Tekst: Peter Franken

Vier jaar na zijn opera Siberia kwam Giordano met een kort werk waarin het populaire thema van een onmogelijke liefde waarbij een van de twee wordt verlaten als gevolg van externe omstandigheden is getoonzet op muziek die volledig herkenbaar Giordano is. Maar het verhaal is flinterdun en erg voorspelbaar en met een opera die slechts een uurtje duurt bleek het moeilijk te zijn eerdere successen te herhalen.

Bij gelegenheid van de honderdste verjaardag van de première werd Marcella volledig geënsceneerd uitgevoerd tijdens het 33e Festival Valle d’Itria in 2007. Door Dynamic is een opname op dvd uitgebracht

.
Het verhaal doet denken aan Puccini’s La Rondine en ook een beetje aan Giordano’s eigen Fedora. De troonopvolger van een koninkrijkje op de Balkan leeft incognito in Parijs onder de naam Giorgio, als student en kunstschilder. Op een feest wordt hij herkend door Drasco, een afgezant van zijn vaderland maar hij gebiedt hem te zwijgen. Na de nodige verwikkelingen gebeurt het dat Giorgio het berooide meisje Marcella onder zijn arm neemt.
Na het hedonistische feesttafereel uit de eerste akte verandert het toneelbeeld en zien we een terras met uitzicht op een berglandschap: het liefdesnestje van Giorgio en Marcella. Hij heeft zijn vader te kennen gegeven niet terug te zullen keren maar als Drasco hem komt vertellen dat het land in rep en roer is – moord en doodslag, anarchie – en het volk smeekt om de terugkeer van de kroonprins, beseft Giorgio dat hij geen keus heeft maar tegelijkertijd wil en kan hij geen afscheid nemen van Marcella.

Uiteindelijk is zij het die hem het extra zetje geeft omdat ze de hopeloosheid van de situatie inziet. Hij moet haar vergeten, anders blijft hun liefde voor altijd een open wond in zijn leven. De opera eindigt met Marcella die als een hoopje ellende op de grond ligt. Maar, er gaat niemand dood, net als in La Rondine.
In de eerste akte is er het nodige overdreven jolige feestgedruis en in een monologue intérieur bezingt Giorgio zijn vrije leven, incognito in een ver land. Daarna draait het vrijwel geheel om de twee geliefden die in bijna elke scène voorkomen en al dan niet in duet hun grote liefde voor elkaar bezingen. Tot het treurige einde aan toe.
Fraaie melodieën die zeker niet onderdoen voor hetgeen de componist tot dan toe had geschreven. Ook de orkestpartij kent zeer welluidende en pakkende momenten. Probleem is dat je er een ander werk mee moet combineren om een avondvullend programma te krijgen. Giordano’s laatste opera Il Re biedt een mogelijkheid maar dat werk is pas echt een rariteit. Dus typisch iets voor dat festival in Martina Franca, Puglia.
Sopraan Serena Daolio is een mooie Marcella, uitstekend gezongen. Met tenor Danilo Formaggia vormt ze een goed koppel, sterk optreden van beiden. Bijrollen en koor zijn goed bezet. De enscenering is van Alessio Pizzech. Manlio Benzi heeft de muzikale leiding.
De uitvoering is op Spotify te beluisteren:
Er bestaat ook een complete opname van de opera, maar op de sopraan na met een andere bezetting: