Maya_Fridman

Ein Sof en Soefisme, ontheemding en thuis zijn

Tekst: Neil van der Linden

Eerst is er multitimbraal stemmen: een cello, die van Maya Fridman, heeft van nature een preciezere pitch dan een ud (de Arabische luit; zelfs hetzelfde woord, al-ud werd de luit), bespeeld door Nawras al Taky.

Dan begint Nawras al Taky te zingen, begeleid door celloklanken van Maya Fridman. Hij improviseert in een mawwal (vocale improvisatie) op het woord Layali, “nachten”. Het lied, een eigen compositie van Al Taky, gaat voort, vol prachtig lang aangehouden noten.

Hierna legt hij uit dat het ging over herfstnachten, zoals hij die zich herinnert uit zijn geboortestreek, in Zuid-Syrië, een heuvelrijk gebied met verspreide zwarte rotsblokken, tekenen van de vulkaan die hier ooit actief was. Maar tijdens verkoelende herfstnachten was het er vredig. Wisten de kinderen veel dat ze ooit zouden moeten vluchten, over gevaarlijke golvende zeeën, zonder te weten waar hun toekomst zou komen te liggen.

Tree of Life is een muzikale vertelling gecomponeerd door Maya Fridman, geïnspireerd op de tien ‘sefirot’ van de Tree of Life, spirituele principes uit de Joodse Kabbala traditie. Sefirot, meervoud van het Griekse: σφαῖρα, letterlijk ‘sfeer’, de tien eigenschappen/emanaties in de Kabbala, waardoor Ein Sof (“oneindige ruimte”) zichzelf openbaart en voortdurend zowel het fysieke rijk als de seder hishtalshelut (de aaneengeschakelde afdaling van de metafysische Vier Werelden) creëert.

Fridmans compositie weerspiegelt de geleidelijke spirituele ontwikkeling volgens die tien stadia, de Levensboom. Hiervoor maakt ze gebruik van de Perzische poëzie van de dichter en filosoof Rumi, één van de denkers van de Soefi-beweging, gezongen door Al Taky, en teksten van een anonieme kabbalistische dichter en poëzie van de Amerikaanse (Amerikaans-Joodse) dichter David Caplan, vertolkt door sopraan Channa Malkin.

Het concept was een jaar geleden ontstaan tijdens een cafégesprek tussen Maya Fridman en Channa Malkin. Beiden waren aangeslagen door de toestand in de wereld, zo vertelt Maya Fridman. Hoewel ze de eigenlijk daartoe gerechtigde leeftijd van 40 nog niet hebben bereikt, zo vertelt ze ook, bestudeerden ze de Kabbala, het invloedrijkste Joodse mystieke geschrift, met daarin onder meer de Tree of life, waarin stadia staan beschreven om de hoogste spirituele staat te bereiken.

Tree of Life was al eerder te horen, tijdens het afgelopen Grachtenfestival, in een versie voor sopraan, viool, altviool, contrabas, cello, duduk, daf, santoor en ud, negen musici. In de nu ten gehore gebrachte nieuwe trio-versie werden Fridmans composities voor Tree of Life uitgebreid met composities van Nawras Altaky en een Sefardisch lied.

Hoewel het niet heel expliciet werd gezegd, zijn de beginselen van de Kabbala-mystiek, vergelijkbaar met het Soefisme, de belangrijkste mystieke stroming in de Islam. Mij schiet, zonder verder nazoekwerk, de vraag te binnen of dat begrip Ein Sof uit het Kabbalisme en het woord Soefisme met elkaar verband houden. Want ook de mystieke kant van de vroege Islam moet geïnspireerd zijn door het Judaïsme. (Ik was in elk geval ooit eens bij de zawiya, het heiligdom, van de Tijani Soefi-broederschap in Fes, Marokko, die ook werd bezocht door een rabbi uit het gezelschap waarmee ik op bezoek was, en die zei dat zijn spiritualiteit en die van het Soefisme dezelfde was.)

Fridman en Malkin zijn allebei van Joodse komaf. Eén van de uitgangspunten van dit concert moet zijn geweest om hier uitdrukkelijk de wereld van de Islam bij te betrekken, via Rumi, en de Arabische wereld die de uit Syrië afkomstige Nawras al-Taky zelf mee bracht.

De tekst van het eerste lied was ontleend aan Rumi. Dan volgt een lied op tekst van een passage uit de Kabbala, waarin inderdaad een parallel beeld van onthechting van de wereld als in Rumi’s poëzie opdoemt. Channa Malkin vervolgde met een lied op tekst van de Amerikaanse (Amerikaans-Joodse) dichter David Caplan (1969).

Nawras al Taky en Channa Malkin wisselden af met solozang, maar zongen ook in duetvorm. Fridman zong af en toe een derde stem; “Et in tre unum sunt”, om de passage over de Heilige Drie-eenheid uit de Maria Vespers te citeren, om er meteen één van de meest mystieke beginselen van het Christendom bij te halen.

Malkin durft de hoogte te nemen, en fluctueert geregeld gedurfd van laag naar heel hoog. Fridman durft ook ruig te zijn op de cello en Al Taky snerpt soms met een snaar van de ud en excelleert in nog meer lange noten die telkens eindigen in verrassende melismen.

In een ander stuk van Al Taky, Maktoub, “Lot”, refereert hij aan de lotgevallen van ontheemden. De aangrijpende tekst die Al-Taky uitsprak ging over kinderen die over de zee vluchten en niet weten waar hun toekomstige thuis zal zijn; als ze ooit een thuis zullen vinden. Daarin spraken misschien ook eigen ervaringen mee.

Het programma sloot af met een Sefardisch lied in Ladino, Hija mía mi querida, amán, aman.

