Benjamin_Appl

2023, toch een goed jaar, in muziek en theater

De keuze van  Neil van der Linden

De Maxim Shalygin concerten in Splendor en het Muziekgebouw aan ’t IJ.

De heropgeleefde oorlog in Oekraïne was nog relatief ‘vers’, en het concert met muziek van de in Nederland gevestigde Oekraïense componist Shalygin door Ekaterina Levental en Antonii Baryshevskyi dreunde dan ook hoofd en lichaam in, met onder meer virtuoos door Ekaterina Levental liederen de tekst ‘Koterhuil teer gekreun vrouwenroep liedgelui wondepijn galmgegil klanken’ uit The Songs of Holy Fools uit 2009/2010 en beukend spel door Antonii Baryshevskyi in enkele van Shalygins solo-pianowerken.

https://basiaconfuoco.com/tag/antonii_baryshevskij/

Twee maanden later was er in het Muziekgebouw aan ’t IJ een herneming van zijn Severade ofwel  S I M I L A R uit 2021 en de première van Delirium ofwel S I M I L A R 4 voor 4 pianos. Ook al zo imponerend.

https://basiaconfuoco.com/tag/cello_octet_amsterdam/

Beeldschoon was ook de uitvoering van de Missa Ecce Terrae Motus (de ‘aardbevingsmis’) van Antoine Brumel in een spectaculaire theatrale versie inclusief elektrische basgitaar door Graindelavoix in het Festival Oude Muziek, met plastische beelden, inclusief de verbeelding van het uiteenscheuren van de voorhang in het Heilige der Heiligen van de Jeruzalemse Tempel op het moment dat de steen voor het graf van Jezus spontaan wegrolt.

Recensie volgt.

Ook fraai was de reconstructie van het door hemzelf vlak voor zijn dood geprogrammeerde begrafenisritueel van ‘onze’ Karel V, uitgevoerd door het Franse ensemble La Tempête, ‘artists in residence’ van het festival.

Tannhäuser, regie Tobias Kratzer, gedirigeerd door Nathalie Stutzmann in de Bayreuther Festspiele, een ‘inclusieve’, hilarische en ontroerende opvoering. Stutzmann is een aanwinst als dirigent, misschien de geslaagdste transformatie van zanger(es) naar orkestleiding. Intussen een liefdevolle blik op de protagonist en Venus als ‘misfits’ tussen een rondreizende groep gelijkgezinde circusartiesten, waarbij uiteindelijk ook Elisabeth zich het meest thuisvoelt, temidden van een maatschappij vol beklemmende normen.

Parsifal derde acte, Heilige Landstichting Nijmegen, regie Marc Pantus en Merlijn Runial, muzikale leiding Andrea Friggi, bewerking: Hugo Bouma. Atmosferische opvoering van helaas alleen de derde acte in één van de meest Wagneriaanse kerken van Nederland, de art-deco en neo-orientalistische kerk van de Heilige Landstichting, met niet alleen Marc Pantus als een mooie Gurnemanz en Amfortas, maar ook een gloedvolle Frank van Aken in de titelrol. Hopelijk mag dit team zich ooit ergens aan het geheel wagen.

In Kaapstad zag ik Life & Times of Michael K door het Handspring Puppet Theatre, gebaseerd op de gelijknamige roman van J M Coetzee uit 1983. Deze voorstelling heeft ook al succesvol in de Ruhr-Triennale gestaan. Fraaie, subtiel gespeelde, half-nostalgische mengvorm van theater met levensgrote poppen en fysiek-menselijke acteurs, het handelsmerk van het Handspring Puppet Theatre.

