Tekst: Lennaert van Anken

Bij het grote operapubliek is bekend dat de Italiaanse Pietro Mascagni met zijn Cavalleria rusticana (1890) de grondlegger is van het verisme, opera’s die draaien om de gewone burger in plaats van goden, koningen, keizers, adelen enzovoort. Maar naast deze kaskraker, waarmee de Italiaan stante pede beroemd mee werd, heeft Mascagni daarna aanvullend nog 15 andere opera’s op zijn naam gezet, die allemaal de moeite zijn maar zelden gespeeld worden. De NTR Zaterdagmatinee lijkt echter bezig met een Mascagni cyclus, want na een uitvoeringen van de filmmuziek van Rapsodia Satanica (2017) en Il Piccolo Marat (september 2020), was het vandaag de beurt aan L’amico Fritz.

L’amico Fritz volgde een jaar na de Cavalleria rusticana en is in vele opzichten een tegenpool te noemen. Het verhaal dat over de jonge rijke Fritz Kobus is vrij simpel te noemen, zonder extatische dramatiek. Fritz gelooft niet in de liefde en gaat een weddenschap met zijn goede vriend de Rabbijn David aan dat ook hij iemand zal vinden. Op zijn verjaardag komt een onschuldig en verlegen plattelandsmeisje (Suzel) hem feliciteren met een boeket viooltjes. Uiteraard slaat de vonk over (in het beroemdste stuk van de opera, het kersenduet), hetgeen Fritz een bedrijf later zwichtend erkent als hij denkt dat ze uitgehuwelijkt wordt aan een ander. David wint de weddenschap, maar geeft de prijs aan de aanstaande bruid Suzel. Eind goed al goed.

Het verhaal is eerlijk gezegd een niemanddalletje, maar de muziek is dat allerminst. Na de dramatische Cavalleria rusticana is dit wellicht voor het publiek een te lieflijke compositie, maar Mascagni spint waarlijk ingenieus zijn melodieën van begin tot eind waarmee hij het publiek weet te vervoeren met eveneens dramatische prachtmomenten. En terecht dat de NTR matinee hiermee wederom een triomf boekte. Al was dat op z’n minst niet per definitie te verwachten. Alle hoofdrollen waren namelijk in de aanloop vervangen voor andere zangers (een zieke, een recent uitgekochte door een prestigieus operahuis en een protagonist die de rol niet meer passend vond in het verdere verloop van de carrière).

Maar wonderlijk wel hinderde de werkelijk fantastische dirigent, de relatief jonge Andrea Battistoni (35 jaar), het niet. Hij dirigeerde met passie en liefde de wonderschone partituur van Mascagni, met tevens een zeer goed luisterend oor naar de grenzen van zijn zangers. Het intermezzo tussen de tweede en derde akte werd met recht beloond met een ware ovatie.
De jonge Roemeense tenor Ioan Hotea (32) zong de rol van Fritz. Hij heeft een wat metalige kleine stem, maar excelleerde in de zoetgevooisde melodieën in met name de twee duetten met Suzel. Zijn pianissimi waren indrukwekkend, waardoor het kersenduet het hoogtepunt van de middag werd.

De Chileense sopraan Yaritza Véliz was voor mij de ster. Een prachtsopraan die naast extatische momenten evenals haar Fritz indrukwekkende pianissimi zong. Ergens deden zij mij beiden sterk aan de zangers van weleer denken, iets dat je zelden hoort vandaag de dag. Beide toonden een solide techniek, forceerden nergens en gebruikten vibrato als een versiering in plaats van dat ze zongen met een constante tremolo. Beide ronduit prachtig.

Geheel met Lennaert van Anken eens. Een top middag. Ik hield mijn hart vast na zoveel wijzigingen in de bezetting maar het werd een triomf voor alle betrokkenen. Een klein minpuntje maar dat betreft Mascagni’s kennis van de menselijke stem. Hij laat Suzel in een voor de sopraan zeer lastige, lage ligging het Bijbelverhaal van Rebecca vertellen terwijl David als bariton in het comfortabele middenregister mag zingen of was het de bedoeling van Mascagni om Suzel zich opgelaten te laten voelen. De stem van Yaritza Véliz viel hier bijna weg.
LikeLike
Fantastisch verwoord hoor Lennnaert. Hetvwascweer een Matinee met 5*****.
Guglielmo Ratcliff zou zeker ook mijn Matinee wens voor de Mascagni cyclus zijn.
LikeLike
Het was een heerlijke middag. Zo genoten van alles. We want more!
LikeLike