“O, mijn lieve dochter,
Stort je niet in zee
Waar de storm nu raast.
Pas op, zij sleurt je mee!”

Bij de tekst moet ik denken aan de Joodse bevolking die (net als de Moslimbevolking) het Spanje en de Inquisitie moest ontvluchten, deels over de zee, met alle gevaren van dien. Waarmee het lied ook voortborduurt op de woorden uit Al Taky’s net ervoor voorgedragen gedicht over de vluchtende kinderen

Foto’s van het concert: © Neil van der Linden

© Maya Fridman

2023, toch een goed jaar, in muziek en theater

De keuze van  Neil van der Linden

De Maxim Shalygin concerten in Splendor en het Muziekgebouw aan ’t IJ.

De heropgeleefde oorlog in Oekraïne was nog relatief ‘vers’, en het concert met muziek van de in Nederland gevestigde Oekraïense componist Shalygin door Ekaterina Levental en Antonii Baryshevskyi dreunde dan ook hoofd en lichaam in, met onder meer virtuoos door Ekaterina Levental liederen de tekst ‘Koterhuil teer gekreun vrouwenroep liedgelui wondepijn galmgegil klanken’ uit The Songs of Holy Fools uit 2009/2010 en beukend spel door Antonii Baryshevskyi in enkele van Shalygins solo-pianowerken.

https://basiaconfuoco.com/tag/antonii_baryshevskij/

Twee maanden later was er in het Muziekgebouw aan ’t IJ een herneming van zijn Severade ofwel  S I M I L A R uit 2021 en de première van Delirium ofwel S I M I L A R 4 voor 4 pianos. Ook al zo imponerend.

https://basiaconfuoco.com/tag/cello_octet_amsterdam/

Beeldschoon was ook de uitvoering van de Missa Ecce Terrae Motus (de ‘aardbevingsmis’) van Antoine Brumel in een spectaculaire theatrale versie inclusief elektrische basgitaar door Graindelavoix in het Festival Oude Muziek, met plastische beelden, inclusief de verbeelding van het uiteenscheuren van de voorhang in het Heilige der Heiligen van de Jeruzalemse Tempel op het moment dat de steen voor het graf van Jezus spontaan wegrolt.

Recensie volgt.

Ook fraai was de reconstructie van het door hemzelf vlak voor zijn dood geprogrammeerde begrafenisritueel van ‘onze’ Karel V, uitgevoerd door het Franse ensemble La Tempête, ‘artists in residence’ van het festival.

Tannhäuser, regie Tobias Kratzer, gedirigeerd door Nathalie Stutzmann in de Bayreuther Festspiele, een ‘inclusieve’, hilarische en ontroerende opvoering. Stutzmann is een aanwinst als dirigent, misschien de geslaagdste transformatie van zanger(es) naar orkestleiding. Intussen een liefdevolle blik op de protagonist en Venus als ‘misfits’ tussen een rondreizende groep gelijkgezinde circusartiesten, waarbij uiteindelijk ook Elisabeth zich het meest thuisvoelt, temidden van een maatschappij vol beklemmende normen.

Parsifal derde acte, Heilige Landstichting Nijmegen, regie Marc Pantus en Merlijn Runial, muzikale leiding Andrea Friggi, bewerking: Hugo Bouma. Atmosferische opvoering van helaas alleen de derde acte in één van de meest Wagneriaanse kerken van Nederland, de art-deco en neo-orientalistische kerk van de Heilige Landstichting, met niet alleen Marc Pantus als een mooie Gurnemanz en Amfortas, maar ook een gloedvolle Frank van Aken in de titelrol. Hopelijk mag dit team zich ooit ergens aan het geheel wagen.

In Kaapstad zag ik Life & Times of Michael K door het Handspring Puppet Theatre, gebaseerd op de gelijknamige roman van J M Coetzee uit 1983. Deze voorstelling heeft ook al succesvol in de Ruhr-Triennale gestaan. Fraaie, subtiel gespeelde, half-nostalgische mengvorm van theater met levensgrote poppen en fysiek-menselijke acteurs, het handelsmerk van het Handspring Puppet Theatre.

Ik was ook onder de indruk van Dr Atomic door het studentenorkest uit Utrecht, de derde in hun serie grootschalige operavoorstellingen op een bijzondere locatie. Een enorme prestatie met een geweldig spelend orkest, passende solisten en een ‘gratis’ decor in een voormalige treinenfabriek, die toevallig net uitkwam vlak vóór de bioscoopfilm Oppenheimer, en die zich gemakkelijk staande hield tegen het Hollywood-vertoon en het budgetgeweld van de film.

https://basiaconfuoco.com/tag/dr-atomic/

Er was dit jaar een welkome explosie van uitvoeringen van de ‘black queer activist’ componist Julius Eastman, eerst in het Minimal Music Festival, en daarna in het Re:ply to all festival onder meer in een voormalige machinebouwloods in Amsterdam Noord. Onder meer indrukwekkend was de uitvoering van Gay Guerilla uit 1980 door Helena Basilova en Vivianne Cheng met een lichtontwerp van Boris Acket gecombineerd met elektronisch geluidsdecor van Danny van der Lugt in combinatie met een mime-act geïnspireerd door thema’s uit Eastmans werk, gevolgd door een hallucinante versie in het publiek tussen het lichtontwerp kon doorlopen, naast een versie van Femenine uit 1974 voor kamerensemble door het Doelen Ensemble.

https://basiaconfuoco.com/tag/julius_eastman/

Ik was erg onder de indruk van Das Rheingold, door het Royal Opera House Londen, in de streaming-versie voor bioscopen, regie Barrie Kosky, dirigent Antonio Pappano.

