In Lazarus doet David Bowie zichzelf te weinig recht.

Tekst: Neil van der Linden

https://www.musicalweb.nl/wp-content/uploads/2017/07/lazarus.jpg

David Bowie was een jeugdheld. Hoewel hij altijd iets afstandelijks en bedachts had (en ook dat paste bij zijn imago), en zijn geflirt met Amerika – terwijl hij zo door en door Engels was – mij irriteerde, was het een combinatie van zijn experimenteerzin en zijn biseksuele imago die hem onderscheidden. Dat was tot aan 1983, het jaar van één van zijn grootste commerciële hits, Let’s Dance.

Tot dan toe was hij consequent een voorloper geweest. Vaak op een eclectische manier: hij ‘kopieerde’ geregeld anderen, en je kon het soms zelfs plagiaat noemen. Maar ook in dat kopiëren was hij zijn tijd vooruit, kopiëren werd een kenmerk van het postmodernisme. Hij kopieerde cabaretmuziek, creëerde elektronische muziek, hij integreerde ‘zwarte’ funk-ritmes en baspatronen in in principe ‘blanke’ muziek, zong al vroeg over science fiction-onderwerpen (‘Space Oddity’, ‘Is there life on Mars?’), flirtte met mode (de song Fashion), schiep via alterego’s via glitter en glamour-uiterlijk in zijn live-optredens en op zijn hoezen, en koketteerde met same-sex ‘gender-neutraliteit’ door met echtgenote Angie in identieke make-up te poseren, en homoseksualiteit, al heel vroeg maar ook heel duidelijk in de film Merry Christmas Mr Lawrence uit 1982, waarin het personage, een door de Japanners krijgsgevangen gemaakte knappe Britse kolonel – Bowie –  zich overduidelijk aangetrokken voelt tot een eveneens knappe Japanse officier – de musicus Ryuichi Sakamoto.

Na die ene funk-diso-hit uit 1983, Let’s Dance, nam vernieuwingsdrang wat af, maar hij had er toen al een muzikale loopbaan van veertien jaar op zitten. Dat was langer dan de Beatles bij elkaar waren geweest.

In Lazarus, min of meer een autobiografie, geschreven door Bowie zelf samen met ene Enda Welsh, krijgen we een selectie van ‘greatest hits’ die de fans (de zaal zat vol met veertigers, vijftiger en zestigers) blij maken. Maar ik zag weinig terug van die vernieuwingsdrang, weinig dat weerspiegelde wat Bowie echt teweeg heeft gebracht.

Wat betreft het artistiek overzicht over zijn oeuvre mis ik wel wat uit zijn ‘tweede periode’, van de albums Station to Station (1976) tot en met Scary Monsters (1980). Al is het een stunt om Heroes uit 1977, één van de hoogtepunten uit zijn zogenaamde Berlijnse periode (toen hij geregeld opnam in Berlijn en hij op soms dubieuze wijze naar symboliek uit het Nazisme en het Oostduitse communisme leek te knipogen) om te vormen tot een zoetgevooisd liefdesduet, waarmee de musical afsluit. Wil Bowie met dit einde zeggen dat hij verkeerd is begrepen?

Bowie schreef deze musical in de tijd dat hij te horen had gekregen dat hij aan een ongeneeslijke vorm van kanker leed. De musical is geïnspireerd door de science-fiction roman The Man Who Fell To Earth uit 1963 van Walter Tevis, op basis waarvan de Britse regisseur Nicholas Roeg een film heeft gemaakt met Bowie in de hoofdrol als de ‘man who fell to earth’ (1976). Lazarus is een vervolg op die roman en die film. The Man Who Fell to Earth wil terug naar de ruimte. Daarvoor moet hij een raket bouwen.

Allerlei figuren uit zijn dagelijks leven storen hem hierbij. De enige die hem kan helpen is een personage uit zijn verbeelding, ‘Girl’ genaamd. Met haar hulp, maar dus eigenlijk met de hulp van zijn eigen projectie, lukt die terugtocht naar de ruimte, in elk geval in de verbeelding, en gaat hij met Girl op reis, verbeeld met videoprojecties, onder het in duetvorm zingen van Heroes.

Persfoto Lazarus DeLaMar_ otocredit- Jan Versweyveld

© Jan Versweyveld

De hoofdpersoon uit de oorspronkelijke roman, Roeg’s film en uit Lazarus heet Thomas Newton. Hij is een zware alcoholist. In het decor dat een luxueus groot modern leeg appartement voorstelt vormen zijn een onopgemaakt bed en een ijskast vol flessen gin de weinige interieurelementen. Die ijskast gaat voortdurend open, wat de onophoudelijke drankzucht van Newton uitbeeldt. Door de alcoholnevel heen kijkt Newton, gespeeld en gezongen door Dragan Bakema, terug op een verleden met een grote liefde, Marylou genaamd, die hem heeft verlaten.

