Stevie_Wonder

Het label Motown: hits aan de lopende band

TEKST: NEIL VAN DER LINDEN

Het platenlabel Motown begon in 1959 in Detroit toen een tante van Berry Gordy haar neef een bedrag van 800 dollar leende. Berry’s toekomstige platenlabel zou songs voortbrengen die een belangrijk deel van de muziek van de jaren zestig en de eerste helft van de jaren zeventig zou definiëren.

Mooi dat zijn tante zoveel vertrouwen had in hem, want talent voor marketing had Gordy als kind al getoond toen hij op het idee kwam kranten bedoeld voor een zwarte lezersgroep in witte wijken te gaan verkopen; hij zou een pionier worden in het aantrekkelijk maken van zwarte cultuur voor een wit publiek. Wel was hij al eens failliet gegaan met een eigen jazzplaten-winkeltje toen hij weigerde de veel commerciëlere blues-muziek te verkopen, waarop hij een tijd noodgedwongen lopende band-werk deed bij de Detroitse Ford-autofabrieken.

Naar eigen zeggen kreeg hij daar het idee voor een lopende band-manier voor het produceren van muziek. En zijn eerste schreden in de muziekindustrie als componist, producent en zanger waren meteen succesvol. De volgende stap was het beginnen van een eigen label. Dat label doopte hij Motown, genoemd naar Detroit, want de naam staat voor Motor Town. En misschien wel meer dan bij welk andere label ooit het geval is geweest is Motown-muziek als zodanig nog steeds een begrip.

Al snel hield hij op met zelf zingen en produceren en legde zich toe op het aantrekken van talent. Eén van zijn leidende principes zou worden dat een song in de eerste tien maten moest pakken, eigenlijk in de eerste tien seconden, zo wordt in de documentaire gezegd. Waarschijnlijk is daardoor dat je veel Motown songs meteen zelfs al aan een openingsakkoord of een enkele drumklap herkent.

Neem Marvin Gaye’s I heard it through the grapevine, gecomponeerd en geproduceerd door Norman Whitfield heeft zo’n drumklap als opening die je meteen herkent, een dreun op een tom-tom drum die klinkt als een dichtslaande deur, of misschien is het wel het geluid van een dichtslaande deur (het nummer gaat trouwens over een geliefde die is verlaten).

Marvin Gaye I heard it through the grapevine; de opname is de originele maar de video die eroverheen is geplakt is van een latere datum, in 1968 had Gaye nog geen baard:

De vocale track van de song; de foto’s bij deze clip geven beter weer hoe hij er in 1968 uit zag:

Luister ook naar de openingen van de serie zomerhits van 1966 van de Supremes zoals You keep me hanging on met de gitaar die het SOS morse-signaal imiteert en de fluitjes van de Four Tops’ I’ll be there,je herkent de nummers al in de eerste maat. Elk van deze nummers, geschreven en geproduceerd door het legendarische trio Lamont Dozier en de broers Brian en Eddie Holland, is herkenbaar, en terwijl ze tegelijkertije onmiskenbaar Motown zijn, herken je elk nummer ook afzonderlijk.

Dat lopende band-principe betekende wel dat de uitvoerenden, producenten en componisten zich naar Gordy’s stramien moesten schikken. Waarin de artiesten zelf niet veel controle over hun werk hadden. Dat ging op gegeven moment wrikken toen sommige Motown-sterren, waarvan sommigen piepjong bij het label waren begonnen, ouder en zelfbewuster werden. Artiesten als Stevie Wonder en Marvin Gaye eisten eind jaren zestig de volledige zeggenschap over hun eigen productie op. Sowieso was het de jaren van de jongerenrevoluties, en de geest daarvan waarde ook in Detroit rond, ook in de muziek.

Voor Gordy zat er niets anders op dan controle uit handen te geven. Ook al zal Gordy dat met waarschijnlijk met lede ogen hebben aangezien, ook deze cultuuromslag heeft Motown geen windeieren gelegd. Wonder en Gaye zouden met albums als Talking Book en Songs in the Key of Life (Wonder) en What’s Going On (Gaye) succesvoller zijn dan ooit. Ze worden bovendien nog altijd tot de grootste uit de geschiedenis van de popmuziek gerekend.

Stevie Wonder met Superstition van Talking Book live in Sesam Street

Rick Beato: what makes Superstition great?

Hoe Marvin Gaye eigenlijk zijn carrier riskeerde met het album What’s Going On

Kennedy Center Education met Questlove, audioanalyse van de song What’s Going On

Dat hij ook niet meer de meester-manager van voorheen was moge blijken uit het feit dat hij zelf eerst het meeste heil zag in de solocarrière van Diana Ross, de voormalige solo-zangeres van de Supremes, Diana Ross. Ze kreeg wel een aantal hits, maar haar artistieke loopbaan was niet consistent. Wat jammer was dat Gordy dacht haar acceptabeler te maken bij een wit publiek door haar jazz en Broadway-standards te laten zingen. Hij had dat al eerder gedaan, toen ze nog  bij de Supremes zong, iets dat ze ook toen al zelf eigenlijk niet graag deed.