Ook al had hij de verfilming en streaming van opera-uitvoeringen artistiek in de ban gedaan, zijn enscenering van Das Rheingold bleek aan het aan Wagner toegeschreven (maar nooit door hem als zodanig benoemde) idee van het Gesammtkunstwerk een nieuwe dimensie toe te voegen, bijna als de ontdekking van de superpositie in de atomaire fysica. We zaten de treurige zwoegers van een Wotan, Erda, Freya, Fafner en Fasolt, Alberich, Mime en het gehele Nibelungenvolkje, prachtig om de tuin geleid door Loge Sean Panikkar, per close-up op millimeterafstand direct op de huid.

Drive Your Plow Over the Bones of the Dead was de prachtige openingsvoorstelling van het Holland Festival, regie Simon McBurney, naar de roman van Olga Tokarczuk.

https://basiaconfuoco.com/tag/amanda_hadingue/

Een transcendente ervaring was er ook bij Euphoria, Julian Rosenfeldt, installatie in het Holland Festival. Video-documentaire annex spraak en muziektheater op 10 schermen.

Er zaten trouwens ook slechte voorstellingen in het Holland Festival, maar je weet het niet altijd van tevoren, maar van Bachae en Toshi Okada zou ik achteraf spijt hebben gehad als programmeur en bij Exotica waren de gekozen personages, ‘vergeten’ grootheden van niet-Westerse komaf uit de danswereld, interessanter dan de uitwerking. Maar dat werd goed gemaakt.

https://basiaconfuoco.com/tag/exotica/)

In de voorstelling Asinamali, te zien in het Grahamstown theater festival, Zuid-Afrik, spelen zes jonge vrouwen een oorspronkelijk door mannen uitgevoerde tekst uit de tijd van de Apartheid, over de wederwaardigheden van mannen en jongens in de townships en gesegregeerd Johannesburg, op zoek naar werk en, ja, bestaanszekerheid.

Het stuk uit 1988 is gebaseerd op gebeurtenissen rond een huurdersstaking in 1983 in de zwarte wijken van de gemeente Lamontville, waar geen werk was maar waar de door het regime vastgestelde huren exorbitant waren. Asinamali was de strijdkreet van het landelijk protest dat daarop volgde, Zulu voor “We hebben geen geld!”.

Er was nog veel meer moois in dat festival, zoals de prachtige drie-vrouwenshow, Text me when you arrive, Seventeen ways to prevent getting raped and killed as a woman in South Africa. Drie ongelooflijk energieke comédiennes die ook weer perfect messcherp meerstemmig zingen.

https://basiaconfuoco.com/tag/asinamali/

In het Afrovibesfestival in Amsterdam zat ook veel prachtigs zoals An Africa Bolero, maar vooral Afrikan Party, een uitermate energiek dans-theaterstuk met vier jonge mannen uit Nigeria, Ivoorkust en Zuid-Afrika, die hun ‘urban’ dansstijl gebruiken om hun verhaal te vertellen met humor, poëzie en levenskracht, en daarmee de rijkdom en diversiteit van het continent willen tonen.

https://www.afrovibes.nl/afrikan-party/

Celliste Maya Fridman was weer te horen en zien in Into Eternity in de Posthoornkerk in Amsterdam, een eerbetoon aan de in Auschwitz vermoorde Vilma Grunwald, gebaseerd op de brief die zij kort voor haar dood schreef aan haar echtgenood, die Auschwitz overleefde, met componiste/pianiste Marion von Tilzer en verder onder meer alt Bella Adamova, Maya Fridman en het Belinfante Quartet. Bij het concert werd ook een CD gepresenteerd.

Fraai was ook een presentatieconcert voor een CD op hetzelfde label met pianist Mattias Spee gewijd aan componist en pianist (en arts) Hans Henkeveld.

En in het Slot Zeist was er een bijzonder concert rond de Hongaars-Joodes Auschwitz-overlevende Éva Fahidi met bariton Benjamin Appl. Ze kon er zelf niet bij zijn. Naast liederen van componisten die in concentratiekampen verbleven en deels ook stierven was er ook muziek te horen van componisten die Éva Fahidi’s leven muzikaal hebben vormgegeven, zoals een wonderschoon ‘O du, mein holder Abendstern’ uit Tannhäuser, in een huiveringwekkend mooie bewerking door de pianist, Daan Boertien, met het Viride strijkkwartet.

https://basiaconfuoco.com/tag/benjamin_appl/


Op de valreep was er in de Zaterdag Matinee de uitvoering van Mendelssohns Elias door het ‘authentieke uitvoeringspraktijk’ensemble Pygmalion, een uitvoering die over een jaar nog zal doorresoneren.





Perzisch-Rembrandteske extase in een kerk.

Tekst: Neil van der Linden

Het Rembrandt Frerich Trio is tegenwoordig ook gemeengoed op RadioIV/NPOKlassiek, met muziek die in principe onder de jazz wordt gerekend, maar die veel raakvlakken heeft met ‘klassieke’ muziek. Die raakvlakken ontstaan onder meer doordat klavierspeler Rembrandt Frerichs zich naast piano ook van allerlei fortepiano’s, kerkorgel en harmonium bedient, bassist Tony Overwater naast de contrabas ook een kopie van een violone uit 1530 bespeelt en percussionist Vinsent Planjer ook veel onconventionele geluiden aan allerlei soorten slagwerk onttrekt.

Het trio heeft in recent jaren vele gedaanten aangenomen door samenwerkingen met verschillende musici uit andere windstreken. Men werkte samen met de Iraanse kemenche speler Kayhan Kalhor, waarmee ze ook al in de Londense Barbican centre stonden, en onlangs naast Kayhan Kalhor ook met de Turkse saz-speler Erdal Erzinçan. Ze werkten ook met de nu in de VS gevestigde Iraanse zangeres Mahsa Vahdat, onder meer ook met het Alma kwartet. En sinds enige tijd ook met de tegenwoordig deels in Nederland gevestigde Iraanse zanger Mohammad Motamedi.

