Wie zegt dat sprookjes niet meer bestaan? Zo lang er mensen zijn die in hun dromen blijven geloven, zo lang is er een kans dat ze ooit uitkomen. Wel of niet geholpen door een goede fee. Ook, als je zwart en arm bent en van een carrière van operadiva droomt
Dat dromen geen bedrog hoeven te zijn, daar weet Pumeza Matshikiza, 35 jaar geleden geboren in Lady Fere (Eastern Cape, Zuid Afrika), alles van. Haar jonge ouders waren arm en niet op haar komst voorbereid, zij scheidden dan ook toen Pumeza nog maar een klein kind was.
Samen met haar moeder, een niet onverdienstelijke amateurzangeres verhuisde zij naar Kaapstad, waar de armoede wellicht niet minder was, maar waar meer mogelijkheden waren. Zij studeerde aan de universiteit van Kaapstad, maar haar studie kon haar niet bekoren – haar geluk haalde zij uit het luisteren naar muziek.
Haar volgende stap was het South African College of Music, waar zij ontdekt werd door de Zuid-Afrikaanse componist Kevin Volans. Hij vroeg haar om in zijn nieuwe opera The Confessions of Zeno te zingen. Het was ook Kevin Volans die haar, nadat ze met haar opleiding in Kaapstad klaar was, een vliegticket naar Londen bezorgde, waarna ze werd aangenomen op het Royal College of Music. Daar hoorde een andere goede fee, de filantroop Peter Moores, haar zingen en besloot in haar onderhoud te voorzien.
In 2007 werd Pumeza gekozen voor het Jette Parker Young Artist programma, wat haar mogelijkheden gaf om ook masterclasses bij de grootste zangers zoals Renata Scotto en Kiri te Kanawa te volgen. In 2010 nam zij deel aan de Veronica Dunne zangcompetitie in Dublin, waar zij de eerste prijs won.
Een driejarig contract met het operahuis in Stuttgart volgde, het operahuis dat het heilige idee van regie theater tot de hoogste kunst heeft gepromoveerd. Op de vraag van een journalist hoe het haar beviel antwoordde zij zeer diplomatiek: “it is sometimes hard to get inside and ‘live’ a character who is being asked to behave in a way quite at odds with the music and words she is singing”. Wijze woorden.
Haar eerste klassieke muziek liefde was Mozart. Het gebeurde toen ze Edith Mathis Susanna hoorde zingen. Op de radio. In 2010 vertolkte zij de titelrol in Zaide in de Londense Sadler’s Wells, iets wat niet onopgemerkt is gebleven. Rupert Christiansen in de Telegraph: “Pumeza Matshikiza is one of opera’s most exciting new voices”.
Sindsdien is de sopraan een lieveling van het Engelse ‘recensentdom’ geworden. De koppen van de krantenartikelen liegen er niet om. Zo schreef Anna Picard in The Guardian van 27 juli 2014: “Pumeza Matshikiza: the township soprano who wooed the world.” En Michael Tanner ging in The Spectator van 2 augustus dat jaar nog een stapje verder: “I think I’ve found the new Maria Callas.”
In 2013 tekende zij een exclusief contract met Decca. Voor haar debuut-cd, Pumeza. Voice of Hope, heeft zij gekozen voor een mix van klassieke aria’s en Zuid Afrikaanse liedjes, inclusief de door Miriam Makeba wereldberoemd geworden ‘Pata Pata’.
Na twee mooie maar een beetje vlak gezongen Puccini-aria’s (‘O mio babbino caro’ en ‘Signore Ascolta’) gaat ze verder met liedjes in verschillende Zuid-Afrikaanse talen, even onderbroken door het kittige ‘Vedrai Carino’ (aria van Zerlina uit Don Giovanni) en een ontroerend ‘Donde lieta usci’ uit La bohème van Puccini.
Zeer onder indruk ben ik van “Thula Baba”, een oud slaapliedje die Pumeza zingt in het Xhosa en het Zulu. Dat het al generaties lang kinderen in slaap wiegt, dat geloof ik graag.
