Felix_Mendelssohn

Mendelssohn, wie is vóór en wie is tegen?

Tekst: Neil van der Linden

Dit wordt een wat langere beschrijving, omdat er veel verschillende onderwerpen aan bod komen in De Muziekmutant van Micha Hamel en regisseur Arlon Luijten, een combinatie van theatraal essay over de functie van muziek, een interactief muzikaal spel met publiek, een cursus in luisteren, een enquête over de betekenis van het muzikaal erfgoed van vorige eeuwen en een wetenschappelijk onderzoek naar de manier waarop klassieke muziek wordt beleefd. Micha Hamel, zelf lector ‘Performance Practice’ bij de Hogeschool Codarts, werkte hierbij samen met TU Delft, de Erasmus Universiteit en de Willem de Kooning Academie.

Vier jongeren verdedigen samen met een tiental medeleerlingen van de Jeugdtheaterschool Zuidoost verschillende stellingen over het belang van symfonische muziek, met als voorbeeld Mendelssohn. Mendelssohns muziek stamt uit de tijd dat, zoals de makers stellen, deze muziek een maatschappelijke functie had en onderdeel was van een algemeen maatschappelijk verheffingsideaal. Bovendien waren orkestmusici toen goedkoop, dus kon het symfonieorkest, gesubsidieerd door vorst of bourgeoisie, steeds groter worden.

Inmiddels is de maatschappij veranderd, het enorme orkest is relatief kostbaar, terwijl het verheffingsideaal, althans wat de symfonische muziek betreft aan belang heeft ingeboet. Of althans dat is de vraag. Misschien is de muziek nog steeds drager van een belangrijke, misschien wel tijdloze boodschap uit het verleden of een mogelijke brenger van nieuwe boodschappen, terwijl het draagvlak kan groeien als meer mensen er vertrouwd mee zouden raken. Moderne digitale middelen kunnen daarbij een rol spelen, of dat willen de betrokkenen in elk geval onderzoeken.

Mendelssohn is overigens natuurlijk een interessante keuze. Een beetje Biedermeier, maar hij belichaamt ook de volmaakte eenheid in de klassieke traditie, voordat Berlioz en daarna Wagner twijfel begonnen zaaien. Maar zowel Wagner als diens antipode Brahms waren het eens over de genialiteit van Mendelssohn. En Hamel is bewonderaar van Mendelssohn. Stefan Sanders, die Hamel voor een Holland Festival podcast interviewde, trouwens ook; zie bijgaande link.

De voorstelling begon onder de noemer ‘Hoofdluisteren’ met een overzicht van elementen die de meeste muziek, zoals die van Mendelssohn maar ook de meeste andere vormen van muziek bevatten en waarop je bij het luisteren kunt letten: melodie, ritme, harmonie, timbre. Hierbij speelde de Philharmonie Zuidnederland, onder Bas Wiegers, van elk element een voorbeeld, terwijl het achterdoek blauw kleurde, de kleur van ‘Hoofdluisteren’.

In de volgende etappe, ‘Hartluisteren’, met rood achterdoek, werd onderzocht welke gevoelens muziek kan opwekken, en of je die toch kunt benoemen. Het orkest speelde passages uit Mendelssohns Italiaanse symfonie, en werd het publiek gevraagd via de mobiele telefoon te kiezen tussen afbeeldingen op het achterdoek welke het beste bij de passage paste, bijvoorbeeld tussen een alpenweide of een vertrek uit een 18eeeuws paleis, een zonnige moderne stad of een ezel (wie zou voor de ezel hebben gestemd? ik! vanwege de associatie met Mendelssohn en Midsummer Night’s Dream) en een vrouw in wit gewaad of een autoweg maar wel een die zich mooi door een landschap kronkelde. Ik moest wél denken aan de luchtbeelden uit de opening van Haneke’s Funny Games waarin 18e en 19e-eeuwse klassieke muziek een rol speelt, voordat metal-geluid van John Zorn de idylle komt verstoren, zoals de film de romantische idylle van de intellectuele bourgeoisie-familie als veilige omgeving onderuit haalt.

‘Lijfluisteren’ gaat over hoe je muziek fysiek ervaart. Hiertoe trokken de toeschouwers een witte hansop aan en namen plaats in een groengekleurd lusthof vlak voor het orkest, met een elementen waarmee mensen ontspanning of vermaak zoeken: schommelstoelen, speeltuinmeubilair, maar ook wc-potten en een doodskist. Ik mocht plaats nemen op een massagebed met dildo en condooms binnen handbereik en op groen kunstgras dat een zonneweide verbeeldde, met groene longdrinks bij de hand.