Met Mohammad Motamedi heeft het trio een CD opgenomen, Intizar, een woord dat uit het Arabisch in het Perzisch is terechtgekomen en zoiets als wachten maar ook verwachting en verlangen betekent. Die CD werd in Coronatijd opgenomen in hetzelfde Orgelpark (een voormalige kerk), bij het Amsterdamse Vondelpark, waar gisteravond de Amsterdamse doop van de CD plaats had, nu met een volle zaal.

Intizar op Spotify. Op de CD doen ook Maarten Ornstein, Maya Fridman en Myrthe Helder mee:

De CD werd officieel uitgereikt aan (Channel records-oprichter) Jared Sachs, die opnametechniek op voorbeeldige wijze had verzorgd en de CD uitbrengt op zijn andere label Just Listen Records (waaronder een versie in 5 Channel Surround Sound DSD-formaat, voor super hi-end geluid). Tussen alle orgels (Rembrandt Frerichs bespeelde tijdens het concert het oorspronkelijke kerkorgel en een barok-kistorgel) moeten Rembrandt’s eigen Walter fortepiano (kopie van een instrument uit 1790 dat door Mozart is bespeeld) en een door pianorestaurateur Frits Janmaat uitgeleende Erard grand uit 1890 zich ook thuis hebben gevoeld.

De akoestiek van het Orgelpark is fenomenaal, hoewel we het na afloop met geluidsverslaafde Jared Sachs eens waren dat er voor deze gelegenheid misschien een paar geluiddempende gordijnen hadden kunnen worden opgehangen, omdat bij de al te geëxalteerde passages als alle instrumenten samenkomen het geluid wat kon samenklonteren. Maar wat een enorme hoeveelheid klanknuances produceerde het ensemble met al die instrumenten en manieren van bespelen. De oude Walter komt vaak al dicht bij het geluid van de Perzische santour, en af en toe versterkte Rembrandt dat effect door een stukje karton of hout tegen de snaren te houden. De bas en de violone werden geplukt en gestreken. En ook vanuit het slagwerk klonk van alles op.

I

Inspelen in het Orgelpark

Dit alles paste fraai bij de spinto-stem van Mohammad Motamedi. Ik had hem achttien of negentien jaar geleden al gespot, toen ik of samen met het Yuri Honing Trio of met met pianist Marcel Worms, deelnam aan het Fajr muziekfestival in Teheran. (Dat was in de jaren van de relatief ‘liberale’ president Khatami, toen de situatie in Iran leek te verbeteren. Sindsdien is er een verschrikkelijke terugslag in gang gezet, dus met dat soort uitwisselingen ben ik gekapt.) Motamedi zong toen met zijn conservatoriumklas, maar knalde er toen al uit. Sindsdien behoort hij tot de topzangers van de ‘klassieke’ Iraanse tahrir-zangstijl. Dat is een improvisatie-stijl waarin een solist binnen lange suites veel vrijheid (tahrir in het Perzisch, uit het Arabisch) krijgt om om elkaar heen buitelende melisma’s te maken, vaak op forte volume, in de hogere registers, een heel knappe vorm van jodelen, maar nog beter vergelijkbaar met de Verdiaanse spinto-tenor. Er zijn er maar een paar die dat echt heel goed kunnen en Motamedi is er één van.

De stukken zijn grotendeels eigen composities van zanger en trio, gebaseerd op klassieke Iraanse muzikale vormen, met daarnaast een aantal bestaande liederen in eigen bewerking, liederen die Motammedi hoorde toen hij jong was. De teksten zijn afkomstig van twee vrijdenkers van de klassieke Iraanse poëzie, Hafez en Omar Khayyam, naast bijvoorbeeld een modern pacifistisch gedicht, Az Khoune Javanan van Araf Azvini, over een soldaat die wordt geconfronteerd met de dood van een kameraad; de combinatie van Motamedi’s stem en het originele orgel van de kerk klonk hier huiveringwekkend. Als één na laatste, voorafgaand aan een wat feestelijker toegift, klonk het lange gedragen, ‘In the Middle of the Garden’, op de CD ook het langste stuk, waarin het hele ensemble ‘vol op het orgel’ ging (ook al was het wat Rembrandt betreft in dit geval de Walter/santour-pianoforte), als een eigentijdse versie van de perfecte Iraanse klassieke suite, waarin Motamedi’s vocale guirlandes, een drive ergens tussen Bitches Brew en de Grateful Dead en alle mogelijke klankkleuren van de instrumenten telkens kolkend samenvloeien in een vanzelfsprekend geheel.

Gezien 12 oktober in het Orgelpark, Amsterdam

Rembrandt Frerichs Trio with Mohammad Motamedi محمد معتمدی Musica Sacra Maastricht:

Hans Henkemans: opnieuw een pleidooi voor een vergeten componist door pianist Mattias Spee, met hulp van Ed Spanjaard

Tekst: Neil van der Linden

De serie Eclipse is een reeks concerten waarin pianist Mattias Spee werken van vergeten componisten speelt en er cd’s s van uitbrengt. De tweede editie, met concert en de cd-opname was gewijd aan Hans Henkemans.

Tot in de jaren zestig lag de naam Henkemans op ieders lip. Zelf denk ik wel eens dat Nederland in componistenopzicht te groot is voor het servet maar te klein voor het tafellaken. Het afzetgebied is klein en zodra er bijvoorbeeld ruzie uitbreekt wordt de componist van de podia verdreven.

