Rob_Meyers

Carmina Burana klinkt ook goed met harmonie orkest

Tekst: Peter Franken

De eerste uitvoering van Carmina Burana in Frankfurt op 8 juni 1937

Carmina Burana is een compositie van Carl Orff (1895-1982) die in 1937 in première ging. ‘Het is een compositie in geheel eigen stijl. Orff selecteerde in 1935 een aantal liederen uit het middeleeuwse handschrift Carmina Burana en schreef er zijn eigen muziek bij. Orff schreef het stuk origineel voor solisten, koor, twee vleugels en slagwerk. Later herschreef hij de instrumentatie van ‘Carmina Burana’ voor een geheel symfonieorkest.

Er bestaat ook een versie voor blazers en Harmonie orkest St. Michaël Thorn liet zondag in Tivoli horen dat deze beslist niet onderdoet voor het origineel. Harmonie orkest is hier overigens een beetje misleidend: St. Michaël is een ‘symfonisch blazersorkest’ dat al 160 jaar bestaat en een grote reputatie geniet.

Orff liet zich bij het componeren niet alleen inspireren door de middeleeuwse teksten uit het genoemde handschrift in de Bayerische Staatsbibliothek maar vooral ook door de afbeelding op de eerste bladzijde Op deze miniatuur zien we een wiel, het is het rad van fortuin. Onderaan het wiel ligt een koning in de modder, erbij staat: regnum non habeo, oftewel: ik heb geen koninkrijk. Links stijgt hij op met het wiel, erbij staat: Regnabo, oftewel, ik zal regeren. Bovenaan het wiel zit hij op de troon: regno, oftewel: ik regeer. Rechts daalt hij met het wiel af, erbij staat regnavi: ik heb geregeerd. De koning eindigt weer waar hij begon: onderaan

De compositie vertelt hetzelfde verhaal. We beginnen onderaan het wiel: het noodlot wordt beklaagd. Dan komt de lente, de natuur komt tot bloei en de liefde bloeit ook op, dit mondt uit in de lyrische uitroep: ik zou alles geven om bij de koningin van Engeland, bedoeld is Eleonora van Aquitanië, in de armen te liggen; hiermee zijn we bovenaan het wiel aangeland, in zekere zin is het koningschap bereikt. Vervolgens dalen we langzaam weer af, de afdaling is een overgave aan de liefde, die uitmondt in de totale overgave: Dulcissime, totam tibi subdo me, oftewel: allerzoetste, ik onderwerp me geheel en al aan jou. Daarmee is de cirkel rond.

Behalve het orkest was er natuurlijk de grote bijdrage van het koor, hier het Brabant Koor onder leiding van Louis Buskens. En tussendoor kwam ook het Jeugdkoor Limburgse Koorschool onder leiding van Claudia Franzen nog even aan bod. Mijn aandacht ging vooral uit naar de solisten.

Countertenor Rob Meijers heeft heel weinig te zingen: ‘Olim Lacus colueram’. Goed vertolkt maar wel een kort optreden natuurlijk. De nieuwbakken winnaar van de Nederlandse Muziekprijs bariton Raoul Steffani was in meerdere solostukken te horen en dat was een groot genoegen. En Anna Emelianova gaf invulling aan het vrouwelijk element in een vijftal bijdragen met het ‘Dulcissime’ als laatste waarin ze een paar fraaie coloraturen mocht laten horen. Altijd fijn om deze mooie sopraan te mogen meemaken. Binnenkort is ze te bewonderen als Diane in Orphée aux Enfers van Opera Zuid.

Ivan Meylemans had de muzikale leiding. Een geslaagde uitvoering van dit populaire werk.

van links naar rechts: Rob Meijers, Ivan Meylemans, Anna Emelianova en Raoul Steffani