John Adams

Dansen op de bom. Dr Atomic in Utrecht

Tekst: Neil van der Linden

Op het podium in de Utrechtse Werkspoorkathedraal is het juni 1945. We bevinden ons in de montagehal waar de eerste kernbom in elkaar wordt gezet, in de woestijn van Los Alamos, New Mexico. Duitsland heeft kort tevoren gecapituleerd, maar Japan nog niet. Het gevaar van een Duitse kernbom is geweken. Duitsland was sowieso minder ver met de ontwikkeling van een kernwapen dan gedacht.

Maar wat om de Duitse overgave af te dwingen werkte, massale bombardementen van steden, zou in Japan misschien niet doeltreffend genoeg kunnen zijn. Bovendien waren er vermoedelijk hooggeplaatste militairen die de kans niet zouden willen mislopen de bom op een slagveld uit te testen; voordat ook de oorlog met Japan al op een andere manier tot een einde zou zijn gekomen. Dus gaat de ontwikkeling van de eerst kernbom in hoog tempo door.

De Dr Atomic in de opera van componist John Adams en librettist Peter Sellars is J. Robbert Oppenheimer, de in 1904 geboren briljante kernfysicus, die de leiding heeft over het ontwikkelen van de bom. De opera speelt zich af in de uren en minuten voordat een testversie van de bom tot ontploffing wordt gebracht in een afgelegen deel van de woestijn, terwijl het stormt, regent en bliksemt, zodat alles goed fout zou kunnen gaan.

Anders dan in zijn voorgaande operas Nixon in China en Death of Klinghofer zit er in Dr Atomic weinig actie, afgezien van de grote knal zelf, die we overigens niet te zien krijgen, want het libretto stopt een paar seconden ervoor.

Alice Goodman, librettist van Nixon in China en Death of Klinghofer, hield van snelle plotwendingen. Dr Atomic is in zekere zin één grote plot, rond de vraag of het ontwikkelen van een atoombom politiek en moreel gerechtvaardigd is, en wat er allemaal fout zou kunnen gaan tijdens de test, maar wat we daarvan zien is voornamelijk personages die in lange frasen daarover van gedachten wisselen.

Het libretto is voor een belangrijk deel een collage van teksten uit overheidsdocumenten en opinieartikelen van indertijd, met daarnaast citaten uit het werk van de Oppenheimers favoriete dichters John Donne en Charles Baudelaire en uit het Hindoe-epos de Bhagavad Gita, die Oppenheimer ook tot zijn favoriete lectuur rekende. En van een tijdgenote, de Amerikaans-Joodse dichteres en politieke activiste Muriel Rukeyser, uit wier werk de twee vrouwelijke personages in Dr Atomic te zingen krijgen.

Voor de opvoering ter gelegenheid van hun 200-jarig bestaan kreeg het Utrechts Studenten Concert de beschikking over de Werkspoorkathedraal, een vrijwel intacte, in zijn industriële lelijkheid overweldigend mooie hal van de voormalige Werkspoor treinenfabriek in Utrecht. Tegenover de tribune waar het publiek zit is een gigantisch podium opgebouwd die de assemblagehal van de bom voorstelt en waar de productie zich afspeelt. Het orkest zit tussen publiekstribune en speelpodium. Een ambiance die in een operahuis moet worden nagebouwd en die hier al staat. Het door de hoge zijramen rondom binnenvallende ‘natuurlijke’ grijzige avondlicht zou in een theater ook alleen met moeite kunnen worden nagebootst.

De ‘documentaire-theater’-opzet van de opera’s van John Adams en Peter Sellars vraagt eigenlijk elke keer weer om een vorm van hyperrealisme. Sommigen zullen zich herinneren hoe bijna absurd-realistisch de personages en ook het vliegtuig, de Airforce 1 waarmee het echtpaar Nixon en Henry Kissinger in Bejing landden, er in Sellars’ eigen enscenering van Nixon in China uitzagen. De voorstelling was indertijd in het Holland Festival te zien en op Youtube staat een herneming van die enscenering.