Van Gilse, Vermeulen, Wagenaar, allemaal briljante componisten, die goeddeels verdwenen. Althans uit de concertpodia. En dan te bedenken dat onze eigen ‘internationale’ attitude ervoor zorgt dat we wel nieuwsgierig zijn naar de muziek die alle Finnen, Denen, Tsjechen en Britten hier brengen, maar we promoten onze eigen muziek niet graag in het buitenland. Waardoor de werkruimte voor de componisten nog kleiner wordt.

Hans Henkemans was ook een internationaal veelgevraagd pianist. Onlangs heeft Decca France een box uitgebracht met zijn indertijd voor Philips opgenomen Debussy-vertolkingen, en op verschillende buitenlandse labels zijn ook Mozart pianoconcerten met de Wiener Symphoniker onder Rudolph Moralt en John Pritchard verschenen. Je kunt je afvragen of Nikolaus Harnoncourt, die tussen 1952 en 1969 met dit orkest speelde, bij deze opnamen betrokken was en misschien geïnspireerd was door Henkemans’ lucide interpretaties.

Ook zijn composities werden veel en vaak gespeeld. Ik herinner mij dat toen ik als kind naar de radio luisterde Henkemans’ muziek als vanzelfsprekende ervaarde. Hij hoorde er bij. Al in 1938 had het Concertgebouworkest onder Eduard van Beinum zijn pianoconcert uitgevoerd met George van Renesse als solist, en in 1945, meteen na de oorlog zijn tweede met hemzelf als solist, Zijn werken werden ook door Giulini en Klemperer uitgevoerd.

Fluitconcert met Hubert Bahrwasser en het Concertgebouworkest onder Klemperer

Eclipse vol I: Joseph Wölfl

Henkemans eerste pianoconcert met Henkemans zelf en het Omroepkamerorkest / Maurits van den Berg

Henkemans : Piano Concerto No. 3 (1992) Pianist Garrick Ohlsson, dirigent Jac van Steen

Als componist is Henkemans min of meer weggevaagd als gevolg van de Notenkraker-beweging. Amsterdam en Nederland bleken opnieuw te klein voor een tweestromenland. De film ‘Weggewist:  doet hier verslag van. In de film komt onder meer Ed Spanjaard aan het woord. Zijn vader was een studiegenoot van Henkemans , beiden studeerden zij geneeskunde met als specialisatie psychiatrie.

Artikel over de documentaire Weggewist:

https://www.omroepwest.nl/nieuws/4593561/de-vergeten-muziek-van-de-grote-haagse-componist-hans-henkemans

Ed Spanjaard en Mattias Spee
Foto: © Omroep West

Spanjaard kreeg les van Henkemans die ook zijn muzikale mentor was. Hij liet hem ook een verzameling onuitgegeven werken na. Uit deze verzameling ongepubliceerd werk, plus wat er al wel uitgegeven was stelde Mattias Spee het programma voor dit concert samen.

Allereerst was daar de Sonatine uit 1932. De in december 1913 geboren Henkemans was toen een jaar of 18 of 19 jaar oud was. Een voldragen werk, vriendelijk dissonant zou je kunnen zeggen, ongeveer het soort tonaliteit als van Hindemith.

Ed Spanjaard speelde Moments Souriants, vijf korte stukken die Henkemans tijdens de oorlog schreef voor een dochter van zijn tweede echtgenote. In de muziek maakt Henkemans als het ware woordspelingen met de titel. Sourire in het Frans betekent glimlachen en souri muis. Glimlachende momenten of muizen-momenten.

Volgens Spanjaard kon de dochter toen misschien alleen het eerste stuk spelen maar toen hij haar op 80-jarige leeftijd de stukken liet horen herinnerde zij zich ze nog. Qua tonaliteit werd het kinderen echt niet gemakkelijk gemaakt, maar de stukken hebben ook een lichte toon.

Vervolgens speelden Spee en Spanjaard quatre-mains Heksendans, een jeugdstuk dat ook echt aantoonde dat de piepjonge Henkemans op de hoogte was van alle idiomen van zijn tijd. Ik vroeg mij nog af of de componist in de titel met zijn eigen naam had gespeeld, de titel verschilt maar een paar letters in het midden van zijn eigen naam.

Het volgende ongepubliceerde stuk van Henkemans gespeeld door Spee, Andante con Moto uit 1939, laat horen dat Henkemans, gezien de huidige herwaardering voor tonaliteit zoals in de muziek van Mathilde Wantenaar en Rick van Veldhuysen, toch echt een plaats terugverdient in de Nederlandse componistencanon.

 

Dat wordt ook duidelijk als Spee het stuk laat contrasteren met een jeugdwerk uit 1959 van de toen twintigjarige latere Notenkraker-voorman Louis Andriessen, ‘Prospettive e retrospettive’. Dat contrasteert op zijn manier weer met het laatste werk van Henkemans in het recital, Sonate uit 1958, een pianistisch beest van een stuk dat opperste virtuositeit vereist en dat opperste dramatiek herbergt, met gebruikmaking van al het semi-atonale en tegelijkertijd relatief toegankelijke idiomen van zijn tijd

Spee combineerde Henkemans met een suite van Louis Couperin, een prelude van Debussy, het jeugdwerk van Louis Andriessen en eigen stukken.

De reden voor Debussy is duidelijk: Henkemans was een groot Debussy vertolker. En Debussy is een favoriete componist van Spee.  Louis Couperin, oom van de beroemde François schreef ook experimentele muziek, bijvoorbeeld zonder maatstrepen.

