25 (2)

Anne-Catherine Gillet als Angèle © Lorraine Wauters

Eigenlijk krijgt alleen de hoofdrol Angèle (uitstekend vertolkt door Anne-Catherine Gillet) iets fraais toebedeeld. Haar grote aria ‘La belle Inès fait florès’ draagt bij wijze van spreken de hele avond.

Wie de voorstellingen in Luik heeft gemist, kan toch nog zijn hart ophalen aan de complete opname van de opera met Sumi Jo in de hoofdrol:


LA MUETTE DE PORTICI

 

2011-2012 Opera Comique"LA MUETTE DE PORTICI" de D-F-E Auber
dir mus: Patrick Davin mes: Emma Dante

Elena Borgogni als Fenella © Elisabeth Carecchio

Anders is het gesteld met La muette de Portici, ook wel bekend als Masaniello. Dit is de grand opéra waar Auber zijn vroege faam aan ontleende. Over de gehele linie vind ik dit werk beslist beter dan Le domino noir. Daar doen die meer dan duizend voorstellingen in de 19e eeuw niets aan af. Ik zag La muette op 9 april 2012 in de Opéra Comique in Parijs. Het betrof een coproductie met De Munt maar van een uitvoering in Brussel is het nooit gekomen.

Dat de Opéra Comique, gevestigd in de Salle Favart, met La Muette kwam, lijkt op het eerste gezicht wat vreemd. De Comique brengt tegenwoordig echter Franse opera’s van elk genre dus waarom niet eens een grand opéra?

Omdat zoiets niet kon met het kleine Orchestre de Pasdeloupe, het huisorkest, werd gebruik gemaakt van het feit dat in De Munt twee voorstellingen liepen met gastensembles, waardoor koor en orkest geleend konden worden. Het trok veel belangstelling, opera minnend Parijs liep er voor uit zodat ik slechts met moeite een kaartje kon bemachtigen.

 De opera

Het verhaal speelt zich af in het Koninkrijk Napels dat onder Spaans bestuur staat. Centraal staat een opstand van een groep vissers uit het dorpje Portici die onder aanvoering staan van Masaniello. Zijn ‘stomme’ zuster Fenella is eerder verleid door Alphonse, de zoon van de Spaanse onderkoning. Hij heeft haar in de steek gelaten maar zij duikt uitgerekend weer voor hem op als hij net in het huwelijk is getreden met de Spaanse prinses Elvira. Dat geeft genoeg materiaal voor een spannend verhaal.

De vissers komen in opstand en dreigen Alphonse en Elvira te doden. Deze vluchten in vermomming en willen zich verschuilen in een hut…. die toevallig net die van Masaniello is. Op aandringen van Fenella (‘love trumps hate’) helpt hij hen ontsnappen. Dat verraad aan de opstand kost hem het leven, hij wordt vergiftigd door zijn vriend en medestander Pietro. De opstand mislukt en Fenella pleegt uiteindelijk zelfmoord .

Zeer bekend is het duet ‘Amour sacré de la patrie’ dat Masaniello en Pietro zingen in de tweede akte, waarin zij elkaar als het ware aanvuren om in opstand te komen tegen de Spaanse overheersers:

Mieux vaut mourir que rester misérable!
Pour un esclave est-il quelque danger?
Tombe le joug qui nous accable.
Et sous nos coups périsse l’étranger!
Amour sacré de la patrie,
Rends-nous l’audace et la fierté;
A mon pays je dois la vie;
Il me devra sa liberté.

Alfredo Kraus & Jean-Philippe Lafont in ‘Amour sacré de la patrie’:

Zoals bekend wordt dit duet in verband gebracht met het uitbreken van de opstand in Brussel die leidde tot de afscheiding van zuidelijk Nederland en de stichting van België. De huidige politieke verhoudingen in dat land, waarvan beide helften zich geknecht voelen door de ander, waren mede aanleiding voor De Munt om La Muette eerst in Parijs te spelen en pas een paar jaar later in Brussel. Zoals Peter de Caluwe het formuleerde: ‘Tegen die tijd zal België toch wel weer een regering hebben’. Dat is echter niet genoeg gebleken, het zal er nu wel niet meer van komen.

