Tekst: Peter Franken
Deze opera van Alberto Franchetti (1860-1942) ging op 15 maart 1902 in La Scala in première. Het libretto is van Luigi Ilica, bekend van de tekstboeken voor Andrea Chénier en Tosca. Beide libretti waren oorspronkelijk voor Franchetti bestemd maar kwamen uiteindelijk bij zijn collega’s Giordano en Puccini terecht.
Franchetti was afkomstig uit een zeer welgestelde bankiersfamilie en kon zich permitteren het componeren louter als hobby te bedrijven. In 1888 huurde zijn vader voor hem het theater in Reggio Emilia af voor de première van zijn zoons eerste opera: Asrael. In 1892 volgde Cristoforo Colombo en tien jaar later Germania, waarbij Toscanini dirigeerde en Caruso zong. Het werk had aanvankelijk veel succes en werd in alle grote huizen gespeeld. Na een jaar of twintig raakte het echter op de achtergrond en werd vrijwel volledig vergeten.
Hieronder: Caruso zingt ‘Studenti! Udite’
De Duitse versie die in Berlijn werd vertoond paste uitstekend in het rijtje ‘Ausgrabungen’ door de toenmalige intendant van DOB, Kirsten Harms. De opera begint in 1806 in de omgeving van Neurenberg. Een groep studenten houdt de uitgever Johann Philipp Palm verborgen voor de politie. Deze is naar hem op zoek, in opdracht van de Franse bezettingsmacht. Hij heeft een geschrift verspreid waarin de vernedering van Duitsland aan de kaak wordt gesteld en de Fransen alsmede de Duitse vorsten die hen steunen, scherp worden aangevallen. In een subplot wordt Palm verraden door een jongen die later amnestie krijgt als hij zich bij de vrijheidsstrijders voegt.
De studenten zoeken naar mogelijkheden om het land in opstand tegen de bezetters te brengen. Hun aanvoerder Karl Worms wil de vreedzame weg bewandelen, zijn vriend en tegenstrever Friedrich Löwe is voorstander van een gewelddadige aanpak. Het gaat echter niet alleen om de pen tegen het zwaard.
Wat de verhouding tussen beide mannen compliceert is het feit dat Worms tijdens de afwezigheid van Löwe een verhouding heeft gehad met diens verloofde Ricke. Worms bezweert de vertwijfelde Ricke hierover te zwijgen. Als de strijd losbarst komt het bericht dat Worms is gesneuveld, tot kortstondige opluchting van Ricke die haar innerlijke rust terug hoopt te vinden. Maar op de huwelijksdag van Löwe en Ricke duikt Worms plotseling op, weliswaar zwaargewond maar nog in leven. Als hij ziet dat zijn geliefde is getrouwd met zijn rivaal, gaat hij er vandoor. Ook Ricke neemt de benen met achterlating van een brief waarin ze de affaire opbiecht en om vergeving vraagt.
Jaren later treffen we de protagonisten opnieuw, deze keer in Königsberg. Men maakt zich op voor de strijd om Duitsland te bevrijden van Napoleon. Worms leeft nog steeds en Löwe daagt hem uit voor een duel. Een vooraanstaand revolutionair weet hen ervan te overtuigen hun energie te richten op het grotere belang: de vrijheidstijd. Onder het uitroepen van ‘leve de dood’ gaat de hele groep op pad. Bij de daarop volgende Volkerenslag in Leipzig sneuvelt Worms. Löwe is stervende als Ricke hem op het slagveld terugvindt. Zij gaat bij hem liggen om alsnog een huwelijksnacht met haar echtgenoot te beleven.
Ik bezocht een voorstelling van deze opera tijdens de Revolutions Wochen in 2006, waarin ook Andrea Chenier en Marie Victoire waren geprogrammeerd.
Bariton Bruno Caproni gaf een goede vertolking van Worms, zijn tegenpool en rivaal in de liefde Löwe was in goed handen bij de tenor Carlo Ventre, sterk optreden. Het meisje ‘tussen hun twee vuren’ werd vertolkt door de dramatische sopraan Lise Lindstrom, bij vlagen zeer ontroerend.
Renato Palumbo had de muzikale leiding.
Trailer van de productie:
Van de voorstelling is een opname uitgebracht op dvd (Cappricio 93518)

