Tekst: Neil van der Linden

© Neil van der Linden
Naar verluidt was dit de eerste keer dat de Oper! Awards – ondanks hun Engelstalige benaming – voor het eerst buiten Duitsland werden uitgereikt. De prijswinnaars vielen dan ook voor het grootste deel binnen het Duitse taalgebied.

In elk geval was De Nationale Opera die dit jaar tot beste operahuis was verkozen het aan haar stand verplicht om het evenement maar eens te organiseren.

Van de gekozen zangers waren drie man en één vrouw, maar dat kan gebeuren als er maar vier prijzen te verdelen zijn. En de vrouw, de Albanese sopraan Ermonela Jaho, overtroefde iedereen. Ze zong ‘Chi il bel sogno di Doretta’ uit La Rondine van Puccini. Wat een stem, en wat een présence.

De verkozen beste zanger, de Amerikaan Michael Spyres, stelde mij daarentegen teleur. Ok, ik weet niet of de winnende zangers van te voren inplaats van al in de zaal te zitten ergens konden inzingen, anders moest hij vanuit het niets ‘Mein lieber Schwann’ uit Wagners Lohengrin zingen, terwijl de anderen het wat dat betreft gemakkelijker hadden. Maar zijn stem kleurt verschillend in verschillende registers. Hij heeft ook een neiging tot wapperen in forte-passages. En ik was ook niet onder de indruk van zijn dramatische uitstraling.

De als beste nieuwkomer aangemerkte Britse bariton Huw Montague Rendall beviel mij beter. Hij heeft volgens de jury geëxcelleerd als Debussy’s Pelléas en nu zong hij ‘O vin, dissipe la tristesse’ uit Thomas’ Hamlet. Mooi. Het orkest was ook geheel op dreef.

De vierde zanger die in de prijzen viel was de Franse lyrische tenor Cyrille Dubois, in de categorie beste solo-album. Hij zong uit Théodore Dubois’ onbekende opera Xavière ‘Au clair matin’. Misschien maakt hij het zich relatief gemakkelijk door een onbekende aria te zingen, maar je kunt ook zeggen dat er dan op alles wordt gelet.
Wat Nederlands aandeel betreft kan ook worden opgemerkt dat kostuumontwerper Klaus Bruns een prijs kreeg vanwege Alexander Raskatovs ‘Animal Farm’ bij de Nationale Opera, met name vanwege de half-doorzichtige dierenmaskers
Spectaculaire wereldpremière van Animal Farm
De prijs voor de beste opvoering viel Martinú’s The Greek Passion in de Salzburger Festspiele ten deel (die unieke lijdensverhaal-komedie, die best wel eens naast ‘Jesus Christ Superstar’ zou mogen worden opgevoerd).
In de categorie Beste Complete Opera Opname won het onvermoeibare Opera Rara met de CD- (nog steeds CD!) première van Jacques Offenbachs La Princesse de Trébizonde. Dirigent Paul Daniel legde aanstekelijk uit hoe Opera Rara niet alleen toestemde in een zorgvuldige voorbereiding met de cast voordat er nog maar één noot zou worden vastgelegd, maar ook hoe Opera Rara ermee instemde zowel delen uit de oerversie bedoeld voor Baden-Baden als voor de Parijse reprise of eigenlijk hercomponering vast te leggen. Ware liefhebbers aan het werk. Gezien de locatie waar de opera blijkbaar is gesitueerde, het Ottomaanse Rijk aan de Zwarte Zee, ben ik ook qua verhaal extra benieuwd naar dit werk.
Wat de soorten producties die in de prijzen vielen is interessant te vermelden dat er ook een prijs was voor het meest storende in de operawereld, namelijk de angst voor onbekende terreinen bij veel operahuizen. Als label valt natuurlijk ook Opera Rara buiten deze categorie.
Dat de operahuizen van St Gallen en Meiningen buiten die categorie zouden vallen moge duidelijk zijn als we bezien waarvoor ze wel prijzen kregen, namelijk respectievelijk voor Tobias Pickers Lili Elbe, over en met transgender-bariton Lucia Lucas, en ‘Ivan IV’ (De Verschrikkelijke) van Bizet; de première van laatstgenoemde opera vond plaats exact een jaar na de recente tweede Russische inval in Oekraïne.

