Liza_Ferschtman

Folk Stories: teleurstellende eerste solo cd van Cora Burggraaf

In 2013 heeft Cora Burggraaf haar debuut-cd uitgebracht bij Challenge Classics: volksliedjes van zeven verschillende componisten, in vijf verschillende talen. Het is een interessante selectie, maar met de uitvoering ben ik minder gelukkig.

Wie Cora Burggraf in haar beginjaren, toch echt niet zo lang geleden heeft gehoord die vergeet haar niet zo gauw. Een sprankelende jonge vrouw met dito stem en vol joie de vivre. Goed thuis zowel in liederen als in opera en begenadigd met meer dan gemiddelde acteervermogen. Ooit wilde zij zich meer op het acteren toeleggen, wat resulteerde in een onvergetelijke Ophelia tijdens de Rotterdam Operadagen 2009.

Mijn impressie van toen:

“De voorstelling met de titel Ophelia was buitengewoon interessant. Het was een onewomanshow, met en door de Nederlandse mezzo Cora Burggraaf. De productie – eigenlijk een toneelstuk gelardeerd met liederen, van o.a Strauss, Brahms, Berlioz en Chausson, maar ook Nick Cave’s ‘Wild rose’ – kwam op de initiatief van de zangeres tot stand en het eindresultaat was fascinerend.

Persoonlijk had ik meer muziek en minder tekst gewild, maar het concept van de avond was boeiend, wat we aan de veelzijdige zangeres hadden te danken. Het einde, waarin zij ‘La Mort d’Ophelie’ van Berlioz zong in de pose van de beroemde schilderij van John Everett Millais was van een ontroerende schoonheid. “

Voor haar eerste solo cd, ‘Volksvertellingen’, heeft ze bij zeven verschillende componisten ‘geshopt’ en van hun zettingen van volksliedjes een spannende collectie samengesteld, die ze in vijf verschillende talen zingt.

Burggraaf heeft een heel erg prettige stem, wat je al in de gesproken intro hoort. Maar in de liederen klinkt ze soms hinderlijk kinderlijk. Af en toe zingt ze ook tegen de toon aan, wat ik eigenlijk minder erg vind dan de naïeve benadering van de door haar gezongen liederen.

In de ‘Ierse Volksliedjes’ van Beethoven pakt haar benadering goed uit, maar Respighi overtuigt mij maar matig, bij Bartók mis ik het ritme en bij Mahler de sardonische humor. Echt mis gaat het echter bij ‘The bonny Earl o’ Moray’ van Britten. Het is geen kinderliedje.

Ik had het niet erg gevonden als het gezongen werd door een volksliedzangeres, maar aan een klassiek geschoold iemand stel ik hogere eisen. Begrijp mij goed: het is niet zo dat het resultaat echt slecht is – ik denk dat ik diep onder de indruk zou komen als ik in het theater of bij een houtvuur hoorde. Maar thuis, op mijn bank en met de centrale verwarming aan, verlang ik naar iemand die mij toezingt in plaats van mij dingen te vertellen.

De begeleiding is absoluut superieur. Simon Lepper volgt haar zonder morren, de klank van zijn piano is mild en toegestemd op haar wensen. En Liza Ferschtman en Floris Meijnders (Beethoven) doen precies dat wat van ze verwacht wordt: goed spelen.

Folk Stories: liederen van  Bartók, Beethoven, Brahms, Britten, Mahler, Respighi, Sibelius en J.Vogel (Ketelbinkie)
Cora Burggraf (mezzosopraan), Simon Lepper (piano), Lisa Ferschtman (viool), Floris Meijnders (cello)
Challenge Classics CC72346

Felix Mendelssohn door Liza Ferschtman & Friends

liza-ferschtman-mendelssohn

Vanwaar zo veel haast? Vat u het niet al te letterlijk op, alstublieft, want Liza Ferschtman heeft er jaren over gedaan eer ze besloten had het vioolconcert van Mendelssohn op te gaan nemen. Toen het eindelijk zo ver was, wist zij dan ook zeker hoe het moest. Maar de haast, die moet u ook letterlijk opvatten, want het tempo die Ferschtman neemt, bijgestaan door het fantastisch begeleidende Gelders Orkest onder Kees Bakels, liegt er niet om.

Het is wel even schrikken, maar gelukkig duurt het niet al te lang. Bij deel twee aangekomen neem de violiste de tempoaanduiding (Andante) wel degelijk serieus in acht en de rust keert weder. Het resultaat is een zonder meer fantastische en zeer spannende uitvoering van één van de beroemdste en meest geliefde vioolconcerten. Anders dan ik gewend ben, maar zo boeiend dat ik mij gauw gewonnen geef.

Met de uitvoering van het octet heb ik veel meer moeite. Het is een lieflijk, maar tegelijkertijd ook een zeer volwassen meesterwerkje van een zestienjarige, dat – eerlijk is eerlijk – vaak te zoetsappig wordt uitgevoerd. Een beetje meer pit is dus niet verkeerd. Maar de aanslag van Ferschtman en haar vrienden is feller dan fel, agressief bijna. Té, voor mij.

Felix’ zus Fanny over Scherzo, het derde deel van het Octet:  “dat hele deel moet staccato en pianissimo worden gespeeld waarbij nu en dan tremulandi naar voren komen en de trillers met een bliksemende lichtheid langs komen; alles licht en vreemd maar tegelijk ook suggestief en innemend; men voelt zich in de wereld van luchtgeesten die half geneigd zijn om een bezemstijl te grijpen en elkaar in een luchtprocessie te achtervolgen. Tot besluit vliegt de eerste viool er met een vederlichte luchtigheid vandoor en is alles verdwenen”.

Die “bliksemde lichtheid van de luchtgeesten”, die mis ik. De uitstekende (live) opname klinkt zeer helder.


FELIX MENDELSSOHN
Violin Concerto, op.64
String Octet, Op.20
Liza Ferschtman (viool)
Het Gelders Orkest olv Kees Bakels
Itamar Zorman, Elina Vähälä, Corina Belcea (viool)
Krzysztof Chorzelski, Marc Desmons (altviool)
Sebastian Klinger, Antoine Lederlin (cello)
Challenge Classics CC72748 • 58’