Ik was ook onder de indruk van Dr Atomic door het studentenorkest uit Utrecht, de derde in hun serie grootschalige operavoorstellingen op een bijzondere locatie. Een enorme prestatie met een geweldig spelend orkest, passende solisten en een ‘gratis’ decor in een voormalige treinenfabriek, die toevallig net uitkwam vlak vóór de bioscoopfilm Oppenheimer, en die zich gemakkelijk staande hield tegen het Hollywood-vertoon en het budgetgeweld van de film.

https://basiaconfuoco.com/tag/dr-atomic/

Er was dit jaar een welkome explosie van uitvoeringen van de ‘black queer activist’ componist Julius Eastman, eerst in het Minimal Music Festival, en daarna in het Re:ply to all festival onder meer in een voormalige machinebouwloods in Amsterdam Noord. Onder meer indrukwekkend was de uitvoering van Gay Guerilla uit 1980 door Helena Basilova en Vivianne Cheng met een lichtontwerp van Boris Acket gecombineerd met elektronisch geluidsdecor van Danny van der Lugt in combinatie met een mime-act geïnspireerd door thema’s uit Eastmans werk, gevolgd door een hallucinante versie in het publiek tussen het lichtontwerp kon doorlopen, naast een versie van Femenine uit 1974 voor kamerensemble door het Doelen Ensemble.

https://basiaconfuoco.com/tag/julius_eastman/

Ik was erg onder de indruk van Das Rheingold, door het Royal Opera House Londen, in de streaming-versie voor bioscopen, regie Barrie Kosky, dirigent Antonio Pappano.

Ook al had hij de verfilming en streaming van opera-uitvoeringen artistiek in de ban gedaan, zijn enscenering van Das Rheingold bleek aan het aan Wagner toegeschreven (maar nooit door hem als zodanig benoemde) idee van het Gesammtkunstwerk een nieuwe dimensie toe te voegen, bijna als de ontdekking van de superpositie in de atomaire fysica. We zaten de treurige zwoegers van een Wotan, Erda, Freya, Fafner en Fasolt, Alberich, Mime en het gehele Nibelungenvolkje, prachtig om de tuin geleid door Loge Sean Panikkar, per close-up op millimeterafstand direct op de huid.

Drive Your Plow Over the Bones of the Dead was de prachtige openingsvoorstelling van het Holland Festival, regie Simon McBurney, naar de roman van Olga Tokarczuk.

https://basiaconfuoco.com/tag/amanda_hadingue/

Een transcendente ervaring was er ook bij Euphoria, Julian Rosenfeldt, installatie in het Holland Festival. Video-documentaire annex spraak en muziektheater op 10 schermen.

Er zaten trouwens ook slechte voorstellingen in het Holland Festival, maar je weet het niet altijd van tevoren, maar van Bachae en Toshi Okada zou ik achteraf spijt hebben gehad als programmeur en bij Exotica waren de gekozen personages, ‘vergeten’ grootheden van niet-Westerse komaf uit de danswereld, interessanter dan de uitwerking. Maar dat werd goed gemaakt.

https://basiaconfuoco.com/tag/exotica/)

In de voorstelling Asinamali, te zien in het Grahamstown theater festival, Zuid-Afrik, spelen zes jonge vrouwen een oorspronkelijk door mannen uitgevoerde tekst uit de tijd van de Apartheid, over de wederwaardigheden van mannen en jongens in de townships en gesegregeerd Johannesburg, op zoek naar werk en, ja, bestaanszekerheid.

Het stuk uit 1988 is gebaseerd op gebeurtenissen rond een huurdersstaking in 1983 in de zwarte wijken van de gemeente Lamontville, waar geen werk was maar waar de door het regime vastgestelde huren exorbitant waren. Asinamali was de strijdkreet van het landelijk protest dat daarop volgde, Zulu voor “We hebben geen geld!”.

