Daar was die dan: de allereerste solo-cd van Piotr Beczała bij Deutsche Grammophon. Een album zonder de standaard tenorhits, maar mét heel veel goud uit het operetterepertoire. Geweldig!
Nu Beczala een exclusief contract met het prestigieuze label Deutsche Grammophon heeft getekend, draait ook de pr-afdeling op volle toeren. Naast trailers, making of’s, reclamefilmpjes, artikelen en interviews op de radio en in allerlei kranten en magazines mocht de gevierde tenor ook in de Yellow Lounge optreden.
Ook aan Facebook werd gedacht en er is, naast een ‘fan page’, een professionele ‘wall’ van de artiest. Beroemd worden en blijven kent zijn prijs.
Ik bedoel dat niet sarcastisch. Het is de alledaagse waarheid die al sinds mensenheugenis geldt: zonder reclame geen verkoopcijfers en zonder verkoopcijfers geen nieuwe opnamen.
Nu is Piotr Beczała geen onbekende meer. De zanger heeft al lang en breed zijn kwaliteiten bewezen, in de grootste operahuizen van de wereld en op cd’s en dvd’s, die zowel live (de meeste) als in de studio zijn opgenomen.
Zijn commerciële eersteling is anders dan andere ‘debuutrecitals’ van bekende en minder bekende sterren. Hier dus geen ‘La donna e mobile’ en geen ‘E lucevan le stelle’, hits die op geen enkele tenor-cd ontbreken. En toch: aan hits geen gebrek. Alleen gelden ze een ander genre, door velen smalend als minderwaardig bestempeld: operette.
Ik, een grote operetteliefhebber (ik neem aan dat er veel meer moeten zijn? Kom op! Spreek je uit!) kan dan niet anders dan hardop juichen: eindelijk! En ik moet ook eerlijk zeggen dat ik mij geen betere pleitbezorger van het genre kan voorstellen.
Beczala’s ‘Wien, du Stadt meiner Traüme’ van Sieczynski is smachtend en sappig. De gezonde dosis ‘schmalz’ maakt dat het net op het randje balanceert. Het walst, het duizelt en het laat je verliefd achter. Je doet je ogen dicht en dan komen de zoete dromen… Zo hoort dat. Althans, voor mij. Zijn hoge c aan het eind klinkt een beetje geforceerd, van mij mocht het ook een bes zijn.
‘Girls were made to love and kiss’ (uit Paganini van Lehár) weet hij met een knipoog over te brengen en ‘Ob blond ob braun’ van Robert Stolz is ouderwets lekker. Maar het allermooiste vind ik zijn Kálmán. Het lijkt alsof hij er de meeste binding mee heeft; de melodieën vloeien als honing uit zijn keel.
Van ‘Wenn es Abend wird’ uit Gräfin Mariza werd uw recensente een beetje week en de muziek echode nog na toen ze naar bed ging. En nog steeds kan ze het niet uit haar hoofd krijgen…
De cd is bedoeld als tribuut aan Richard Tauber, de operettezanger uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Al was Tauber, uiteraard, meer dan een operettester. Hij was ook gevierd operazanger (zijn Mozart is ongeëvenaard!) en componist.
In zijn ‘Du bist die Welt für mich’ (Der Singende Traum) uit 1934 wordt Beczała bijgestaan door de maestro zelf. Grappig en leuk, maar voor mij had het niet gehoeven. Beczała is Tauber niet, gelukkig niet. Hij heeft zijn eigen timbre, iets wat hem zo uniek en zo herkenbaar maakt. Nu ga je ongewild vergelijken en dat is gewoon niet eerlijk. Zeker ook omdat Tauber de pre heeft van de vooroorlogse opname techniek, waardoor het veel authentieker klinkt.
Over opnametechniek gesproken: de cd is in dezelfde Londense studio opgenomen waar ook Tauber werd geregistreerd en men gebruikte ook de microfoons uit die tijd.
Het Royal Philharmonic Orchestra onder leiding van Lukasz Borowicz begeleidt met schwung. Je merkt dat iedereen er met veel plezier aan heeft gewerkt.
Het is jammer dat in het boekje geen woord wordt gerept over de andere artiesten die mee hebben gewerkt aan de cd. Goed, Anna Netrebko kennen we wel, maar Avi Avital was toen nog niet echt een naam die een belletje deed rinkelen. Hij is een virtuoos op de mandoline en zijn begeleiding van ‘O mia bella Napoli’ smaakt naar meer.
Van de Berlin Commedian Harmonists (fantastisch, maar geef mij maar ‘onze’ Frommermann) heb ik zelf ook nooit eerder gehoord. Natuurlijk: Google helpt, maar het was fijn als het allemaal in het tekstboekje was opgenomen.
Het boekje zelf is, althans mijn exemplaar, hoe zou ik het zeggen… mismaakt? Er ontbreken een paar nummers.
Dein ist mein ganzes Herz, Piotr Beczała!
Heart’s Delight
The songs of Richard Tauber
Piotr Beczała (tenor), Anna Netrebko (sopraan), Avi Avital (mandoline), Berlin Comedian Harmonists
Royal Philharmonic Orchestra olv Lukasz Borowicz
DG 4790838
Piotr Beczala: thuis ben ik inmiddels overal
Heerlijke CD
LikeGeliked door 1 persoon