Het Dr Atomic/Oppenheimer-personage in Utrecht, vertolkt door Quirijn de Lang, kan qua uiterlijk zo van een historische foto zijn weggelopen. Agris Hartmanis alias General Leslie Groves en Jeroen de Vaal alias Captain James Nolan lijken op personages uit Dr Strangelove, Stanley Kubrick’s satire over de eerste atoombom. Wel kreeg één van de mannelijke personages een wat andere benadering: de ‘dissident’ Robert Wilson, de meest gewetensbezwaarde van het ontwerpteam, vertolkt door Lucas van Lierop. Het personage draagt een lichter grijs pak en heeft lange blonde krullen. Hij wordt in de enscenering ook telkens wat helderder belicht, lijkt het. In combinatie met zijn fraaie, ook in de hoogte overtuigende tenorstem krijgt Van Lierops personage in deze productie iets van een Wagneriaanse protagonist.

De rolbezetting is sowieso zang- en acteer-technisch voorbeeldig. Quirijn de Lang verbeeldt met zijn warme bariton en ook in het acteren Oppenheimers sympathieke kanten. Hartmanis en Groves zijn met hun bas-baritons Wagneriaanse slechteriken als  koud berekenende, cynische vertegenwoordigers van het militair-politieke apparaat. In de tekst wordt gedelibereerd welke Japanse stad het eerst aan de beurt moet komen en of er meteen ook een tweede stad moet worden gebombardeerd.

Oppenheimer zelf heeft inmiddels bedenkingen tegens het project, wetenschappelijk en morele: het is nog niet duidelijk of een eenmaal ingezette nucleaire reactie plaatselijk blijft, in niet een oncontroleerbare keten van reacties in gang zet waarvan niemand weet waar die eindigt, of niet eindigt. Zelf was hij een ijverige lezer van de Hindoe-mythologie, onder meer de Bhagavad Gita, waarin een totale vernietiging van de aarde wordt beschreven; ‘Now I am become Death, the destroyer of world’, zou hij hebben gezegd op het moment dat onder dwang hij het ontstekingsmechanisme voor de kernproef toch in werking zette.

De vrouwelijke personages hebben een abstracter karakter. De tekst van echtgenote Kitty Oppenheimer (sopraan Jeannette van Schaik) bestaat uit citaten uit de poëzie van Muriel Rukeyser, onder meer haar gedicht Easter Eve over de slag om Okinawa en de talloze slachtoffers die daarbij vielen.

Huishoudster’ Pasqualita, van native New Mexico- ‘Indiaanse’ komaf, (alt Maria Koshiishi) zingt ook dichtregels van Rukeyser en verder apocalyptische strofen uit de Bhagavad Gita.

In zijn eigen regie visualiseerde Sellars ook deze twee vrouwenrollen als hyperrealistisch, herkenbaar als personages gekleed in de stijl van de jaren veertig. In de regie van Wim Trompert zijn ze mythischer, Kitty als een soort Brünnhilde en Pasqualita á la Erda, zoals ze in deze enscenering telkens oprijst uit en weer verdwijnt in de tunnel waarin de bom tot explosie zal worden gebracht.

In zulke passages is Adams’ partituur op haar meest lyrisch, en tegelijk haar meest Wagneriaans, waarbij de beide zangeressen ook zangtechnisch weergaloze respectievelijk Brünnhilde- en Erda-kwaliteiten mogen ontplooien.

Het koor van de Utrechtse Cantorij kreeg ook alle ruimte om zangtechnisch te excelleren en in fraaie groepschoreografieën te acteren. De akoestische balans tussen solisten, koor en orkest viel bovendien bewonderenswaardig goed uit. De akoestiek van de hal zorgde in combinatie met enkele elektronische aanpassingen ervoor dat de klank van orkest, koor en solisten optimaal tot haar recht kwam. Adams briljante orkestraties, met onder meer uitgebreide slagwerk- en kopersecties, maar ook een contrabasklarinet, worden breed uitgemeten.

Complimenten voor de geluidsregie, die er bovendien voor zorgde dat de door Adams voorgeschreven elektronische geluidseffecten spectaculair tot hun recht kwamen. Ik zou niet goed kunnen aangeven waarin de prestaties van het Utrechts Studenten Concert, formidabel gedirigeerd door Bas Pollard zouden onderdoen voor die van een professioneel orkest. In deze opstelling met vol zicht op de orkestbak was ook het speelplezier van het orkest fraai zichtbaar.  

