Tekst: Peter Franken

Der Schauspieldirektor is een kort komisch Singspiel dat op 7 februari 1786 voor het eerst werd opgevoerd in de Orangerie van Paleis Schönbrunn. De gelegenheid was een lunch die keizer Joseph gaf voor 80 genodigden. Zodoende had het werkje van meet af aan het karakter van een stuk dat bestemd was voor tussen de schuifdeuren. Bij diezelfde gelegenheid had Salieri’s Prima la musica e poi le parole première, eveneens een korte eenakter. De keizer wilde meer aandacht voor het Duitse Singspiel genereren maar het publiek reageerde vooral ten faveure van Salieri’s Italiaanse creatie.

Der Schauspieldirektor bevat vijf stukken muziek: een ouverture, arietta, rondo, terzet en vaudeville; bij elkaar ongeveer 25 minuten. Het werkje leunt dan ook zwaar op de gesproken teksten en die waren duidelijk toegesneden op de toenmalige actualiteit. Het is dus voor elk gezelschap dat dit Singspiel vandaag de dag programmeert zaak om hier flink de stofkam doorheen te halen. Dat kan een pakkende eenakter van een uurtje opleveren. En net als bij de keizer thuis zou daar dan die Prima la musica van Salieri tegenover gezet kunnen worden voor een avondvullend programma. Waarschijnlijk werd dat te kostbaar want Opera Zuid heeft in plaats van voor die oplossing te kiezen het Singspiel naar eigen inzicht geactualiseerd en uitgebreid met nog eens ongeveer 20 minuten muziek uit andere Mozart opera’s.

Hiertoe is geput uit Cosi fan tutte, Le nozze di Figaro en Die Zauberflöte. Verder is er een tenoraria te horen die ik niet kon plaatsen. Tussendoor wordt het geheel aan elkaar gepraat in een format dat meerdere lagen heeft. Je kijkt aanvankelijk naar een auditie. Dat blijkt vervolgens een repetitie te zijn voor een stuk over een auditie.

Als het vervolgens pauze is en de spelers achter de coulissen zich vertreden en met elkaar praten vindt er opnieuw een onderbreking door de toneelregie plaats waaruit blijkt dat we kijken naar de repetitie van een voorstelling die gaat over een repetitie van een auditie voor een opera. Niet geheel onverwacht krijgen de spelers in dit ‘matroesjkadrama’ meerdere identiteiten en namen. Het is aardig bedacht maar wordt al gauw een theatraal handigheidje.

Tijdens de pauze in de repetitie voor een auditie probeert de tenor die Herr Vogelsang vertolkt om Mademoiselle Silberklang te versieren. Inmiddels zijn het acteurs in de tweede laag die spelen dat ze zichzelf spelen.

Goed beschouwd lukte dat alleen Kristina Bitenc die geheel naturel zat te praten zoals ik haar bij eerdere gelegenheden al wel eens heb gesproken. Voeg dit bij haar stimmliche Silberklang vertolking en je hebt de echte prima donna van de avond. Ik heb van haar genoten.

Madame Herz kwam voor rekening van Chelsea Bonagura die een geweldige entree had als de Roemeense sopraan Angela, door de Schauspieldirektor gemakshalve aangeduid als Madame Ceauscescu. Bonagura wist goed raad met haar door Madame Herz gezongen arietta ‘Da schlägt die Abschiedsstunde’. En in het Eifersuchtduet ‘Ich bin die erste Sängering’ met Bitenc dreven ze elkaar steeds verder de hoogte in. Hilarisch nummer, het muzikale hoogtepunt van het werkje.

De vocale bijdragen van Marc Pantus als Buff en Mitch Raemakers als Herr Vogelsang bleven hier wel wat bij achter. Ook het koppel dat het PaPaPaPa duetje mocht voorzingen kwam niet verder dan tijdvulling. En dat was een beetje de makke van deze productie: er moest teveel tijd worden gerekt om tot ongeveer anderhalf uur te komen. Het is dat men Thomas Allen had weten te strikken voor de titelrol, anders was het een moeizame avond geworden.

De bijna 80-jarige Allen is natuurlijk een fenomeen, een van de grote baritons van yesteryear. Het is eigenlijk treurig dat hij hier uitsluitend mag spreken en de scène waarin hij lamenteert over het feit dat hij niet kan zingen is onbedoeld schrijnend: goed beschouwd is hij geen (echte) zanger meer en nu dus aangewezen op acteren.

Terwijl het toneel steeds donkerder wordt komen Pantus, Bonagura en Bitenc hem troosten met een gevoelige trio: Fiordiligi en Dorabella die roerend afscheid nemen van hun lovers terwijl Don Alfonso schijnheilig meezingt. Het was het mooiste moment van de avond.

So far so good. Waar ik teveel moeite mee had was de kwaliteit van de gedebiteerde teksten en de wijze waarop die werden voorgedragen. Dat kwam helaas vaak niet verder dan het niveau van amateurtoneel. Als je wel eens kijkt naar comedy op tv, zelf ben ik fan van ‘The big bang theory’, dan valt op dat grappen meestal heel terloops worden gemaakt. Dus niet minutenlang uitmelken, als iemand het heeft gemist heeft hij pech gehad.
Een goed voorbeeld van hoe het in mijn beleving niet moet is de grap die wordt gemaakt over een controversiële Lohengrin regie in Salzburg. Die in een wasserette, ja met 200 wasmachines, het was geweldig. Als oneliner is dat zeer geslaagd, als onderdeel van een tenen krommende scène over dat vermaledijde regietheater is het niet meer dan ongemakkelijke tijdvulling. En dat is naar mijn smaak teveel het geval in deze Schauspieldirektor.
In de bak zat de Phiharmoniezuid. Enrico Delamboye had de muzikale leiding.
Op zich wel een aardige voorstelling maar er had meer ingezeten.
Behind the scenes:
Christopher Gillett vertelt over Der Schauspieldirektor – Opera Zuid
trailer:
https://vimeo.com/884122026/0d1ced240f?share=copy
Fotomateriaal: © Joost Milde, Opera Zuid