 

2011-2012 Opera Comique"LA MUETTE DE PORTICI" de D-F-E Auber
dir mus: Patrick Davin mes: Emma Dante

Église Gutiérrez (Elvira) en Maxim Mironov (Alphonse)  ©  Elisabeth Carecchio

De productie

Regisseur Emma Dante had ervoor gekozen om dansende acteurs in te zetten in plaats van balletdansers en dat met inbegrip van Fenella. Het effect was matig, rondhupsende soldaten en vissers en een niet zingende titelheldin die evenmin danstechnische hoogstandjes ten beste kon geven. Wat overbleef was een actrice die het publiek moest doen vergeten dat in haar plaats ook een sopraan had kunnen staan. Immers, een van de verhalen rond het ontstaan van dit werk luidt dat men geen geschikte zangeres voor de rol kon vinden, iemand die voldoende tegenwicht kon bieden tegen de beoogde Elvira, zodat maar besloten werd om La fille de Portici te veranderen in La muette de Portici.

Fenella heeft van Alphonse een rode sjaal gekregen die ze als attribuut gebruikt. Gaandeweg wordt die sjaal steeds groter tot het uiteindelijk een lap stof is waar ze min of meer in verstrikt raakt. Elena Borgogni speelde Fenella als een slangenmens, een furie met een overdaad aan ‘expressie’ en veel armgezwaai. Ze gooide zich geheel en al in haar rol maar het beperkte bewegingsrepertoire maakte dat haar ‘over the top act’ na verloop van tijd toch wat begon te vervelen.

De enscenering was eenvoudig: vrijstaande deuren die door figuranten heen en weer werden bewogen om de indeling van de ruimte te wijzigen, kroonluchters, vrouwen in hoepelrokken, poppen met opengewerkte hoepelrokken. De mannen (vissers, soldaten) speelden voortdurend met banieren (wit en rood), op een erg vrouwelijke wijze en qua uitvoering tamelijk basaal.

Al met al vond ik het werk tamelijk knullig gemoderniseerd en helaas geen bevestiging van de gedachte dat met dit genre iets moois verloren is gegaan. De befaamde revolutiearia viel me ook nog al tegen, weinig opzwepend. Als hierdoor een opstand is uitgebroken dan moet de tijd er wel heel erg rijp voor zijn geweest.

 

2011-2012 Opera Comique"LA MUETTE DE PORTICI" de D-F-E Auber
dir mus: Patrick Davin mes: Emma Dante

Mechanische poppen met hoepelrokken © Elisabeth Carecchio

De uitvoering

Église Gutiérrez (Elvira) was verkouden. Ze had weinig volume, zong heel zachtjes en voorzichtig maar haalde wel alle noten. Gelukkig heeft de Salle Favart een betrekkelijk klein auditorium waardoor haar rol toch redelijk uit de verf kwam.

De Amerikaanse tenor Michael Spyres overtuigde als Masaniello. Bijgaande link geeft hiervan een uitstekende indruk.

Michael Spyres zingt Massaniello’s ‘Spectacle affreux’ en ‘Ferme les yeux … Du pauvre seul ami fidèle’:

Laurent Alvaro (Pietro) heeft een krachtige bariton die bijna te groot is voor deze zaal. Gelukkig speelde hij de ‘slechterik’ in het stuk waardoor het gebulder eigenlijk wel goed uitkwam. De wat zachter zingende Maxim Mironov overtuigde als Alphonse.

Patrick Davin dirigeerde koor en orkest van De Munt op adequate wijze.

La Muette di Portici in Dessau:   LA MUETTE DE PORTICI