De Engelse tekst van Dr Atomic eindigt een paar seconden voor de explosie plaats vindt. Na het versterven van de laatste orkestklanken volgt nog een passage in de elektronische soundtrack waarin teksten in het Japans worden uitgesproken. Het zijn flarden tekst over ouders die hun kinderen kwijt zijn of water zoeken voor hun kinderen.

Het zou om ouders uit Hiroshima en Nagasaki kunnen gaan. Het toneelbeeld eindigt met (de Japanse) Maria Koshiishi/Pasqualita die achteraan op het toneel met haar rug naar ons toe staat, waarbij de suggestie wordt gewekt dat zij de teksten uitspreekt. Oppenheimer/Kitty/Adams/Sellars pleidooi om ook bij de Japanse slachtoffers van de oorlog stil te staan krijgt zo extra versterking.

Het is misschien ook vanwege natuurkundige wetten geen toeval dat deze productie wordt opgevoerd juist nu nucleaire dreiging weer de kop op steekt vanwege de oorlog in Oekraïne. En dat toevallig dezer dagen ook Christopher Nolans film Oppenheimer uitkomt. En daar kan Wes Andersons film Asteroid City nog aan worden toegevoegd, die in een soort absurdistische ‘retro-futuristische’ replica van de wereld van Los Alamos speelt.

Tijdens de voorstellingen vindt ook een populair-wetenschappelijk congres over kernfysica en J. Robbert Oppenheimer plaats, waarin ook de interessante banden tussen Oppenheimer en Nederland ter sprake komen. Jammer voor de Utrechtse studenten is dat die banden vooral de universiteit van Leiden betreffen, maar ach.

Gezien 13 juli, Werkspoorkathedraal, Utrecht.

Quirijn de Lang J. Robert Oppenheimer (bariton)
Jeannette van Schaik Kitty Oppenheimer (sopraan)
Bart Driessen Edward Teller (bas)
Agris Hartmanis General Leslie Groves (bariton)
Lucas van Lierop Robert Wilson (tenor)
Jeroen de Vaal Captain James Nolan (tenor)
Maria Koshiishi Pasqualita (mezzosopraan/contralto)

Utrechts Studenten Concert olv Bas Pollard
Regie: Wim Trompert

Foto’s Ben van Duin en Neil van der Linden.

Voor meer informatie en kaarten:

Home

Dr Atomic op Spotify:

De Nederlandse Opera scene met Robert Oppenheimer, Kitty Oppenheimer, Pasqualita en koor:

Voorstelling in de New York Metropolitan Opera in de regie van Penny Woolcock:

Muriel Rukeyser:

https://en.wikipedia.org/wiki/Muriel_Rukeyser

.

Seizoen 2018/19 van DE NATIONALE OPERA in Amsterdam

DNO seizoen 1819

NB: scroll down for the English translation

Maandag 19 februari werd het nieuwe, 2018/19 seizoen van de Nationale Opera gepresenteerd. Het is het voorlaatste seizoen dat door Pierre Audi geprogrammeerd is. Het programma is weinig verrassend en de liefhebber van belcanto, verismo of überhaupt de Italiaanse opera heeft het nakijken.

Geen Verdi, Donizetti, Bellini, Mascagni, Leoncavallo of Giordano en Puccini moet het van de reprise van wat – in mijn ogen – één van slechtste producties van zijn Madama Butterfly ever was: Robert Wilsons afschuwelijk emotieloze en minimalistische ‘zen” Butterfly van Wilson komt na 16 (!) jaar terug. Niemand kon mij het ‘waarom’ uitleggen, behalve dat je ook naar oude producties terug moet grijpen. Ook van de cast, althans op papier, ben ik niet onder de indruk.

Ooo…. Er is wel een Rossini, dat wel. Met – hoe verrassend! – voor de tweehonderdste keer zijn Il Barbiere di Seviglia… De opera wordt geregisseerd door Lotte de Beer en Rosina wordt gezongen door Nino Machaidze.

De andere jonge Nederlandse regisseur, Floris Visser maakt zijn DNO-debuut met Juditha Triumphans van Vivaldi.

Mozart en Wagner ontbreken uiteraard niet en het seizoen wordt geopend met de zes jaar oude productie van Die Zauberflöte in de regie van Simon McBurney. Het is al de derde keer dat de productie terugkomt en dat maakt mij niet echt blij. Maar het is fijn om te lezen dat twee van de belangrijkste rollen vertolkt gaan worden door Nederlandse zangers: Thomas Oliemans herhaalt zijn koddige Papageno en als Papagena mogen we Lilian Farahani verwelkomen.