Er was nog veel meer moois in dat festival, zoals de prachtige drie-vrouwenshow, Text me when you arrive, Seventeen ways to prevent getting raped and killed as a woman in South Africa. Drie ongelooflijk energieke comédiennes die ook weer perfect messcherp meerstemmig zingen.

https://basiaconfuoco.com/tag/asinamali/

In het Afrovibesfestival in Amsterdam zat ook veel prachtigs zoals An Africa Bolero, maar vooral Afrikan Party, een uitermate energiek dans-theaterstuk met vier jonge mannen uit Nigeria, Ivoorkust en Zuid-Afrika, die hun ‘urban’ dansstijl gebruiken om hun verhaal te vertellen met humor, poëzie en levenskracht, en daarmee de rijkdom en diversiteit van het continent willen tonen.

https://www.afrovibes.nl/afrikan-party/

Celliste Maya Fridman was weer te horen en zien in Into Eternity in de Posthoornkerk in Amsterdam, een eerbetoon aan de in Auschwitz vermoorde Vilma Grunwald, gebaseerd op de brief die zij kort voor haar dood schreef aan haar echtgenood, die Auschwitz overleefde, met componiste/pianiste Marion von Tilzer en verder onder meer alt Bella Adamova, Maya Fridman en het Belinfante Quartet. Bij het concert werd ook een CD gepresenteerd.

Fraai was ook een presentatieconcert voor een CD op hetzelfde label met pianist Mattias Spee gewijd aan componist en pianist (en arts) Hans Henkeveld.

En in het Slot Zeist was er een bijzonder concert rond de Hongaars-Joodes Auschwitz-overlevende Éva Fahidi met bariton Benjamin Appl. Ze kon er zelf niet bij zijn. Naast liederen van componisten die in concentratiekampen verbleven en deels ook stierven was er ook muziek te horen van componisten die Éva Fahidi’s leven muzikaal hebben vormgegeven, zoals een wonderschoon ‘O du, mein holder Abendstern’ uit Tannhäuser, in een huiveringwekkend mooie bewerking door de pianist, Daan Boertien, met het Viride strijkkwartet.

https://basiaconfuoco.com/tag/benjamin_appl/


Op de valreep was er in de Zaterdag Matinee de uitvoering van Mendelssohns Elias door het ‘authentieke uitvoeringspraktijk’ensemble Pygmalion, een uitvoering die over een jaar nog zal doorresoneren.





Terugreis in muziek met Auschwitz-overlever Éva Fahidi tijdens de Zeister Muziekdagen

Tekst: Neil van der Linden

Vanwege ziekte, en helaas waarschijnlijk een vrij ernstige, kon ze er in Zeist zelf niet bij zijn. Eva Fahidi, de 97-jarige Auschwitz-overlever wiens leven de spil vormt van ‘Ich weiß bestimmt, ich werd’ dich wiedersehn’, ‘een dialoog tussen woord en muziek, over herinnering, stilte en verder leven met Holocaust-overlevende Éva Fahidi’.

Ze groeide op een in landelijk stadje in Hongarije en ging daar naar het gymnasium. Ondanks een verbod voor kreeg ze pianoles van een conservatoriumleraar; niet dat die man per se idealist was, maar ‘pecunia non olet’, geld stinkt niet, vertelde ze erbij, in een video waarmee de muzikale onderdelen uit het programma worden afgewisseld.

De familie komt de eerste jaren van de oorlog nog wel door. Maar op zeker moment, in 1944, worden ze gedwongen naar het getto te verhuizen, om drie weken later op transport naar Auschwitz te worden gezet. In de video vertelt ze over de gruwelen van de reis. Eerst een dag in de hitte met 80 mensen in veewagons opgesloten zitten, daarna drie dagen reizen met één emmer drinkwater en één emmer voor iedereen voor de behoeften en het afblaffen.

Bij aankomst in Auschwitz is ze eerst nog verwonderd over de ‘mooie streepjespyama’s’ die iedereen draagt, maar al snel worden families van elkaar gescheiden, ook al wordt er zoals ze verteld omgeroepen dat niemand zich zorgen hoeft te maken ‘want iedereen zal elkaar die avond terugzien’.

