Günther Rennert Salzburg 1966
In 1966 werd in Salzburg een pracht van een Nozze vastgelegd.
De regie van Günther Rennert is (uiteraard) traditioneel en zeer fascinerend, en de decors zijn een genot voor het oog.
Gezongen wordt er op een niveau waar je tegenwoordig nog van kan dromen, want waar vind je nog zulke ensembles, waar niets, maar ook totaal niets is op aan te merken?
Iedereen zingt en acteert ongekend goed, en de interpretatie van Edith Mathis is het bewijs dat Cherubino door een sopraan gezongen moet worden. Luister alleen maar naar haar o zo mooi gezongen “Voi che sapette”, nou, dan weet je het wel…..
Het beeld is zwart/wit, maar – who cares? (Arthouse Music 107057)
Jean-Pierre Ponelle 1976 (film)
Ik ben een echte fan van Jean-Pierre Ponelle’s barok-theatrale verfilmingen van de opera, maar de in 1976 gerealiseerde Nozze is voor mij een regelrechte fiasco.
Fischer-Dieskau mag dan wel mooi zingen, maar zijn sex-appeal is gelijk aan dat van een ijsberg. Prey en Freni zijn optisch te oud, wat des te meer opvalt daar ze op de huid gefilmd worden. Kiri te Kanawa lijkt totaal niet betrokken, en alleen Maria Ewing is zeer overtuigend als de onstuimige Cherubino.
Een aardigheidje voor wie daar prijs op stelt: in de rollen van Basilio en Don Curzio treden twee Nederlandse tenoren op, resp. John van Kesteren en Willy Caron, maar het playback is werkelijk storend (DG 0734034)
hele film:
John Elliott Gardiner Parijs 1993
In 1993 dirigeerde John Elliot Gardiner een ‘authentieke’ uitvoering van Nozze in het Parijse Palais Garnier. Zelf ben ik er niet zo gecharmeerd van, en dat ligt niet alleen aan de instrumenten en de snelle (toegegeven: wel mooi licht gehouden) tempi. De aankleding vind ik knudde en de make-up van de zangers ronduit stuitend.Het zou eigenlijk niet storen als er goed werd gezongen, maar dat doet op Bryn Terfel en (de onherkenbaar toegetakelde) Rodney Gilfry na eigenlijk niemand.
Wat wellicht interessant is, zeker voor de wetenschappers onder u: Gardiner gebruikte de ‘Moberly/Raeburn’-herziening van de partituur, waardoor de volgorde van de nummers in de derde akte anders is en de aria’s van Marcellina en Basilio in de vierde zijn gesneuveld. Nou ja, het staat allemaal in het tekstboek. (Archiv 0730189)
Christoph Marthaler Parijs 2006