Trailer van de eerste reeks:

Er zijn maar liefst zeven nieuwe producties, altijd goed nieuws. Maar of ik er zo blij moet zijn? Jenůfa van Janáček behoort tot mijn lievelingsopera’s, maar ik denk niet dat Annet Dasch de juiste zangeres is om die rol te vertolken. Had men Asmik Gregorian niet kunnen vragen? Om maar één zangeres te noemen die we (alweer) bij DNO niet gaan horen. De regie ligt in handen van Katie Mitchell, tja, dan weet je bij voorbaat al hoe de productie uit gaat zien.

Heel erg blij ben ik met de Oedipe van Enescu. De productie van Àlex Ollé (La Fura dels Baus) en Valentina Carrasco is  niet nieuw, is al eerder in Brussel en daarna in Londen te zien geweest. De recensies waren verdeeld, maar de muziek is zo goddelijk!

Trailer uit Londen:

Porgy and Bess van Gershwin is een andere titel die mij doet watertanden. Het word een coproductie met de ENO en de Metropolitan Opera in New York, dus ik denk niet dat we er bang voor hoeven zijn. De rol van Porgy wordt gezongen door Eric Owens en als Serena (ook iets om naar uit te kijken) verwelkomen we Latonia Moore

Eric Owens vertelt over Porgy, een rol die hij al eerder heeft vertolkt at the San Francisco Opera:

Ik ben geen grote Wagner-fan, maar voor zijn Tannhaüser kun je mij midden in de nacht wakker maken. De productie wordt geregisseerd door Christoph Loy en voor de rol van Elisabeth keert Svetlana Aksenova naar Amsterdam terug. De hoofdrol wordt gezongen door Daniel Kirch

DNO seizoen Aksenova

Svetlana Aksenova als Fevronja ©Monika Rittershaus

In het kader van het Opera Forward Festival kunnen we, onder anderen twee wereldpremières verwachten.

DNO_kurtag_gyorgy_90_160220_01

György Kurtág © István Huszti

Van Fin de partie, de eerste opera van de inmiddels 91-jarige György Kurtág (regie Pierre Audi) en van Micha Hamels Caruso a Cuba.

DNO seizoen Hamel

Micha Hamel in gesprek met Klaus Bertisch © DNO

Girls of the Golden West  van John Adams krijgt bij ons zijn Europese première.

Trailer van Girls of the Golden West uit San Francisco:

Over de “prestige-project”, aus LICHT van Stockhausen zwijg ik het liefst in alle talen. Maar mocht u 315 euro te veel in uw portemonnee hebben …..

De complete overzicht:

Die Zauberflöte (W.A. Mozart)
Stanislas de Barbeyrac, Mari Eriksmoen, Thomas Oliemans, Dmitry Ivashchenko, Kathryn Lewek, Judith van Wanroij, Rosanne van Sandwijk, Helena Rasker e.a.
Dirigent: Antonello Manacorda, regie: Simon McBurney

Jenůfa (L. Janáček)
Annette Dasch, Evelyn Herlitzius, Hanna Schwarz, Norman Reinhardt, Francis van Broekhuizen, Karin Strobos e.a.
Dirigent: Tomáš Netopil, regie: Katie Mitchell

Il barbiere di Siviglia (G. Rossini)
René Barbera, Nino Machaidze, Davide Luciano, Ambrogio Maestri e.a.
Dirigent: Maurizio Benini, regie: Lotte de Beer

Oedipe (G. Enescu)
Johan Reuter, Eric Halfvarson, Christopher Purves, James Creswell, Ante Jerkunica, André Morsch, Mark Omvlee, Sophie Koch e.a.
Dirigent: Marc Albrecht, regie: Àlex Ollé (La Fura dels Baus) en Valentina Carrasco

Porgy and Bess (G. Gershwin)
Eric Owens, Adina Aaron, Frederick Ballentine, Mark S. Doss, Latonia Moore e.a.
Dirigent: James Gaffigan, regie: James Robinson

Juditha Triumphans (A. Vivaldi)
Gaëlle Arquez, Teresa Iervolino, Vasilisa Berzhanskaya, Francesca Ascioti e.a.
Dirigent: Andrea Marcon, regie:Floris Visser

