Zeer geslaagde Siberia uit Bregenz uitgebracht op Bluray

Tekst: Peter Franken

Het succes van Fedora uit 1898 met zijn Russische verhaallijn bracht Giordano ertoe opnieuw een werk in die setting te schrijven. Dat werd Siberia op een libretto van Luigi Illica. De opera had in 1903 première in La Scala en was gedurende een tiental jaren redelijk succesvol. Daarna raakte het werk in de vergetelheid. In 2022 stond er een nieuwe productie van Siberia op het programma in Bregenz. De regie was in handen van Vasily Barkhatov en een opname van de première is door Unitel uitgebracht op Bluray.

Schijnexecutie van de Petrasjevtsy, illustratie uit ‘Dostojevski’, Leonid Grossman (1963)

De handeling speelt zich grotendeels af in een strafkamp in Siberië en haalt zijn inspiratie uit Dostojevski’s Aantekeningen uit het dodenhuis, vooral bekend van Janaceks opera. De eerste akte is feitelijk een theatraal vehikel dat ten doel heeft de protagonisten vanuit Sint Petersburg in Siberië te krijgen. Giordano maakte het zijn librettist Illica volstrekt duidelijk. Hij wilde geen historische opera met aandacht voor ‘actuele zaken’ als Socialisme, Nihilisme en Antiklerikalisme maar gewone romantiek: een vrouw tussen twee mannen. Het strafkamp was niet meer dan de hardvochtige sociale omgeving waarin de heldin ten onder zou gaan, zoals Violetta in de ‘woestijn die Parijs werd genoemd’.

Het draait om Stephana, een vrouw die als jong meisje is ontdekt door Gléby die haar eerste minnaar werd en haar vervolgens omvormde tot een verdienmodel. Dat heeft succes gehad, ze woont in een huis dat haar geschonken is door Vorst Alexis; vele welgestelde minnaars zijn hem voorgegaan. Maar Stephana gaat incognito de stad in en de jonge officier Vassili wordt op slag verliefd op dit onschuldige meisje dat de kost verdient met borduurwerk. Als hij toevallig in Stephana’s huis komt om zijn peetmoeder te begroeten loopt alles mis. Deze Nikona is in dienst van Stephana en door een ongelukkig toeval bevinden zich ook Gléby, Alexis en zijn gevolg aldaar. Vassili doodt Alexis, wordt veroordeeld en Stephana reist hem na als ‘vrijwillig gedetineerde’.

Als Gléby ook in dat kamp opduikt zijn de rapen gaar. Hij wil zijn vroegere protégée meenemen, kent een ontsnappingsroute. Als ze weigert maakt hij ten overstaan van de gevangenen alles bekend over haar verleden als courtisane, tot verbijstering van Vassili. Ze geeft echter geen krimp, beschuldigt hem op zijn beurt van bedrog en uitbuiting. Als ze met Vassili wil ontsnappen via de route die Gléby heeft aangegeven, slaat deze alarm. Stephana wordt neergeschoten en sterft in de armen van haar geliefde.

Barkhatov maakt geen gebruik van live videobeelden, bless him. Maar helemaal zonder filmbeelden bleek toch een brug te ver in een hedendaagse productie. Het verhaal wordt omlijst door een raamvertelling waarin een oude vrouw begin jaren ’90 op zoek gaat naar het verleden van haar familie. Ze reist van Petersburg naar Siberië en als ze de plek heeft gevonden waar ooit het strafkamp stond waar haar ouders zijn omgekomen, strooit ze daar de as uit van haar overleden broer. Die urn heeft ze de hele tijd in haar arm geklemd, ze laat hem geen moment uit het oog. De plek in kwestie is nu een eenvoudige kinderspeelplaats tussen typische ‘oostblok’ woonflats. Het lijkt een verwijzing naar de situatie is Berlijn waar zich een kinderspeelplaats bevindt boven de  vroegere Führerbunker, omringd door DDR Plattenbau. 

Het decor van de eerste akte wordt met schuifwanden en andere kleine aanpassingen geschikt gemaakt voor de twee volgende. Om die raamvertelling een plek in het geheel te geven speelt akte 2 zich niet af op een treinstation maar in een archief. De oude vrouw mag daar op zoek gaan naar haar familie. Om het niet moeilijker te maken dan strikt noodzakelijk krijgt ze en passant de tekst van ‘la fanciulla’ te zingen, een meisje dat in het vervolg van het verhaal geen rol meer speelt. De kostumering is een beetje onbestemd maar uit de film kunnen we afleiden dat die vrouw een jaar of tachtig is. Barkhatov laat haar geboren worden in het strafkamp evenals een wat ouder broertje. Daarmee situeert hij de handeling in de nadagen van het tsaristische Rusland.

Dat Stephana haar Vassili louter en alleen uit liefde nareist om het leven in een strafkamp met hem te delen wordt door Barkhatov met een korreltje zout genomen. Hij toont haar hoogzwanger op dat treinstation ergens in Siberië waar ze een kapitein geld geeft in ruil voor informatie over Vassili’s eindbestemming. Ze heeft haar rijke leven vaarwel gezegd en ‘alles’ aan de armen gegeven maar voldoende contant geld meegenomen om te kunnen overleven.

Het kampleven wordt treffend weergegeven maar geweldsexcessen blijven nadrukkelijk achterwege, het moest immers een romantische opera zijn? De muziek is heel herkenbaar voor de luisteraar die bekend is met Chénier en Fedora. Een beklijvende hit ontbreekt maar het werk kent meerdere fraaie monologen en duetten. In de tweede en derde akte wordt veelvuldig geciteerd uit het lied van de Volgaslepers, een Russische traditional.

De Canadese sopraan Ambur Braid geeft schitterend gestalte aan de gedoemde heldin die zoals zo vaak haar verleden niet kan ontlopen. Ze acteert zeer geloofwaardig en haar zang is van begin tot eind op hoog niveau. In de eerste akte is ze nog een roekeloze verliefde vrouw die tot haar ontzetting alles in duigen ziet vallen. Maar door zich ‘te bekeren’ tot de echte liefde en Vassili na te reizen om zijn lot te delen, transformeert ze in een powerhouse dat Gléby overtuigend van repliek dient en de sympathie van haar medegevangenen weet te verwerven.

Tenor Alexander Mikhailov zet een solide Vassili neer, uitstekend gecast door Barkhatov die hem kort daarna ook een rol gaf in zijn productie van Charodéyka in Frankfurt. In die opera zong hij Prins Yuri die het enige liefdesduet van het werk voor zijn rekening neemt. Weliswaar met zijn moeder, maar toch. In Siberia is hij een goed acterende lover die na een kort moment van ontzetting de situatie toch weer weet te accepteren, zowel in de confrontatie met Prins Alexis als met Gléby.

De Gléby van Scott Hendricks is gemaakt charmant en manipulatief in de eerste akte, rancuneus in de derde. Enge man, mooi gedaan. In de kleinere rollen vallen vooral Frederika Brillembourg als een bezorgde Nikona en Omer Kobiljak als de onfortuinlijke Alexis op. De rol van de oude vrouw die ook nog even zingt komt voor rekening van Clarry Bartha.

De muzikale leiding van Valentin Uryupin completeert het succes. Hij dirigeert de Wiener Symphoniker en het Praags Philharmonisch Koor. Een echte aanwinst de opname.

Trailer van de productie:

https://www.youtube.com/watch?v=NmLIPo3DvYQ

Fotomateriial : © Karl Forstner/ Bregenzer Festspiele

Plaats een reactie