Ook het in het Swahili gezongen ‘Malaika’ (Mijn engel), over een stel jonge geliefden die geen geld hebben om met elkaar te trouwen behoort meteen tot mijn favorieten.
‘The Click Song’ is een traditioneel huwelijksliedje, die, zo wordt geloofd, veel geluk brengt aan de jonggehuwden. Pumeza zong het liedje op het huwelijk van prins Albert van Monaco en zijn Zuid Afrikaanse bruid in 2011.
Voice of Hope laat ons kennismaken met een mooie vrouw en haar – zonder meer – mooie stem. Zacht, vloeiend en met een donkere kern. Zelf had ik wat meer emoties willen horen, maar dat kan natuurlijk nog komen.
Het mooist vind ik haar in de ‘Umzi Watsha’ die haar ontdekker Kevin Volans speciaal voor haar componeerde. En in de Afrikaanse liedjes, waarin zij begeleid wordt door het Aurora Orchestra, een jong kamerorkest die geen vreemde uitstapjes schuwt en voor alles in is.
Trailer:
Nieuwe Maria Callas? Dat niet, maar: wie weet, een nieuwe Pumeza Matshikiza? De tijd zal het leren.
VOICE OF HOPE
Pumeza Matshikiza
Aurora Orchestra olv Iain Farrington
Staatsorchester Stuttgart olv Simon Hewett
Decca 4787605
En toen was er de langverwachte deel twee en ik heb er maar moeilijk mee, want hoe prachtig ik Pumeza Matshikiza’s stem ook vind, op een ratjetoe als dit zit niemand te wachten. Haar nieuwe cd bevat aria’s van (onder anderen!) Puccini, Catalani, Dvořak en Mozart en liederen van Hahn, Fauré en Montsalvatge. En dat dan ook nog eens allemaal door elkaar gehusseld. Het getuigt van slechte smaak.
Niet alleen aan de repertoirekeuze, ook aan de uitvoering van de cd Arias schort het één en ander. Fraai gezongen is het wel (al verontrust me Matshikiza’s ruime vibrato), maar waar blijven de accenten? Alles klinkt even mooi en daarmee even karakterloos. Bij geen enkele frase staat ze stil. Af en toe vraag ik me zelfs af of ze weet wat ze zingt.
Weet zij dat Angelica in ‘Senza mamma’ (Suor Angelica) haar gestorven zoontje beweent en afscheid neemt van haar leven? Of dat Wally in ‘Eben, no andró lontana’ van Catalani vaarwel zegt aan haar huis, vader en vrienden? In haar interpretatie mist zij drama, waardoor de aria’s aan zeggingskracht inboeten.
Haar Mimì uit La bohéme klinkt wel erg mooi, maar ze zingt Puccini’s personage te afstandelijk. In ‘Sí, mi chiamano Mimì’ ontbreekt de poëzie.
Valt er dan niets goeds op deze cd te ontdekken? Toch wel. In ‘Lungi dal caro bene’ uit Le gelosie villane, een onbekend pareltje van Giuseppe Sarti, weet Matshikiza me oprecht te ontroeren. En ook haar Susanna uit Le nozze di Figaro mag er zijn. Het is alleen jammer dat het Aarhus Symfoniorkester nogal bloedeloos begeleidt.
Met een cd als deze geeft een beginnende zanger zijn visitekaartje af. Om te laten zien dat hij van alle markten thuis is. Maar Matshikiza heeft haar visitekaartje twee jaar geleden al gegeven! Wordt het geen tijd voor het echte werk? Een lyrische sopraan is op haar 37e allesbehalve een beginner – als ze het nu nog niet goed doet, wanneer dan?
Ik zou tegen het label Decca willen zeggen: geef Pumeza Matshikiza een echte kans en neem bijvoorbeeld een complete opera met haar op, zodat we echt kunnen oordelen of ze een exclusief contract waard is. In de opera gaat het immers om meer dan een mooie vrouw op de cover