Er is nog een vierde stap in het luisteren, namelijk ‘elastisch luisteren’, een combinatie van de zojuist genoemde luisterwijzen.  Die werd geoefend aan de hand van een fraai nieuw orkeststuk van Bram Kortekaas terwijl de genoemde corresponderende kleuren op het achterdoek werden geprojecteerd, met een cocktail van deze kleuren als aanduiding voor elastisch luisteren. Het idee was waarschijnlijk onbevooroordeeld te kunnen luisteren naar een stuk dat zowel voor regulier als debuterend concertpubliek nieuw was; zij het dat het idioom – tonaal, een beetje impressionistisch, een beetje laten we zeggen Vermeulen-achtig – al wel vertrouwd was voor de klassiek geschoolde luisteraar, maar dat kan bij een nieuw werk ook afleidend werken.

Zou het ook interessant zijn geweest om de ideeën te testen aan de hand van muziek uit de tijd waarin de scheiding tussen traditioneel en niet-elitair maar wel mondiger massa’s zich steeds duidelijker aftekende? De tijd ook waarin het idee van ‘verheffing des volks’ door cultuur gestalte kreeg, dus de eerste decennia van de vorige eeuw. En dan óf in principe toegankelijke muziek, Ravels Daphnis et Chloé of Debussy’s La Mer, óf juist werk waar ook veel klassiek publiek moeite mee heeft, Schönbergs Erwartung of een pianoconcert van Bartók, en waarvoor andere oren misschien juist open staan.

Niet alleen muziek beluisteren, maar ook luisteren in het algemeen was onderdeel van het onderzoek. Zo was er een betoog over basale regels voor een luisterend gesprek, door de – geweldige – ceremoniemeester, actrice Lidewij Mahler; de hele cursus empathische vragen stellen uit mijn medicijnenstudie passeerde voor mijn geest.

Vervolgens werd de toeschouwers gevraagd, via de eigen smartphone, een computerspel te spelen waarin luisteren naar redeneringen werd getest. In een Alice in Wonderland-achtige setting moesten we ene Eustachius (genoemd naar de buis van, onderdeel van ons oor) te bevrijden uit een onderaards gewelf tijdens een virtuele tocht langs allerlei fantasieschepselen die ieder voor zich iets wist over de verblijfplaats van Eustachius en de uitgang van het labyrint. Maar bijvoorbeeld een slak met eindeloze verhalen moest je ook netjes, maar resoluut leren afwimpelen.

Het laatste onderdeel bracht ons terug bij Mendelssohn en de klassieke muziek van de negentiende eeuw: een debatteerwedstrijd waarin vier jongeren ieder een stelling over klassieke muziek verdedigden. De eerste spreker vond dat onze aandacht voor emoties uit de tijd is en dat we aan de slag moeten om de wereld te verbeteren. “Dus nee, muziek die gemaakt is om iets bij te voelen, om navelstaarderig in jezelf te gaan zitten wroeten, daar hoeft niet zo veel tijd, geld en aandacht naar toe.” Een andere spreker wees op de helende kracht van muziek. “De meeste componisten van 1840 worden niet meer gespeeld. Mendelssohn wel. Omdat hij een universele kracht heeft. Een kracht die de tand des tijds en de waan van de dag kan doorstaan. En dat is wat we nodig hebben. Juist vandaag. Juist nu.”

Beiden werden in de eerste rondes weggestemd.  De overblijvende stellingen waren ”Geef mij Mendelssohn. Geef mij al die verschillende zoekende stemmen die zich in de 19e eeuw loszongen van de wereld zoals die was en die nog steeds klinken. Stemmen van mensen die niet langer onderworpen willen worden. Want hun zoektocht is dezelfde zoektocht van ons allemaal vandaag. De zoektocht om een vrij mens te zijn.  Stemmen die een wereld creëren waarin ik vrij rond mag lopen en mag zijn wie ik wil zijn. Mag denken wat ik wil denken en mag voelen wat ik voel.” En daartegenover: “De wereld verandert zo snel, dus moeten kunstenaars snel zijn. Stukken schrijven en weer weggooien. Nieuwe muziek maken en weer weggooien. In dialoog blijven met de tijd. Niet met vroeger. Met vandaag. Verschillende stemmen, ja, maar alsjeblieft: de stemmen van vandaag. Zit de tijd op de hielen, zodat iedereen maar dan ook echt iedereen in de zaal straks kan zeggen: ja shit man, dit gaat over mij.”