In allerlei vrouwen in zijn omgeving probeert hij die oude geliefde terug te vinden, onder meer in een soort secretaresse annex huismanager (Noortje Herlaar), en verder op iedere vrouw die maar in de buurt komt. Die projecties blijken illusies, behalve bij één figuur, maar dat is een illusionair personage, Girl (Juliana Zijlstra, die op 17-jarige leeftijd al wonderlijk overtuigend op het toneel staat, en overigens ook, samen met Noortje Herlaar, de beste stem van de hoofdrolspelers heeft).

De mannen rond Thomas Newton zijn allemaal slecht of slap: managers die proberen hem aan het werk te krijgen om nog aan hem te kunnen verdienen tot en met de jaloerse echtgenoot of levensgezel van die secretaresse en huismanager. Ook al gaat het om een romanfiguur, mede gezien de koppeling aan het overzicht uit Bowies oeuvre, is het vermoedelijk ook de bedoeling Lazarus als autobiografisch te zien. Bij Bowie zou ik dan wel hebben gehoopt op minder voorspelbare en ‘burgerlijke’ en ook op karakterologisch minder vlakke personages. De vele tekst staat bovendien verdere karaktertekening eerder in de weg dan dat die mogelijkheden verruimt.

Persfoto Lazarus DeLaMar-3 Fotocredit- Jan Versweyveld

© Jan Versweyveld

Dat terugverlangen naar die ene Marylou, is dat waar de altijd zo veelzijdige Bowie op het laatst voor wilde staan? Er is overigens zelfs een bijrol personage, dat vertelt dat hij ooit ten onrechte voor homoseksueel is aangezien. Misschien is ook dat ook een alter ego van Bowie? Dan voel ik me wel verraden. Maar waarom is dat personage überhaupt op het toneel als het verder niet wordt uitgewerkt? Ja, ik begrijp dat Marylou kan staan voor alles uit het verleden, de artistieke bloeiperiode, de creatieve jaren enz. Overigens ging nou juist David Bowie tot het eind toe door met het opnemen van nieuwe en vernieuwende muziek. Maar misschien is het de schuld van Lazarus’ co-auteur Enda Walsh.

De best gekozen songs, met eraan gewaagde vertolkingen, zijn ‘The Man Who Sold the World’, een sciencefiction electrorocker helemaal uit Bowies beginperiode, het seksueel geladen ambigue cabareteske ‘Changes’ van vlak erna, 1971, inderdaad goed gezongen zoals de NRC schreef door Noortje Herlaar, ‘All the Young Dudes’ uit 1972, een voluit ambigue puberjongenssong, indertijd een hit van de glamourrock band Mott the Hoople en hier gepromoveerd tot echte Bowie-song en ‘Absolute Beginners’, een filmsong uit 1986; met de laatste twee kwamen ook niet-standaard Bowie-songs mooi voor het voetlicht. En dan is er aan het eind zoals hiervoor beschreven associaties het ooit controversiële ‘Heroes’, hier omgevormd tot een romantische musical-duet.

Persfoto Lazarus DeLaMar-7 otocredit- Jan Versweyveld

© Jan Versweyveld

De begeleidende musici waren trouwens fantastisch, en hier had regisseur Ivo van Hove’s vaste decorontwerper Jan Versweyveld iets briljants gedaan. De musici stonden achter glas in een ruimte achter het appartement van Thomas Newton, alsof je door ramen naar een belendende ruimte kijkt, in dezelfde architectonische stijl, maar overigens witter en kouder belicht. Door ze achter glas of plastic te plaatsen kon je bovendien voorkomen dat de band te hard zou klinken, en, briljant technisch detail, de drummer zat daarbinnen in nog een extra glazen of plastic kooi. Al het geluid instrumenten kwamen zo prachtig gecontroleerd elektronisch versterkt in de zaal terecht, terwijl je tegelijkertijd de musici bezig zag, maar ook vanuit een andere wereld. Is dat dan niet eigenlijk de andere wereld waarnaar Thomas Newton terug wil?

Lazarus van David Bowie en Enda Welsh.
Regie Ivo van Hove.
Gezien in DeLaMar theater, 19-10-2019

Voor meer informatie en speeldata:

https://delamar.nl/voorstellingen/lazarus/

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s