Spees eigen stukken bewegen zich in een idioom dat vergelijking rechtvaardigt met dat van Debussy en Skrjabin, en soms lijken frasen uit hun oeuvre op de duiken. Hij gaf geen verklaringen bij de titels van zijn eigen stukken. Ik zou benieuwd zijn waarom Spees eigen Atelophobia (de angst om niet perfect te zijn, dus de obsessie met perfectie) zo heet. Maar misschien is dat juist de reden waarom hij het niet vertelde? Ook Event Horizon heeft een intrigerende benaming. In de kosmologie is het het verdwijnpunt van ruimte en tijd.

Het tijdens deze avond officieel als eerste uitgereikte exemplaar van Mattias Spees Eclipse Vol II was bestemd voor Spees labelmate celliste Maya Fridman.

Eclipse vol II: Hans Henkemans

Dit is de tweede CD-presentatie in korte tijd van het label TRPTK. Twee weken eerder was er ‘Into Eternity’ met muziek van Marion von Tilzer, op tekst van de laatste brief van de Tsjechisch-Joodse Vilma Grunwald geschreven voor haar dood in Auschwitz, van met onder meer Maya Fridman, van wiens aandeel in de uitvoering van Maxim Shalygins Severade S I M I L A R 3 ik onlangs ook al zo onder de indruk was.

Mattias Spees Eclipse vol II: Hans Henkemans is beschikbaar op www.trptk.com en werd op 20 mei 2023 gepresenteerd in de Amstelkerk.


Het concert wordt opgenomen en uitgezonden door Het Avondconcert op NPO Radio 4.

Mattias Spee – Louis Andriessen/ Prospettive e retrospettive

Gezien Amstelkerk 20 mei 2023

Foto’s: © Bor van Zeeland en Neil van der Linden

Voor eeuwig. De laatste brief van Vilma Grunwald op weg naar haar dood in Auschwitz, onderdeel van een muziekcyclus van Marion von Tilzer als eerbetoon.

Tekst: Neil van der Linden

© Sky News

Into Eternity is een aangrijpend eerbetoon aan de Tsjechische Vilma Grunwald, gebaseerd op de onthutsende afscheidsbrief die zij schreef aan haar echtgenoot, op 11 juli 1944, voordat ze samen met haar oudste zoon in Auschwitz in de vrachtwagen zou klimmen op weg naar de gaskamers. De brief gaf zij aan een welwillende Duitse bewaker.

Haar andere zoon, die samen met zijn vader, die arts was, in een ander deel van het kamp gelegerd was en die samen met zijn vader het kamp zou overleven, schreef later hoe sommige oudere bewakers weinig ophadden met het nazisme en Hitler. Vilma had juist gegokt, de bewaker was van die categorie en wist de brief via via naar haar echtgenoot, zijn vader, door te geven, ook al was het kamp immens.. De zoon heeft de brief later aan het Amerikaanse Holocaust Museum gegeven.

Componiste en pianist Marion von Tilzer heeft een cyclus met eigen composities samengesteld en op CD uitgebracht. Het concert in de Posthoornkerk van afgelopen 29 april was ook de presentatie van de CD.

De CD op Spotify:

De titel Into Eternity refereert aan de laatste woorden uit te brief: ‘De beruchte vrachtwagens zijn hier al en we wachten tot het zal beginnen. Ik ben volledig kalm. Jij, mijn enige en mijn liefste, geef jezelf niet de schuld voor wat er gebeurd is, het was ons lot. We deden wat we konden. Blijf gezond en denk aan mijn devies dat de tijd zal helen – misschien niet alles, maar op z’n minst een deel. Zorg goed voor ons kleine gouden jongetje en verwen hem niet te veel met al je liefde. Blijf allebei gezond, lieverds. Ik zal alleen maar aan jou en Misa denken. Heb een gelukkig leven, we moeten nu de vrachtwagens in. Tot in de eeuwigheid, jouw Vilma.’

De cyclus bestaat uit vier instrumentale delen in wisselende bezettingen, verder twee stukken waarin Maya Fridman ook zingt en twee door Bella Adamova gezongen delen, waaronder een zetting van de tekst van de brief. Het lied op de brief is meteen al het tweede deel.

Hier een link naar een studio-opname van het hele lied op tekst van de brief: 

Mezzosopraan Bella Adamova zingt het adembenemend, ingetogen, maar daardoor juist extra dramatisch, inclusief een huiveringwekkend wegstervend pianissimo op de woorden van de ondertekening van de brief, ‘Va Vilma’, ‘Jouw Vilma’. Celliste Maya Fridman speelt er prachtig kleine grillige motiefjes op de cello doorheen.

In een inleiding bij het concert zei journaliste Sandra Rottenberg dat muziek kan helpen de noodzakelijke herinnering aan wat steeds langer geleden gebeurd is levend te houden. Muziek kan die herinnering sublimeren, zoals in dit lied, waarvan je de tekst zonder de muziek misschien nauwelijks over het voetlicht zou kunnen brengen zonder overweldigd te raken door emoties.

In de lijn van de boodschap van de brief brengen andere delen hier en daar wat lichtheid, zoals het begin van het openingsdeel Triptych: Out of the Dark. Maar al snel gaat die lichtheid over in duisternis. Misschien horen we de beruchte vrachtwagens al aan komen rijden.

De laatste twee stukken van de CD werden tijdens het concert in omgekeerde volgorde gespeeld. Nu werd het op de CD laatste stuk, het titelstuk Into Eternity, als één na laatste gespeeld. De titel is ontleend aan de slotwoorden van de brief.

Op aanvankelijke lyrische motieven in de hoge registers van de piano zet op zeker moment een dwingend ritme in op oriëntaalse trom, dat het midden houdt tussen mystieke trance en een marsritme. Maar na een aardsere passage in de middelste octaven van piano komen de motieven in de hoge noten en het marsritme terug.