Een extra spelelement was dat als Mendelssohn zou worden weggestemd, het laatste stuk van het programma, zijn Hebriden Ouverture, voor het laatst zou klinken. Maar die middag won Mendelssohn.  Zij het met niet een grote voorsprong. Bij de generale, met veel kennissen van de acteurs van de Jeugdtheaterschool Zuidoost, was hij weggestemd. Dat gebeurde ook ’s avonds, zo vertelt Hamel. De luisteroefeningen hebben daar blijkbaar weinig verandering in kunnen brengen.

Ik weet niet of onderzoek met deze beperkte aantallen publiek statistisch significante waarden oplevert. Maar de uitkomsten zijn toch iets waarvan orkesten kunnen leren, vindt Micha Hamel. Rest de vraag hoe een én/én optie als vijfde stelling het er vanaf zou hebben gebracht, én klassiek én nieuwe vormen van muziek in de concertzaal?

Podcast gesprek tussen Stephan Sanders en Micha Hamel:

https://open.spotify.com/episode/3s9832pfoKDjAktiqCENXY?si=WsU7fhwET6Cg_QtWjBu5mg&dl_branch=1

Zoom-interview met Micha Hamel:

Mendelssohn Ouverture Die Hebriden onder Claudio Abbado, met landschapsbeelden:

Openingsscène Funny Games:

artistiek concept::
Micha Hamel, Arlon Luijten
regie:
Arlon Luijten
muziek:
Bram Kortekaas, Felix Mendelssohn 
tekst:
Daniël van Klaveren 
games:
Arlon Luijten, Annebeth Erdbrink, Rens Kortmann, Micha Hamel, Janna Michael
actrice 
Lidewij Mahler 
dirigent:
Bas Wiegers
Uitvoering:
philharmonie zuidnederland, studenten: Willem de Kooning Academie, Codarts Rotterdam, Jeugdtheaterschool Zuidoost

Foto’s: Ada Nieuwendijk.

Jan Lisiecki gelooft in Mendelssohn

Lisiecki Mendelssohn

Jan Lisiecki is nog maar 23 jaar oud, maar de cd met pianoconcerto´s van Mendelssohn is al zijn vijfde opname voor de Deutsche Grammophon. Toeval of niet: ook Mendelssohn was 23 toen hij zijn eerste pianoconcerto heeft gecomponeerd. Zo ongeveer.

Mendelssohn-Horace_Vernet-1831-464

Felix Mendelssohn in 1831 door Horace Vernet

Dat de componist ook een geweldige pianist is geweest weten we uit de overleveringen van zijn tijdgenoten. Onder andere van Robert Schumann die behoorlijk onder de indruk was van zowel het concerto als ook de uitvoering. Lisiecki: “Ik geloof in Mendelssohn. De concerten zitten vol emotie, virtuositeit, schoonheid, drama, maar ze vragen om een delicate benadering en een ongelooflijke precisie’.

Dat hij erin gelooft, dat hoor je. Zijn uitvoering is dan ook verbluffend en toch heb ik iets te mekkeren! Het is mij te virtuoos, te snel, te energiek, te gespierd. Mendelssohn wist als geen ander om op het randje tussen het nieuwe van de romantiek en het ietwat conservatieve van het classicisme te balanceren. Dat mis ik. Wat er ontbreekt zijn de lichtere tinten, de pastellen, de zachtheid.

Hieronder speelt Lisiecki ‘Venetian Gondola Song’:

Gelukkig speelt Lisiecki nog de Variations sérieuses en het Rondo capriccioso en daar weet hij mij voor honderd procent te overtuigen. Net als in ‘het toetje’, het ‘Venetiaanse gondellied’ uit Lieder ohne Worte. Daarin toont hij zich een echte klavierleeuw die zijn poëtische kant mee laat prevaleren.


FELIX MENDELSSOHN
Pianoconcerto’s; Variations sérieuses in d, op. 54; Rondo Capriccioso in E, op.14; Lieder ohne Worte op. 19b nr. 6 (Venetian Gondola Song)
Jan Lisiecki (piano), Orpheus Chamber Orchestra
DG 00028948364718

 

Mendelssohn gedirigerd door Andrew Manze: ‘sit back and enjoy’

Mendelssohn Manze presentatie

Met de opname van de eerste en de derde symfonie van Mendelssohn heeft de in de Oude Muziek gespecialiseerde Britse violist en sinds 2014 chefdirigent van het NDR Radiophilharmonie, Andrew Manze, zijn visitekaartje afgegeven.