Zij en haar haar nichtje, die als twee druppels water op elkaar lijken, worden apart genomen en ‘hartelijk’ verwelkomd door een ‘knappe man met een vriendelijk gezegd’, die speciaal geïnteresseerd blijkt te zijn in tweelingen; later blijkt dat Joseph Mengele geweest te zijn. Als blijkt dat ze geen tweelingen zijn, zijn ze voor Mengele toch niet interessant,

Éva wordt naar de barakken voor de gezondste gevangenen gestuurd, haar nichtje ging waarschijnlijk meteen die avond de gaskamer in, alsook de hele rest van de familie, al beseft ze dat allemaal nog niet. De bedorven smakende voederbieten die gevangenen te eten krijgen eet ze op door te denken dat ze moet overleven omdat haar moeder straks thuis op haar wacht. ‘Seelenkraft’, zielskracht, noem ze het, een woord dat ze vaak zal herhalen in de video.

Na zes weken wordt ze in een groep van duizend kennelijk gezondste vrouwen op transport gesteld. Tijdens een reis van weer dagen ziet ze vanuit een spleet in de wagon dat ze richting Weimar gaan. Met een kenmerkend gevoel understatement dat haar betoog geregeld doordrenkt vertelt ze dat ze er altijd al van had gedroomd om met haar familie de stad van Goethe en Liszt te bezoeken.

Maar de trein stopt bij het kamp Büchenwald, en zou ze te werk worden gesteld in een wapenfabriek, waar ze, zelf niet meer dan 40 kilo wegend, met twee vrouwen tegelijk, granaten van 50 kilo moet versjouwen. Aangezien ze tussen deze groep vrouwen niemand van haar familie terugvindt, begint het haar te dagen dat ze de andere familieleden misschien niet meer zou terugzien.

De vrouwen merken dat de productie van de granaten steeds vaker stil komt te liggen vanwege problemen met de aanvoer van onderdelen en op zeker moment schrijft iemand in het Frans op de muur van de fabriek dat het Nazi-rijk spoedig in elkaar zal storten.  

Het is al voorjaar 1945. Om zoveel mogelijk sporen van de Holocaustgruwelen uit te wissen beginnen de Duitsers de concentratiekampen op te blazen. Nu hebben de vrouwen niet eens meer een dak boven hun hoofd. Onder Nazi-bewaking beginnen ze een lange voettocht van schuilplaats naar schuilplaats, ’s nachts, want overdag lopen ze de kans te worden gebombardeerd. Tot ze een Amerikaans tankbataljon tegenkomen, dat zich over de gevangenen ontfermt.

Als ze dan uiteindelijk weer terecht komt in haar geboortedorp blijkt in het familiehuis een groot aantal gezinnen te zijn ingetrokken en wordt ze niet binnengelaten. Overigens bleek het huis tot een ruïne te zijn vervallen, op grond waarvan ze concludeerde dat er waarschijnlijk ook verder niemand van haar familie was teruggekeerd.

Haar ambities voor een pianocarrière heeft ze opgegeven. Maar muziek is voor haar altijd een leidsnoer gebleven. Vlak voor het einde van de video vertelt ze hoe haar tante haar bijna ‘geïnjecteerd’ had met Wagner. En ook al raakte het Duitse cultuurgoed verweven met de Nazis, ze stelt uitdrukkelijk dat kunst niet voor- of achteraf verantwoordelijk kan worden gesteld voor het gruwelijks dat mensen elkaar aandoen. Vandaar dat ze, zo vertelt ze, erop stond dat er ook muziek van Wagner op het programma zou komen te staan. En wat voor muziek!

Benjamin Appl, die aanvankelijk ernstig bezwaar had tegen het opnemen van Wagner in het programma, zingt wonderschoon ‘O du, mein holder Abendstern’ uit Tannhäuser, in een huiveringwekkend mooie bewerking door de pianist van het project, Daan Boertien, voor zang, piano en strijkkwartet.