Prachtig maar ook tragisch is een scene in de film waarin zij tijdens een concert met de Supremes, tegenover Gordy eerst weigert een bepaalde musical-standard te zingen. Ze zegt hem zelfs dat hij vergeleken bij zijn zanger-sterren eigenlijk een nobody is. Gordy vertelt dat hij dacht dat dit voor hem het moment zou worden met zijn muzikale carrière te stoppen. Maar dan hoort hij vanuit de kleedkamer dat Ross het nummer toch zingt, en kon hij zijn geluk niet op, naar eigen zeggen. Had Ross maar voet bij stuk gehouden, denk je als kijker.

Rond die tijd had Gordy ook de Jackson 5 geëngageerd en ook die werden een geldmachine, maar het was nou juist Michael Jackson die hem ontglipte en vervolgens bij Epic/Sony een paar van de bestverkopende en artistiek succesvolste LPs ooit zou opnemen, Thriller voorop (al vond ik het daaraan voorafgaande Off the Wall nog beter).

Ook Holland-Dozier-Holland waren bij Motown vertrokken, om geschillen over wat zij aan al hun hits hadden verdiend. Hoewel ze in de film heel amicaal terugkijken op de tijden van weleer, is er ook iets van bitterheid in hun commentaar te horen. Deze componisten hadden in hun hoogtijdagen meer Amerikaanse top-10 hits hadden dan de Beatles, de Rolling Stones en Elton John bij elkaar ooit hadden. Ze begonnen een eigen label, maar na één heel grote hit, Freeda Payne’s Band of Gold, ebde het succes snel weg. Nou ja, Holland Dozier Holland waren eigenlijk vooral single-hit schrijvers en producers geweest, en e tijd van de single was deels voorbij.

En er was nog een reden waarom de jaren zestig Motown-stijl niet meer bij de tijd was: de typische Motown sound met zijn hoge schelle tonen geproduceerd op snaredrum, rinkelende gitaar, scheurende saxofoons en hoog volume zang was (hoewel altijd mooi opgenomen zoals in het digitale tijdperk zou blijken, met onder meer de geniale studio-basgitaar- van James Jamerson, die geregeld te zien is in de film), maakte de muziek ideaal voor middengolf-radio’s en goedkope pickups om boven zenderruis en vervorming uit te komen.

De opkomst van de FM-radio en de stereo-installatie bij mensen thuis, ook zo rond 1970, veranderden het muziekleven voorgoed.

De Motown producer van de oude garde die dit alles wél haarfijn voelde was Norman Whitfield, die in de jaren zestig al vele hits had geschreven. Naast Marvin Gayes’ I heard it through the Grapevine, dat ook een hit werd door Gladys Knight and the Pips had hij magistrale hits van de Tempations op zijn naam staan, zoals Aint too Proud to Beg en I wish it would Rain. Als hij alleen maar die songs had gecomponeerd en geproduceerd zou hij geschiedenis ingaan als genie.

Maar de jaren zeventig braken aan, de tijd dat de funk hoogtij vierde, en Whitfield zag dat als een uitdaging. Ook met de Temptations had Gordy een crossover-carriere geambieerd, bijvoorbeeld door ze samen met The Supremes Burt Bacharach enzovoort te laten zingen. Maar gelukkig wist Whitfield ze net op tijd aan Gordy’s greep te ontrukken, en weer was er binnen Motown maar buiten de directe greep van Gordy om een succesvolle post-1970 artistiek tweede leven geboren, met een rauw seventies-resistent funky geluid dat overigens tot in de puntjes was geproduceerd.

Ook had Gordy er aanvankelijk moeite mee dat het nieuwe repertoire van de Temptations en andere muziek die Whitfield produceerde zoals Edwin Starrs anti-oorlogssong War het witte en brede publiek dat hij had weten aan te trekken weer zou afschrikken, aangezien titels als Cloud Nine, Ball of Confusion en Papa was a Rolling Stone doordesemd leken van referenties aan sociale misstanden en drugsmisbruik (en misschien ook aan recreatief gebruik). Maar een nieuw zelfbewust jong zwart en wit publiek pakte de draad op. De titels pasten helemaal bij de post-hippie tijd, en werden een doorslaand succes. De messcherpe close-harmony, ontleend aan de jaren vijftig doo-wop stijl én aan de gospelmuziek, was gebleven, maar er zaten nu wel grommende funkbassen en synthesisers onder.