Drie van de vier winnende zangers waren man, maar bij een totaal van vier kan het gemakkelijk gebeuren dat de verdeling niet fifty-fifty is.
Bovendien corrigeerden in andere categorieën vrouwen de balans. Nathalie Stutzmann als dirigent, De Nationale Opera met Sophie de Lint aan het roer, beste regisseur Lydia Steier, Lifetime Achievement Waltraud Meier.
Mooi was dat Nathalie Stutzmann een prijs kreeg voor beste dirigent vanwege haar directie van Tannhäuser in Bayreuth. En die had ik deze zomer gezien. Geweldig, inderdaad. Trouwens ook de hele productie was geweldig.
Recensie van Tannhaüser olv Nathalie Stiutzman:
Een Tannhäuser in Bayreuth in de kleuren van de regenboog
Opvallend was hoe mooi het orkest, het Nederlands Philharmonisch Orkest, vanaf het podium klonk. De strijkers en het koper waren bijvoorbeeld subliem in het Lohengrin-fragment, en het orkest paste zich later in het programma net zo gemakkelijk aan de vereiste veel lichtere toets als het de aria uit La Rondine begeleidde.
Dirigent Andrea Battistoni, momenteel ook al zo goed op dreef in La Traviata bij DNO, leidde het geheel subtiel gedifferentieerd. Moet hij misschien niet maar wat vaker terugkomen? Er zijn momenteel diverse vacatures. En nee, we weten niet of hij aan sport doet. En hij is niet blond en niet Fins.

Naast Ermonela Jaho’s optreden was voor mij het hoogtepunt van de avond de Lifetime Achievement-prijs voor Waltraud Meier. Aan het eind werd zij geïnterviewd door jurylid Kai Luehrs-Kaiser. Op deels pijnlijk onnozele vragen, tot en met over haar kat, gaf zij intelligente antwoorden, zonder sterallure-vertoon. Zij werd gepresenteerd als de werkelijke opvolger van Birgit Nilsson, hoewel, zoals ze stelde, ze maar een paar dezelfde rollen hebben gezongen, wel Isolde en Venus, maar bijvoorbeeld niet Brünnhilde.
Ze stelde zelfs dat ze ooit voor Brünnhilde was gecontracteerd, maar op zeker moment besloot met de Sieglinde van toen de rollen om te draaien. Ze beschouwt zichzelf als mezzosopraan. Isolde kan, en Brünnhilde in Die Walküre eventueel nog ook. Maar met Brünnhilde in Siegfried en Götterdämmerung zou ze haar stem kapot hebben gezongen.
Ze had het over haar befaamde Isolde uit de Scala in Milaan met Chéreau als regisseur en Barenboim als dirigent. Chéreau beschouwde zij als een ideale regisseur, hij begrijpt alles van de muziek, alles van de tekst, als wandelende boekenkast, en alles van zangers. Als haar voorbeeld voor de aanpak van een rol roemde ze Renata Scotto: techniek onder de knie krijgen en inleven.
Verder waren er de nodige kwinkslagen, zoals dat ze de award kreeg voor het stoppen met zingen en over de snoepjes waarop ze tijdens het zingen zuigt, met als gevolg dat ze met de podiumtechniek moet afspreken dat de drie snoepjes die ze per akte van Tristan und Isolde op een onzichtbare plek klaar legt moeten blijven liggen.
O ja, haar laatste rol was (de voor Duitstalige mezzo’s befaamde rol van) Klytemnaestra in Strauss’ Elektra. Haar kat, een vondeling, heeft ze Orest genoemd, naar het klassiek-Griekse personage Orestes, dat in de mythologie zijn zuster Elektra komt bijstaan om hun moeder te vermoorden. Dit om te bewijzen dat zij zelf best goed kan opschieten met Orestes.
Op de foto’s:
Huw Montague Rendall
Michael Spyres
Sophie de Lint
Cyrille Dubois
Ermonela Jaho
Waltraud Meier
Solisten en koor in Libiamo uit La Traviata
Foto’s Michel Schnater
De winnaars in de solisten categorieën zongen tot besluit samen met het orkest en het Operakoor ‘Libiamo’ uit La Traviata.