De rest van het programma omvatte een groep liederen uit het traditionele klassieke Duitse en Oostenrijkse liedrepertoire, met Schubert, Schumann, Brahms tot en met Mahler, wiens  ‘Ich bin der Welt abhanden gekommen’ wonderschoon werd uitgevoerd. Ook teksten van de andere liederen sloten op de een of andere manier thematisch bij de vertelling van Eva Fahidi aan, zoals Brahms’ ‘O wüsst’ ich doch den Weg zurück’ en Schumanns ‘Zum Schluss’.

Daarnaast waren er liederen van componisten die omkwamen in Nazi-kampen, zoals van Hans Krása ‘Mutter wiegt sanft ihr Kind’ uit de Theresienstadt-opera Brundibar

Brundibár première in Theresienstadt :

van Ilse Weber (1903-1944) het schrijnende ‘Ade! Kamerad’ :

en tot besluit Adolf Strauss’ ‘Ich weiß bestimmt, ich werd’ dich wiedersehn’, waaraan de voorstelling haar naam ontleend. Dit alles met ingetogen dramatiek gezongen door Appl en begeleid door Daan Boertien, eventueel aangevuld door het strijkkwartet.

Daarnaast waren er onder meer Bärentanz de pianocyclus ‘For Children’ van Fahidi’s in 1945 in ballingschap gestorven  landgenoot Bartók; Contrapunktus 1 in een versie voor het strijkkwartet uit Die Kunst der Fuge van oer-Duitser Bach, waarbij je gedachten onwillekeurig toch gaan naar de vraag in hoeverre, in weerwil van wat Fahidi daarover zei, de grote Duitse cultuur niet of wel toch een causale relatie heeft met wat er in het Derde Rijk gebeurde, maar waarbij je ook haar stellige ontkenning van die causale relatie in acht neemt.

Verder ‘Tenebrae’ van de eigentijdse Duitse componist Aribert Reimann op tekst van Paul Celan en ‘Der Heimkehr’ van Hans Eisler op een zeer toepasselijke wrange tekst van Bertold Brecht.

“Die Vaterstadt, wie find ich sie doch? Folgend den bombenschwärmen Komm ich nach Haus.
Wo denn liegt sie?

Wo die ungeheueren Gebirge von Rauch stehn. Das in den Feuern dort Ist sie.

Die Vaterstadt, wie empfängt sie mich wohl?
Vor mir kommen die Bomber. Tödliche Schwärme Melden euch meine Rückkehr. Feuersbrünste Gehen dem Sohn voraus.”

‘Die Heimkehr’,  hier gezongen door Matthias Goerne:

https://www.youtube.com/watch?v=PMP4gNwxkSA

Die Heimkehr door Salome Kammer:

Het één na laatste stuk was een uitvoering voor piano en strijkkwartet van Saint-Saëns’ Dance Macabre uit de opera Samson et Dalila, een stuk dat figureerde in de dansvoorstelling over haar leven van acht jaar geleden, waarin ze zelf optrad; zie de bijgaande link naar een documentaire in Dailymotion.

‘90-year-old Auschwitz survivor Eva Fahidi captivates audiences with her life story in dance.’ Op de Bacchanale uit Saint-Saëns Samson et Dalilah, die ook werd gespeeld in het programma.:

Éva Fahidi verteller, noodgedwongen op video
Benjamin Appl bariton
Daan Boertien piano
Het Viride Kwartet
Jennifer Wilton concept en introductie

Gezien tijdens de Zeister Muziekdagen, zaterdag 19 augustus in de kerk van Slot Zeist.

Fotos Stephan Heijendael.