The Temptations in Papa was a Rolling Stone

Maar ook Whitfield hield het bij Motown op gegeven moment voor gezien en ging elders bijvoorbeeld Rose Royce produceren, met grensverleggende songs als Car Wash en Love don’t live here anymore.

Naast archiefopnamen van optredens, interviews en studiosessies bestaat de documentaire uit tweegesprekken tussen Berry Gordy en Smokey Robinson en interviews met overige nog levende medewerkers.

Een hoogtepunt is een fragment waarin via notendiagrammen stap voor stap wordt uitgelegd hoe Marvin Gaye laag over laag, in multitrack, alle vocale en instrumentale partijen van het nummer Inner City Blues van zijn album What’s Going On opneemt.  

Ook prachtig is filmmateriaal van de opnamesessies voor My Girl de Temptations, gecomponeerd door Smokey Robinson; we zien bijvoorbeeld hoe de strijkers van het Detroit Symphony Orchestra de orkestpartijen inspelen. En we zien ook opnamesessies voor Marvin Gayes’ I heard it through the grapevine ook weer deels met klassieke strijkers en ook hoornisten.

En ja, er valt ook wel wat af te dingen op Gordy’s werkwijze, maar hij bracht die talenten wel telkens bij elkaar!

The Temptations in My Girl, geschreven door Smokey Robinson

Ook Aretha Franklin komt aan het woord met een lofprijzing aan het adres van Motown. Wel vind ik het jammer dat de in de documentaire geen aandacht wordt besteed aan de andere grootheden in de soul, zoals onder meer inderdaad Aretha Franklin, de hele Stax en Atlantic/Memphis-school en Curtis Mayfield. In een biografie over Beethoven doe je ook niet alsof Haydn en Mozart niet hebben bestaan.

Analyses van het Motown geluid: Can We Recreate The Motown Sound?


Andere documentaire over de betekenis van Motown, met onder meer Lamont Dozier en Randy Jackson van de Jackson Five:

Hitsville: the making of Motown, trailer:

Vanavond, woensdag 15 maart 22.15 in Het Uur van de Wolf in NPO Start.
https://www.npostart.nl/het-uur-van-de-wolf/16-03-2022/VPWON_1330294

Klassiekers van de Soul. Over de films Summer of Soul en Hitsville: The History of Motown.

Tekst: Neil van der Linden

Summer of Soul is een film over het Harlem Cultural Festival 1969.

De zomer van 1967, toen de hippiecultuur zich vanuit San Francisco over de hele wereld verspreidde, staat bekend als de Summer of Love. Maar was in New York de volgende zomer van 1968 in New York, volgend op de moord eerder dat jaar op Martin Luther King en Robert Kennedy, er een vol geweld. Om herhaling te voorkomen, stelde aantal woordvoerders van de Afro-Amerikaanse gemeenschap in Harlem om in het jaar daarop, in de zomer van1969, in een groot park in Harlem een muziekfestival met Afro-Amerikaanse en Afro-Carabische muziek te organiseren. De ‘progressieve Republikein’ burgemeester Linsay was er meteen voor in. En het werd een groot succes. Tienduizenden mensen ervoeren hoe muziek een gemeenschapssfeer hielp scheppen en cultureel bewustzijn kon versterken.

Belangrijk was dat de gemeenschap het geheel zelf organiseerde. Terwijl bij het ‘witte’ Altamont festival de situatie uit de hand was gelopen mede doordat de ‘witte’ (motorclub) Hells Angels, werd in Harlem de ordehandhaving toevertrouwd aan de Black Panthers. Dat zal hier en daar wenkbrauwen hebben doen fronsen, maar het pakte perfect uit, ook waarschijnlijk doordat het publiek na het jaar ervoor alleen maar zin had in een vredige sfeer.

Het festival vond verspreid over zes weekends plaats in Harlem. Onder de musici die optraden waren Stevie Wonder, Mahalia Jackson, Nina Simone, The 5th Dimension, een inmiddels wat in vergetelheid geraakte groep die toen net een nummer één hit hadden met een cover van songs uit de ‘witte’ hippiemusical Hair, The Staple Singers, de Edwin Hawkins Singers, Sly & the Family Stone, Gladys Knight & the Pips, Latin music percussionisten Mongo Santamaria en Ray Baretto, de Zuid-Afrikaanse trompettist en anti-apartheidsactivist Hugh Masekela en de Chambers Brothers, een toen populaire ‘psychedelic soul band met een witte drummer’.

Van de evenementen is 40 uur aan filmopnamen bewaard gebleven en die zijn in de afgelopen tijd onder leiding van de musicus Questlove, ofwel Ahmir Khalib Thompson, tot een film van twee uur omgevormd.De film laat geweldige optredens zien. Ik was vooral onder de indruk van Stevie Wonder, de Staple Singers en daarnaast een duet of tussen Mavis Staple en Mahalia Jackson, welke laatste mede omdat ze zelf niet helemaal gedisponeerd was de jongere collega  naast haar op het podium had uitgenodigd, wat leidde tot een extatisch duel.