Het is niet alleen hun eerste cd samen, het is tevens deel één van het project dat alle symfonieën van Mendelssohn zal omvatten. Een weinig revolutionaire daad, zou je denken: aan goede opnamen van symfonieën van Mendelssohn, al of niet compleet, hebben wij immers geen gebrek. Het is echter best interessant om de visie van de van oorsprong barok-specialist te kunnen horen, zeker nu hij  voor een “modern” orkest staat.

De uitvoering is zonder meer goed. Manze dirigeert met veel oog voor het detail, maar ik mis de sfeertekening, het ‘plaatje achter de muziek’. Iets, wat zich voornamelijk in de derde symfonie, waarvoor Mendelssohn rijkelijk inspiratie in Schotland heeft opgedaan, wreekt.

Het is niet uitgesloten dat ik te veel naar Claudio Abbado heb geluisterd: het risico van cd’s hebben, men hecht er aan. Maar misschien moet ik niet te veel nadenken en gewoon genieten?

“Sit back and enjoy”, zo staat het op de achterkant van het boekje en er is niets op tegen om die woorden letterlijk te nemen. Al is het van de schitterend warme en natuurgetrouwe klank van de opname. En dan te weten dat ik het ik via gewone cd-speler en speakers heb beluisterd.

CD- presentatie:

http://www.ndr.de/orchester_chor/radiophilharmonie/Start-einer-Mendelssohn-Serie-mit-Andrew-Manze,mendelssohn174.html


 

FELIX MENDELSSOHN
Symphonies Nos.1 & 3
NDR Radiophilharmonie olv Andrew Manze
PentaTone Classics PTC 5186 595 • SACD – 71′

Felix Mendelssohn door Liza Ferschtman & Friends

liza-ferschtman-mendelssohn

Vanwaar zo veel haast? Vat u het niet al te letterlijk op, alstublieft, want Liza Ferschtman heeft er jaren over gedaan eer ze besloten had het vioolconcert van Mendelssohn op te gaan nemen. Toen het eindelijk zo ver was, wist zij dan ook zeker hoe het moest. Maar de haast, die moet u ook letterlijk opvatten, want het tempo die Ferschtman neemt, bijgestaan door het fantastisch begeleidende Gelders Orkest onder Kees Bakels, liegt er niet om.

Het is wel even schrikken, maar gelukkig duurt het niet al te lang. Bij deel twee aangekomen neem de violiste de tempoaanduiding (Andante) wel degelijk serieus in acht en de rust keert weder. Het resultaat is een zonder meer fantastische en zeer spannende uitvoering van één van de beroemdste en meest geliefde vioolconcerten. Anders dan ik gewend ben, maar zo boeiend dat ik mij gauw gewonnen geef.

Met de uitvoering van het octet heb ik veel meer moeite. Het is een lieflijk, maar tegelijkertijd ook een zeer volwassen meesterwerkje van een zestienjarige, dat – eerlijk is eerlijk – vaak te zoetsappig wordt uitgevoerd. Een beetje meer pit is dus niet verkeerd. Maar de aanslag van Ferschtman en haar vrienden is feller dan fel, agressief bijna. Té, voor mij.

Felix’ zus Fanny over Scherzo, het derde deel van het Octet:  “dat hele deel moet staccato en pianissimo worden gespeeld waarbij nu en dan tremulandi naar voren komen en de trillers met een bliksemende lichtheid langs komen; alles licht en vreemd maar tegelijk ook suggestief en innemend; men voelt zich in de wereld van luchtgeesten die half geneigd zijn om een bezemstijl te grijpen en elkaar in een luchtprocessie te achtervolgen. Tot besluit vliegt de eerste viool er met een vederlichte luchtigheid vandoor en is alles verdwenen”.

Die “bliksemde lichtheid van de luchtgeesten”, die mis ik. De uitstekende (live) opname klinkt zeer helder.


FELIX MENDELSSOHN
Violin Concerto, op.64
String Octet, Op.20
Liza Ferschtman (viool)
Het Gelders Orkest olv Kees Bakels
Itamar Zorman, Elina Vähälä, Corina Belcea (viool)
Krzysztof Chorzelski, Marc Desmons (altviool)
Sebastian Klinger, Antoine Lederlin (cello)
Challenge Classics CC72748 • 58’