Girls of the Golden West (J. Adams)
Julia Bullock, Davóne Tines, Paul Appleby, Ryan McKinny e.a.
Dirigent: Grant Gershon, regie: Peter Sellars

Caruso a Cuba (M. Hamel)
Dirigent: Otto Tausk, regie: Johannes Erath

Fin de partie (G. Kurtág)
Frode Olsen, Leigh Melrose, Hilary Summers en Leonardo Cortellazzi.
Dirigent: Markus Stenz, regie: Pierre Audi

The Second Violinist (D. Dennehy)
Dirigent: Ryan McAdams. Regie: Enda Walsh

Tannhäuser (R. Wagner)
Daniel Kirch, Svetlana Aksenova, Ekaterina Gubanova, Stephen Milling, Björn Bürger, Attilio Glaser e.a.
Dirigent: Marc Albrecht, regie: Christof Loy

Madama Butterfly (G. Puccini)
Elena Stikhina, Enkelejda Shkosa, Gianluca Terranova, Brian Mulligan, Tim Kuypers e.a.
Dirigent: Jader Begnamini, regie: Robert Wilson

aus LICHT (K. Stockhausen)
Studenten van de master ‘aus LICHT’ aan het Koninklijk Conservatorium.
Dirigent: Kathinka Pasveer, regie: Pierre Audi

Pelléas et Mélisande (C. Debussy)
Solisten: n.n.b.
Dirigent: Daniele Gatti, regie: Olivier Py

Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

 

The Dutch National Opera’s 2018-2019 season (Amsterdam)

Earlier this week the Dutch National Opera unveiled its 2018-19 season, Pierre Audi’s penultimate one. Not a very surprising season. Lovers of belcanto, verismo or Italian opera in general will be disappointed. No Verdi, Donizetti, Bellini, Mascagni, Leoncavallo or Giordano.

Puccini is represented by a reprise of what I believe to be one of the worst productions of Madama Butterfly ever: Robert Wilson’s ghastly, emotionless and minimalistic “Zen”  Butterfly, returning after sixteen (!) years. No one could exactly explain why, except that sometimes it is worth looking back at old productions. The cast, at least on paper, does not impress me much either.

Oooh… We also do get a Rossini!  Il barbiere di Siviglia…  how original, for the hundredth time. Lotte de Beer will direct, and Nino Machaidze sings Rosina.

Another young Dutch director, Floris Visser, makes his DNO debut with Vivaldi’s Juditha Triumphans.

Of course, Mozart and Wagner are present. The season will be opened by Simon McBurney’s six-year old Zauberflöte. This will be the third time it returns, which does not exactly thrill me. It is nice to read though that two important roles will be sung by Dutch singers: Thomas Oliemans repeats his dotty Papageno, and we welcome Lilian Farahani as Papagena.

We get seven new productions no less, which is always good news. But I am nut sure they all make me very happy? Janáček’s Jenůfa is one of my favourite operas, but I doubt Annette Dasch will be he right singer for the role. Was it not possible to ask Asmik Grigorian? To mention just one singer we (again) will never hear at the DNO? Katie Mitchell directs, so we all know in advance how this will look like.

I am very excited about Enescu’s Oedipe. The production by Àlex Ollé (La Fura dels Baus) and Valentina Carrasco is not new. It has been done in Brussels and London before, to mixed reviews, but the music is just divine!

Gershwin’s Porgy and Bess is another opera that makes my mouth water. It is a co-production with the ENO and the Metropolitan Opera in New York, so we probably will not have to worry too much how it will look. Porgy will be sung by Eric Owens and Serena by Latonia Moore (something to look forward to).

I am not really a huge Wagner fan, but for Tannhaüser you can wake me up in the middle of the night. Christoph Loy directs and Svetlana Aksenova will return to Amsterdam to sing Elisabeth. The title role will be sung by Daniel Kirch

During the Opera Forward Festival DNO presents two world premieres.
Fin de partie, the first opera by 91-year-old György Kurtág (direction Pierre Audi) and Micha Hamel’s Caruso a Cuba. Girls of the Golden West  by John Adams gets its European premiere in Amsterdam.

On the prestige project “aus LICHT” by Stockhausen I prefer to remain silent. But in case you want to get rid of 315 euros ….

For more information see website van De Nationale Opera.

English translation: Femko Jas