Tekst: Peter Franken

In 2015 stond Rossini’s La Donna del Lago op het programma van de Metropolitan Opera. Een van de voorstellingen was wereldwijd in de bioscoop te zien in de serie Live in HD. Een opname daarvan is op dvd uitgebracht. Het moet een spectaculaire avond geweest zijn met veel vocaal vuurwerk.
De handeling van de opera is eenvoudig: drie mannen strijden om de gunst van Elena, de Donna uit de titel. Ze heeft trouw beloofd aan Malcolm maar die is al langere tijd weg, ergens aan het rebelleren tegen de koning. Haar vader heeft haar beloofd aan Rodrigo, leidend krijgsman in de opstand. En plotseling staat een vriendelijke jonge man op de stoep die zich Uberto noemt.
Voor Rossini een uitgelezen gelegenheid om een tenorenduel te schrijven waarin Rodrigo en Uberto elkaar naar het leven staan, overigens zonder echt te beseffen dat ze concurrenten in de liefde zijn.
John Osborn is geweldig op dreef als de alfa male Rodrigo, mooie vertolking met passend assertieve voordracht.
Zijn tegenstrever Uberto krijgt hem vocaal er niet onder maar buiten beeld kennelijk wel. In de apotheose waarin Uberto zich bekend maakt als de koning en iedereen vergiffenis schenkt, zien we Rodrigo niet meer terug.
Juan Diego Flórez weet het publiek op zijn hand te krijgen met een uitstekende vertolking van Uberto alias James V. Hij wordt op slag verliefd op Elena die hij aanvankelijk aanziet voor een bosnimf. Het is een licht ontvlambaar type, die Uberto. Voor de bevrediging van zijn amoureuze gevoelens is hij bereid grote risico’s te nemen.
Regisseur Paul Curran laat hem zo op het oog volledig zijn eigen gang gaan. De kleine handtastelijkheden die hij zich veroorlooft jegens Elena maken duidelijk dat hij gewend is aan een vanzelfsprekende meegaandheid waar het de vrouwen in zijn omgeving betreft. Flórez’ vertolking van Rossini’s vocale capriolen ontaardt nergens in een circusact maar blijft voortdurend geloofwaardig. Uiteraard met hoge goed getroffen noten.
Elena’s vader komt voor rekening van de bas Oren Gradus, geheel in de stijl van de oudere patriarch die geen tegenspraak duldt. Mooie bijrollen verder voor Olga Makarina als Albina en Eduardo Valdez als Serano. Verder een uitstekende bijdrage van het koor van de Met.

Malcolm is een Hosenrolle maar in deze productie draagt de zangeres een kilt, dus geen broek. De kostumering van Kevin Knight suggereert een authentiek kostuumdrama al moet eraan worden getwijfeld of de kostuums in kwestie 16e eeuws zijn, de periode waarin de handeling zich afspeelt.

Al die mannen in kilts maken een wat onbeholpen indruk, vooral door hun gemiddelde lichaamsomvang. Daniela Barcellona vormt hierop geen uitzondering, ze oogt weinig geloofwaardig als Elena’s love interest maar haar zang maakt veel goed. Malcolm is maar weinig op het toneel maar krijgt steeds een vrij veld als hij verschijnt. Het is een zware rol, zang technisch vooral en dat wordt door het publiek ruimhartig beloond.

Als liefdesobject tussen drie mannen die om haar strijden, al moet de dood erop volgen want zonder haar heeft verder leven immers geen enkele zin meer, is Elena meestentijds onderdeel van een duet of een terzet. Ze is dan wel veel op het toneel, veelal is ze niet agerend maar reagerend waarbij een tegenspeler het voortouw neemt. Aan het begin heeft ze een solo maar pas tegen het einde, als al die mannen haar eindelijk eens met rust laten, krijgt ze de kans zich ongestoord te manifesteren.

Joyce DiDonato is absoluut top in deze voorstelling. Ze werpt zich vol in de moeilijkste passages en het resultaat is elke keer weer verbluffend. Haar coloraturen zijn wellicht niet altijd geheel vlekkeloos maar steeds zo goed als men redelijkerwijs mag verwachten in een live uitvoering.

Acterend komt ze erg overtuigend over, het meisje dat zich moet verweren tegen een overheersende vader, een koning incognito die haar vanaf het eerste moment dat hij in de buurt komt al probeert te kussen, de voor haar uitgekozen echtgenoot die geen misverstand laat bestaan over zijn argwaan en ongenoegen en dan ook nog Malcolm die vooral achter de schermen aan trekt. Didonato laat prachtige mimiek en subtiel klein spel zien, ze is geweldig.

Ondanks de verwoede pogingen van de twee tenoren om haar voor zich te winnen trekt de mezzo aan het langste eind. Refererend aan DiDonato’s stemtype merkt moderator Patricia Racette aan het begin van de avond dan ook een tikje sarcastisch op: ‘Tonight the mezzo gets the mezzo, bad luck for the tenor.’
Het orkest van de Met staat onder leiding van Michele Mariotti.
Het was inderdaad een spectaculaire avond met adembenemend vocaal vuurwerk. Ik herinner me de avond nog goed. Ik zat toevallig naast de Heer F. Bolkenstein, een groot operaliefhebber. Toen de soldaten zich met takken camoufleerden en ik halfzacht zei dat het net Macbeth was kwam het passende citaat uit de mond van mijn buurman: “Fear not, till Birnam wood do come to Dunsinane” ;-and now a wood comes toward Dunsinane”.
LikeGeliked door 1 persoon
Grappig…
Ik zat naast FB ook (hij miste geen voorstelling in Tuschinsky(, dus het betekent dat wij naast elkaar zaten zonder het te weten??
LikeLike
Wat een grappig toeval. Ik ga naar bijna elke voorstelling in HD uit de MET in Tuschinski. Jammer dat de bezoekersaantallen teruglopen. Aan de kwaliteit van de voorstellingen ligt het niet.
LikeLike
Inderdaad, prachtig, maar nog mooier en intenser gezongen vond ik de opname uit Londen, ROH 2013, ook onder Mariotti en met dezelfde zangers in de 3 belangrijkste rollen. Totaal andere regie ( de geschiedenis komt tot leven in Londen, 1814, Royal Society?) maar zeer geslaagd. Wat ik hier ook bijzonder vond was dat bij het slotapplaus Florez verscheen in vorstelijke Schotse oufit! Vanmiddag na deze mail opnieuw van genoten.
Herma van Wijk, Noardburgum.
LikeLike
Deze productie heb ik helaas niet gezien. Ik las wel de recensie in de Guardian. Het lijkt me een interessante regieopvatting maar misschien ook wel verwarrend als er nog twee karakters bijkomen in de figuren van Rossini en Sir Walter Scott.
LikeLike