Het stuk eindigt met het etherische geluid van met strijkstok bespeelde belletjes. Het concert eindigt met het voorlaatste stuk van de CD, A girl findsa bright spot in a dark world, dat zowaar bijna dansbaar is, de gemoedsgesteldheid verklankend die briefschrijfster Vilma Grunwald in de laatste uren van haar leven probeerde te cultiveren.

In al zijn verfijndheid is Into Eternity natuurlijk relatief kleinschalig, maar het probeert één van de talloze miljoenen die omkwamen een naam te geven, en daarmee een beetje ook de anderen, die niet in staat waren een brief te schrijven, of wier brief nooit zijn aangekomen, of die niemand meer hadden om een brief aan te schrijven.

Trailer:

Twee eigen clips:

The letter of Vilma Grunwald

The day the light came

Hier is nog meer informatie over Vilma Grunwald en haar nog levende zoon Frank Grunwald: 

https://news.sky.com/story/my-mums-letter-written-moments-before-her-auschwitz-death-11365312

Gezien 29 april 2023, 20.15h in de Posthoornkerk. 

Bella Adamova, alt, Maya Fridman, cello, zang, het Belinfante Kwartet, Michael Hesselink klarinet,  Jacobus Thiele, percussie, Marion von Tilzer, composities, piano.

Twee maal minder minimaal in het Minimimal Music Festival Amsterdam

Tekst: Neil van der Linden

Maxim Shalygin kwam in 2010 uit Oekraïne naar Nederland, om zijn studie compositie voor te zetten, in Den Haag, omdat hij had gelezen dat Louis Andriessen daar doceerde. Die was inmiddels met emeritaat, al stond hij nog wel als docent vermeld.  Misschien gelukkig maar, want Shalygin is helemaal zijn eigen weg gegaan. Hij is hier gebleven, en daarmee voor mij één van de beste componisten die we hier in het land hebben.

Ik zou hem niet eens zozeer bij minimal music indelen, maar ik ben blij dat het Minimal Music Festival in Amsterdam dat wel had gedaan.  Hij was met vier grote werken en een film vertegenwoordigd.

Ik kon op zondag een herneming van zijn Severade uit 2021, de film Raising Waves, een openbaar gesprek met de componist en de première van Delirium ofwel S I M I L A R 4 meemaken.

S I M I L A R slaat op een reeks composities voor ensembles met gelijke instrumenten. Severade is S I M I L A R 3, voor negen cello’s, Delirium is geschreven voor 4 pianos. Deel 1 uit 2017 was geschreven voor zeven violen, deel twee uit 2019 voor acht saxofoons.

Onlangs werd onder meer een liedcyclus van Shalygin al uitgevoerd in Splendor met Ekaterina Levental en Antonii Baryshevskyi:

Ik schreef toen dat de muziek naast heftige harde klankstapelingen ook passages bevatte die verwezen naar bijvoorbeeld Moessorgski en zelfs Tchaikofski.

Dergelijke vergelijkingen zijn opnieuw mogelijk in Delirium. Na een openingspassage met zware geleidelijk variërende als big bangs expanderende en vervolgens imploderende dreun-akkoorden ging het geheel plotseling over een lange stralende passage in majeur, waarbij er in de verschillende partijen van de vier pianisten allerlei sprankelende nootjes werden toegevoegd, waarna dit nieuwe universum als het ware weer naar een andere tonale dimensie kon verschuiven, met telkens nieuwe kosmische horizonten.

Ik gebruik graag vergelijkingen uit de sterrenkunde, ik geloof dat ik niet de enige in het publiek was die als we niet beter zouden weten zou denken dat we onder invloed van een – fantastisch – stimulerend middel.

Maar nee, dit is geen trancemuziek, Shalygin weet ook aandacht te vragen voor elke kleine wending in zijn spel met de noten, en je moet en mag op een heerlijke manier ook je verstand erbij gebruiken. Endorfinenmuziek. En ja, als zulke muziek zo wordt uitgevoerd, zoals door Tomoko, Mukaiyama, Antonii Baryshevskyi, Gerard Bouwhuis en Laura Sandee, valt daar verder niet zo veel over te zeggen. Hun perfectie ging volmaakt op in het zinderende klankgeheel.

In de film, deels – deels vóór de recentste Russische inval in Oekraïne geschoten, deels in Nederland – zien we Shalygin zijn oude muziekschool bezoeken en zijn voormalige leraren, en ook in de keuken zijn moeder helpen Oekraïens te koken, maar ook in Amsterdam, in Den Haag en in een langere interviewpassage in een boot op een Hollandse plas en ergens aan de Noordzee. (Zijn werk Severade is een ode aan de Noordzee, het is een samentrekking van ‘Sever’, Noord, en serenade.)

En we zien hem in wat hij als zijn favoriete museum beschouwt, het Haags Gemeentemuseum, nu Kunstmuseum geheten. Hij ziet er nu in het echt en anders dan in zijn boeken uit de Soviet-tijd in kleur werken van de Russische avant-garde, en een zelfportret van Van Gogh, maar ook wat zijn favoriete schilderij zou worden, Mondriaans Victory Boogiewoogie.

De film Raising Waves over Maxim Shalygin:

http://maximshalygin.com/raising-waves/

Misschien typerend, een werk waarin Mondriaan op het laatst van zijn leven sterk afweek van de formalistische kanten van De Stijl en daarmee het meest lyrische werk van De Stijl schilderde, en het naar verluidt niet voltooide.