Waarschuwing door Éva Fahidi tegen het herleven van haatcultuur in Hongarije:

https://balkaninsight.com/2023/03/14/truth-in-an-age-of-deceit-eva-fahidi-warns-against-resurgence-of-hate-in-hungary/

Meer over Ilse Weber:
Ich möcht so gern nach Haus!”: Anne Sofie von Otter zingt liederen van ‘Theresienstadt componisten’



Muziek uit Theresienstadt::
Entartete Musik, Teresienstadt en Channel Classics

Stunden, Tage, Ewigkeiten: Heine, set to music


Sometimes, only sometimes, the words of Lieder may seem more important than the music. Especially if you take one of the greatest poets as the starting point of your recital and arrange your choice of repertoire entirely accordingly. The listener will then try to find the song lyrics faster than usual. And also pay them much more attention than would otherwise be the case.

As a singer, you then have a duty to let people know – and relive – what music can do with words, how they may be enriched by being put to a melody.

We all know Schumann’s Dichterliebe (and also the songs from Schubert’s Schwanengesang) and although the young Benjamin Appl’s interpretation is exceptionally beautiful, it would not make my heart beat any faster. But someone who calls his CD recital Stunden, Tage, Ewigkeiten is taking on obligations, and Appl takes them very seriously.

Apart from Schumann, Schubert and the Mendelssohns, Appl also tackles Anton Rubinstein’s rarely performed Heine songs. “Der Asra” I knew from Liszt’s piano arrangement, but it is my first introduction to the sung version. The song about the rich sultan’s daughter and the young slave in love with her, is poignant in its simplicity. I must honestly confess that my eyes became slightly moist and that, of course, is the best sign that it is right.

The young German possesses an improbably beautiful timbre that you will fall in love with immediately. His text control is exemplary, every word is clearly intelligible, but without being overpowering.



James Baillieu proves himself an equal partner: you can hear how beautiful his touché is in Rubinstein’s “Du bist wie eine Blume”. Chapeau!

— 

Stunden, Tage, Ewigkeiten oftewel Heinrich Heine verklankt

Appl.jpg

Soms, heel erg soms kunnen de woorden van liederen belangrijker lijken dan de muziek. Zeker als je één van de grootste dichters als uitgangspunt van je recital neemt en je de repertoirekeuze daar volledig naar schikt. De luisteraar zal dan sneller dan gewoonlijk naar de liedteksten grijpen. Met veel meer aandacht dan anders het geval zou zijn. Als zanger heb je dan de plicht om mensen te laten weten – én ze het laten herbeleven – wat de muziek met woorden kán doen, hoe ze erdoor verrijkt kunnen worden.

De Dichterliebe van Schumann (en ook de liederen uit het Schwanengesang van Schubert) kunnen we allemaal dromen en al is de interpretatie door de jonge Benjamin Appl buitengewoon fraai, mijn hart zou er niet sneller door gaan kloppen. Maar wie zijn cd-recital Stunden, Tage, Ewigkeiten noemt, die neemt verplichtingen op zich op en die neemt Appl zeer serieus.

Buiten Schumann, Schubert en de Mendelssohns buigt Appl zich ook over de zelden uitgevoerde Heine liederen van Anton Rubinstein. “Der Asra” kende ik van de pianobewerking van Liszt, maar het is mijn eerste kennismaking met de gezongen versie. Het lied over de rijke sultansdochter en de op haar verliefde jonge slaaf is schrijnend in zijn eenvoud. Ik moet eerlijk bekennen dat mijn ogen licht vochtig werden en dat is natuurlijk het beste teken dat het goed zit.

De jonge Duitser beschikt over een onwaarschijnlijk mooi timbre waar je meteen verliefd op wordt. Zijn tekstbeheersing is voorbeeldig, ieder woord is duidelijk verstaanbaar, maar dan zonder te overheersen.

James Baillieu toont zich zijn gelijkwaardige partner: hoe mooi zijn touché is hoor je in “Du bist wie eine Blume” van Rubinstein. Chapeau!

 


SCHUMANN, FELIX & FANNY MENDELSSOHN, SCHUBERT, GRIEG, RUBINSTEIN
Stunden, Tage, Ewigkeiten
Heinrich Heine – Lieder
Benjamin Appl (bariton), James Baillieu (piano)
Champs Hill Records CHRCD112 • 70’