
Gijs Scholten van Aschat en Christianne de Bruijn ©Ben van Duin
Dichterlijke vrijheid, zeker als het nog versterkt wordt door politieke belangen (zo is het altijd geweest en zo zal het altijd blijven, maar dit terzijde) gaat ver, heel ver. Dus is Richard III in de gelijknamige, wellicht de meest grimmige van alle Shakespeare-tragedies, een gewetenloze, op macht beluste schurk. Op zijn weg naar troon en macht vermorzelt hij alles en iedereen en schuwt daarbij sadistische spelletjes niet. Hij ziet er ook niet uit: Shakespeare heeft hem niet alleen een afschuwelijk karakter, maar ook een bochel en een manke poot toegedicht.
In het echt was de arme Richard een goede, liberale en verstandige heerser die niet alleen niemand vermoorde, maar die ook nog eens de echte samenzweerders gratie heeft verleend. Een humanitaire daad die hem uiteindelijk zijn leven heeft gekost. En naar de schilderijen uit die tijd te oordelen, zag hij er best aardig uit.
Een ding moeten we Shakespeare wel nageven: schrijven kon hij als geen ander. Zijn drama is meeslepend en zijn antiheld is allesbehalve ééndimensionaal, want naast al die gebreken en nare karaktertrekken kan hij allercharmants uit de hoek komen.

Gijs Scholten van Aschat © Ben van Duin
Gijs Scholten van Aschat behoort ongetwijfeld tot de beste Nederlandse acteurs. Hij houdt van Shakespeare en hij luistert graag naar de muziek van Tom Waits (en diens vrouw, Kathleen Brennan). Daar is op zich niets ongewoons aan, ware het niet dat het hem was opgevallen dat sommige van Waits’ songtesten vrijwel letterlijk naar thema’s als Rozenoorlogen verwijzen.
Daar is hij mee aan het werk gegaan en, geholpen door de dramaturge Janine Brogt, stond hij aan de wieg van een door Orkater gemaakte voorstelling, dat door sommige recensenten nu al tot “dé beste voorstelling van het seizoen” uitgeroepen.
De voorstelling is opgebouwd vanuit de muziek. Het is niet zo, dat de tekst er ondergeschikt aan is, dat kan ook niet. De muziek zorgt er voor dat je de tekst ook in perspectief kan zien, er mee aan de haal kan gaan en manipuleren: het stuk, de acteurs en – voornamelijk – het publiek. Een echt Muziektheater (ja, met de hoofdletter) zoals het ooit door Brecht en Weill is bedacht. En zoals je het tegenwoordig nog maar zelden ziet.
De toon wordt gezet met de, bij de opkomst gezongen, song ‘Misery is the river of the world’. Door de woorden: “There’s nothing kind about man. You can drive out nature with a pitchfork, but it allways comes roaring back again” kreeg je als het ware een soort proloog voorgeschoteld. Kippenvel.
Met de liederen – ik noem er maar drie – zoals ‘Poor Edward’, ‘Take care of all my children’ of een bijzonder sterk ingezette ‘I’ll shoot the moon’ werd de tekst niet alleen geïllustreerd maar ook versterkt. Ook visueel, en dat terwijl je ogen ook niets te kort kwamen, want het wervelde, sprankelde, spetterde en duizelde dat het een lieve lust was – de hallucinerende dynamiek maakte dat je af en toe vergat adem te halen.

© Ben van Duin
Het toneelspelen zelf was ook van allerhoogste niveau. Met Richard naam Gijs Scholten van Aschat afscheid van het vrije circuit (vanaf nu gaat hij deel uitmaken van Toneelgroep Amsterdam) en dat deed hij op onnavolgbare manier. Hij is een buitengewone charmeur en pakt je in waar je bij staat. En hij kan zingen, waardoor hij je niet alleen met woorden maar ook met songs weet te verleiden. Richard ten voeten uit.

© Ben van Duim