Maar net als in Victory Boogiewoogie zit in Delirium ook humor. Misschien zijn het de momenten van schijnbare lichtheid die een delirium-leider kunnen overkomen, maar de plotselinge overgangen naar iets dat aan een Chopin-melodie of zelfs een Venetiaans gondolierslied ontleent zou kunnen zijn werkten ook komisch, schrijnend komisch misschien, maar ze brachten wel degelijk ook licht. Maar ik moest vooral geregeld ook glimlachen om de razendknappe geleidelijke of soms juist onverwachte harmonische overgangen.

Severade is inmiddels al vaker opgevoerd en staat altijd als een huis. Hoewel het stuk ook door anderen zou kunnen worden gespeeld, lijkt het op maat gemaakt voor Maya Fridman, die bij elke uitvoering tot nu toe de solopartij speelde. De cello is een uitermate lyrisch instrument en de compositie laat alle lyrische kanten van de cello horen, en zien, maar ook alle mogelijkheden met boventonen, pizzicatos en de klankkast als ritme-instrument.

Cello Octet – Maya Fridman – Maxim Shalygin – Festival Dag in de Branding 9 juni 2021:

Aan de uitvoering is nog een instrument verbonden, Octosyn, een 15 meter brede installatie van 25 gestreken grondtoonsnaren en draaiende tokkelinstrumenten, ontworpen door beeldend kunstenaar Rob van den Broek waarbinnen de acht instrumentalisten van het Cello Octet Amsterdam plaats nemen en dat zij met voetpedalen bedienen. De uitvoering van Severade is verbonden aan dit instrument, wat het nadeel heeft dat het niet zomaar overal kan worden uitgevoerd maar als voordeel dat het bestaan van dit instrument uitnodigt om het vaker uit te voeren, en dat is maar goed ook.

Severade was het eerste werk van Shalygin waarmee ik kennis maakte, en wel via RadioIV/Klassiek, in het programma van Vrije Geluiden van presentator Aad van Nieuwkerk op. En ik was meteen geëlektrificeerd.

Radio-opnames van Maxim Shalygins Delirium en Severade:

https://www.nporadio4.nl/uitzendingen/avondconcert/ddafbe5b-c276-440e-9d24-c62bec4fcb04/2023-04-16-avondconcert-wereldpremiere-delirium-van-maxim-shalygin

© Melle Meivogel

Dat gold ook voor een andere componist, Julius Eastman, toen ik Vrije Geluiden voorstelde om vanwege Amsterdam Pride week iets te doen met queer componisten. Ik kwam met de geschiedenis van Siegfried Wagner en Clement Harris, Aad van Nieuwkerk liet een opname horen door het DoelenEnsemble met werk van Julius Eastman, een Amerikaanse ‘black queer’ componist die, miskend en depressief, in 1999 in armoede overleed.

Link naar Julius Eastman opnamen in Spotify.

Ook voor hem gold dat hij zich weinig aantrok van de hoofdstroom van minimal music en zijn eigen gang ging. Zijn lage zoetgevooisde stem was al opgevallen in de plaatopname uit 1973 Eight Songs for a Mad King van Peter Maxwell Davies waaraan hij deelnam, en vervolgens werd hij geprotegeerd door Lukas Foss die zijn werk uitvoerde Brooklyn Philharmonic.

Zijn tegelijkertijd eclectische en eigen stijl toonde verwantschappen variërend van John Cage tot Sun Ra. In zekere zin was hij muzikaal activist, onder meer door soms provocerende titels zoals Gay Guerilla, Evil Nigger en Femenine, waarin hij ook grenzen opzocht.

De Britse ‘black queer’ muziekproducer en keyboard-speler Loraine James maakte op haar CD Building Something Beautiful For Me uit 2022 bewerkingen van werk van Julius Eastman. Op zaterdagavond voerde zij als Homage to Julius Eastman delen daarvan uit met het jonge het London Contemporary Orchestra.

Loraine James Building Something Beautiful For Me:

Foto Melle Meivoge

Sowieso speelde in het Festivalcafé een deejay elektronische muziek waar een ander publiek dan tijdens de andere concerten heen trok. En dat gold ook voor de zaal. Waaronder veel ‘black queer’ en ook wit gemengd queer publiek, waarbij Loraine James een begrip is. Er was popconcertachtig applaus en gejoel na de nummers. Een welkome aanvulling in het programma.

Het zou mooi zijn als dit alles in een volgende editie leidt tot meer wisselwerking tussen de verschillende soorten publiek voor evenementen vergelijkbaar met het prachtige openingsconcert van dit jaar Reich/Richter, Homage to Julius Eastman en de muziek van Shalygin.

Gezien 17 april in het Muziekgebouw aan ’t IJ.

Maxim Shalygin Severade, S I M I L A R 3, voor negen cello’s, Maya Fridman en Cello Octet Amsterdam
De film Raising Waves
Maxim Shalygin Delirium S I M I L A R 4, voor 4 pianos, Tomoko Mukaiyama, Antonii Baryshevskyi, Gerard Bouwhuis en Laura Sandee


16 april in het Muziekgebouw aan ’t IJ.

Homage to Julius Eastman
Loraine James x London Contemporary Orchestra, gezien 15 april in Muziekgebouw aan ‘t IJ.

Julius Eastman in Vrije Geluiden:

https://www.nporadio4.nl/uitzendingen/vrije-geluiden/f9b49a01-241c-419b-b02b-13c7a7e88fc9/2022-11-12-vrije-geluiden-julius-eastman-1

https://www.nporadio4.nl/uitzendingen/vrije-geluiden/8081abde-4844-4ddd-97c0-fd676185caa1/2022-11-13-vrije-geluiden-julius-eastman-2

 

Julius Eastman door Maarten van Veen en Vivianne Cheng in Podium Klassiek met Gay Gorilla:

Fotomateriaal Shalygin © Neil van der Linden