Verder zijn de Edwin Hawkins Singers, net tot pop-status geparachuteerd dankzij het feit dat een radiostation hun ‘Oh Happy Day’ tot een nationale hit had gebombardeerd. Mooi is ook hoe Ray Baretto en Mongo Santamaria als Latin-artiesten hun muziek aan die van de zwarte gemeenschap verbinden.

Verder zijn er unieke opnamen van Sly & the Family Stone, die ook in de film van het Woodstock festival waren te zien. Naast een ‘witte’ drummer vielen Sly & the Family Stone ook op door een vrouwelijke trompettist, terwijl de trompet zeker in de jazz en pop vaak als domein van de man wordt gezien.

Indrukwekkend is ook de toespraak van de witte, ‘liberaal-Republikeinse’ burgmeester Lindsay, die zich sterk had ingezet voor raciale gelijkheid en die werd verwelkomd door overweldigend gejuich. (In de Woodstock film hindert het mij ook dat van de Jefferson Airplane en Country Joe & the Fish matige atypische bluesnummers zijn gekozen; waar was Grace Slick in de film?) Ook is de geluidskwaliteit opmerkelijk goed.

En de montage van de film is geweldig, waarbij ongetwijfeld helpt dat Questlove zelf een zeer ervaren musicus is; hij is bekend van de Roots, zelf een populaire hiphop groep en heeft ook vele andere musici begeleid, onder meer als vaste huismusicus van de Saturday Night Live. Er zitten geweldige filmische overgangen in de montage, zoals de manier een drum van een volgend muziekfragment is gemonteerd als net de moorden op Martin Luther King en Robert Kennedy zijn gememoreerd, en kijk eens naar de trailer van de film, zoals daar een fragment van een drumsolo van Stevie Wonder volgt op een stukje toespraak tot het publiek.

Mooi als tussendoor in de film zijn ook herinneringen van musici en toeschouwers aan het optreden, variërend van musici die nog in leven zijn zoals de Gladys Night, leden van de 5th Dimension en de drummer van Sly & the Family Stone tot een toeschouwer die er toen als vierjarige bij was en nu zijn ontroering nauwelijks meester is bij het zien van de filmfragmenten.

In de film vormt het optreden van Nina Simone de slotact. Zij was natuurlijk de verpersoonlijking van Black Awareness zelf. Een geweldige artieste en haar geweldige pianospel komt uitgebreid in beeld, maar muzikaal vind ik haar ook wat afstandelijk. Daardoor eindigt de film muzikaal toch niet in totale extase. Maar ik zou het alternatief ook niet zo snel kunnen bedenken, en misschien is het een bewuste keuze van Questlove om aan te geven dat het festival niet alleen opium voor het volk was.

In de hemel moet een versie van het festival bestaan waarop ook Marvin Gaye, Aretha Franklin, Wilson Pickett en Sam & Dave optraden, en vooruit, omdat de dood er toch niet toe doet, ook Otis Redding, die twee jaar eerder was overleden. En, God, dan ook nog graag Etta James, Al Green of Curtis Mayfield & the Impressions. En Miles Davis en, omdat het toch de hemel is, John Coltrane en Eric Dolphy, toen ook al overleden. Niet elk van deze artiesten droeg evenzeer bij aan ‘Zwart Bewustzijn’, maar ook Marvin Gaye zou twee later een political awareness doorbraakalbum uitbrengen, het uitermate succesvolle What’s Going On; misschien was dat zonder Nina Simone niet gebeurd.

Stevie Wonder, Gladys Knight én Marvin Gaye komen ook uitgebreid aan bod in de documentaire Hitsville: The making of Motown, over de opkomst en in feite ook de gedeeltelijke neergang van het legendarische platen label Motown. Die film komt volgende week aan bod.

Summer of Soul trailer. En alleen al het begin van deze trailer, de overgang van spreker naar het drumstel van Stevie Wonder, laat zien hoe goed het materiaal is gemonteerd.

Lange trailer

Summer of Soul: Rescuing a historic Harlem music festival

Questlove over het regisseren van de film:

Summer of Soul review – the best concert film ever made?:

https://www.theguardian.com/film/2021/jul/18/summer-of-soul-review-questlove-documentary-harlem-cultural-festival-1969

Summer of Soul: dé must see muziekdocu van het jaar Prachtige ode aan een vergeten festival

https://www.npo3.nl/film-en-serie/reviews/summer-of-soul

Alvast de trailer voor de film Hitsville: the making of Motown